Slimmer en efficiënter water geven
Na 2 nattere jaren, werden landbouwers dit voorjaar terug geconfronteerd met droogte. Echter niet overal op een perceel wordt de droogtedrempel even vroeg overschreden. Hier kunnen we op inspelen om nog efficiënter te telen. Variabele irrigatie biedt een slimme en duurzame oplossing.

De laatste 2 jaren werden we vooral geconfronteerd met wateroverlast. Dit voorjaar nam droogte weer de overhand. Zo worden er dit jaar terug aanzienlijke neerslagtekorten opgetekend van plaatselijk reeds meer dan 200 mm (https://www.waterinfo.vlaanderen.be/). Om toch een goede opbrengst te verkrijgen van de landbouwpercelen, biedt irrigatie mogelijkheden.
Irrigatie staat echter onder maatschappelijke en beleidsmatige druk. Denk zo aan captatieverboden of de wettelijke wijzigingen rond vergunningen voor grondwaterwinningen. Het is dus belangrijk dat er zo efficiënt mogelijk omgegaan wordt met ons water.
Hoe variabel irrigeren?
Door variabel te irrigeren kan je water inzetten daar waar het nodig is. Variabel irrigeren of beregenen kan op allerlei manieren gebeuren. Zo zijn er systemen voor haspelberegening, die het mogelijk maken om, afhankelijk van de noden, zones af te bakenen en de haspel sneller of trager te laten oprollen, om zo de watergift te laten variëren. Enkele voorbeelden van dergelijke systemen zijn de Raindancer pro, Sime elektrorain en de IrriMOP. Bij druppelirrigatie kan er dan weer gewerkt worden met verschillende irrigatiezones, die elk aangestuurd worden door een aparte magneetklep.
Naast deze technieken is er echter ook perceels- en gewasinformatie nodig om de variabele watergift op af te stellen. Hiervoor kunnen satellietbeelden, bodemscans en bodemvochtsensoren dienst doen. WatchITgrow biedt bijvoorbeeld gratis irrigatietaakkaarten aan op basis van satellietbeelden.
Druppelirrigatie bij maïs
Binnen het Interegg project ADaM & PreciLa, gefinancierd via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, worden verschillende variabele precisielandbouwtoepassingen getest. Naast variabele bemesting, zaai of spuittoepassingen komt ook irrigatie aan bod.
Zo werd er in het kader van het project, voor het derde jaar op rij druppelirrigatie gelegd tussen de maïsrijen. Deze gaat efficiënter om met water dan bij de vaak gebruikte haspelberegening en verbruikt minder energie door de lagere werkdruk. De druppelslangen werden steeds op 1,5 m afstand gelegd. Tussen iedere 2 maïsrijen een druppelslang leggen, bleek uit eerder onderzoek geen echte meerwaarde gezien de aanzienlijk hogere kosten.
Om variabel te kunnen irrigeren, werd het perceel op basis van satellietbeelden van eerdere droge teeltjaren opgedeeld in 4 irrigatiezones. De zones werden elk uitgerust met zuigspanningsensoren. Deze meten de negatieve druk die uitgeoefend moet worden door de plantenwortels om water te onttrekken uit de bodem, ook wel bodemwaterpotentiaal genoemd. Hierdoor krijgen we een goed beeld van de beschikbaarheid van het water voor het gewas. De gegevens worden gecentraliseerd op een dashboard waar ze eenvoudig geraadpleegd kunnen worden. Via datzelfde dashboard kunnen eveneens alarmdrempels gekozen worden en ook de aansturing van de pomp en magneetkleppen gebeurt hiermee.
Variatie in het perceel = variatie in noden
Voor de maïs werd er getracht de interventiedrempel voor droogtestress (ongeveer -50 kPa) niet te overschrijden. Zo kan de maïs zijn volle potentieel waarmaken. Dit jaar werd de droogste zone reeds 12 juni voor het eerst geïrrigeerd. Bij de natste zone werd de interventiedrempel echter pas bereikt op 25 juni. Bij de droogste zone werd er zo al 32 mm meer water gegeven dan de natste zone. Deze 32 mm zou dus uitgespaard worden ten opzichte van een gelijke irrigatie over het volledige perceel. Door de sensormetingen kan er echter ook tijdig worden ingegrepen, nog voor het ontstaan van de eerste droogtestress. Zo kan opbrengstderving worden vermeden. Het kan echter snel gaan met de hoge temperaturen die we eind juni/begin juli hebben ervaren. De maïs kan op dergelijke dagen makkelijk 6 mm water verdampen en krullende bladeren zijn dan niet ver weg.
Het is echter nog afwachten wat het effect van de variabele irrigatie zal zijn op de uiteindelijke opbrengst. Tijdens het vorige teeltjaar werd er op de natste zone uiteindelijk de laagste opbrengst behaald (1,5 ton drogestof/ha minder). Dit werd toen vermoedelijk veroorzaakt door enige wateroverlast en niet de zeer beperkte irrigatie op de droge zone. Zo bleek ook de opkomst 6,5% lager te zijn bij de natte zone. Door een goede irrigatiesturing hopen we dit teeltjaar vergelijkbare opbrengsten te verkrijgen op de drogere en nattere zones. Dan kunnen we aantonen dat door het water efficiënt in te zetten, daar waar nodig, er kan bespaart worden op waterverbruik zonder in te boeten op de opbrengst.
Partners in het project zijn: PVL, PC Fruit, Pibo-campus, ILVO, VITO, Delphy, Frans Vervaet, UHasselt, Van den Borne Projecten, Munckhof Fruit Tech Innovators. Met financiering van Interreg, VLAIO, Provincie Limburg, Provincie Oost Vlaanderen, Provincie Zeeland, Provincie Noord-Brabant, Rijksoverheid.