Slim beweiden doe je zo
Beweiden wordt een steeds populairdere optie voor melkveehouders, zeker nu het een optie is om ammoniakemissies te reduceren en PAS-deadlines dichterbij komen. “Maar beweiden vraagt vakmanschap”, waarschuwt Inagro.

Beweiding kan omwille vanverschillende redenen rekenen op hernieuwde interesse door melkveehouders: PAS-vereisten, stimulatie vanuit melkerijen, de publieke opinie die liever runderen in de weide zien staan dan op stal... “Beweiden vraagt echter vakmanschap. De weide mag geen verlengde van de stal worden en de dieren moeten effectief vers gras opnemen voordat beweiden een interessante optie wordt”, waarschuwt Ellen Versavel van Inagro.
Beweiding is dan ook een uitdaging met veel vragen voor melkveehouders. Hoe speel je in op het feit dat het aanbod en de kwaliteit van vers gras varieert gedurende het seizoen? Hoeveel vers gras nemen koeien überhaupt op bij beweiden? Hoe pas je het rantsoen hierop aan? Halen vaarzen wel voldoende groei bij beweiding? Is er extra arbeid waar de boer rekening mee moet houden? En is beweiden financieel een interessante optie?
Met deze vragen ging Inagro samen met ILVO en Boerenbond aan de slag in het demoproject ‘GePASt beweiden’, waarvan de eerste resultaten op een studienamiddag op 23 juni uit de doeken gedaan werden.
PAS en beweiding
Maar eerst even uitweiden over stikstof. “Zo goed als elk bedrijf moet reductie-inspanningen doen voor 2030, ook als je nog een vergunning hebt met looptijd tot na 2030”, waarschuwt Lisa Dejonghe van Inagro. “Ammoniakemissies reduceren kan je door technieken of maatregelen te implementeren, door minder dieren te houden, of een combinatie van beide.”
De AER-lijst, de vroegere PAS-lijst, geeft rundveehouders verschillende opties wat betreft beweiden. “Vaak wordt een combinatie van beweiden met mestrobot of een vermindering van het aantal dieren gemaakt.” In theorie kan je echter voor melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar beweiden combineren met bijna alle andere AER-maatregelen en -technieken (zie de combinatietabel voor diercategorie R-1).
Alle opties om ammoniakemissies te reduceren zijn welkom. Rundveehouders krijgen immers te kampen met deadlines die met rasse schreden naderen. Het stikstofdecreet verplicht melkveehouders om hun emissies met een kwart te reduceren tegen eind 2030, met een tussentijdse deadline van 5% ten opzichte van de vergunde toestand voor alle rundveehouders tegen het einde van dit jaar.
Volgend jaar volgt nog een tussentijdse evaluatie op deelsectorniveau. “In 2026 bekijkt de overheid of een reductie van 12,5% op het deelsectorniveau van melkvee ten opzichte van 2021 is gehaald.” Haalt de sector dit doel niet, dan dreigen bedrijven zonder minstens 15% ammoniakemissiereductie (AER) NER’s te verliezen om toch de nodige AER te halen. Haalt je bedrijf in 2030 de finale deadline niet, dan volgt er een vermindering van het aantal dierplaatsen.
Beweiden in groep
Beweiden in groep is een mogelijkheid voor melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar en voor vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, voor een AER tussen de 5% bij 700 weide-uren per jaar en 20% bij 2.800 weide-uren per jaar. Dat is de reductie indien er geen dichte vloeren in de stal liggen. Rundveehouders kunnen er nog een tikkeltje meer AER uit persen als ze dichte vloeren installeren in de stal, tot een maximaal reductiepercentage van 26%.
Tijdens de beweiding mogen er geen dieren aanwezig zijn in de stal(afdeling), met uitzondering voor ziekenboegdieren, en er moet voldoende huiskavel beschikbaar zijn. De mest moet binnen 2 uur na vertrek van de dieren van de vloer verwijderd worden in het geval van een dichte stalvloer. De maatregel vraagt ook een minimale beweidingsduur van 4 aaneengesloten uren.
Melkveehouders moeten het aantal uren dat de koeien op de weide staan bijhouden. Vanaf 1.400 weide-uren is dat verplicht digitaal. “Maar vandaag bestaat daar nog geen systeem voor. Verschillende firma’s zijn al gecontacteerd geweest, maar er is weinig interesse om een systeem te ontwikkelen.” Een projectvoorstel zou in opmaak zijn.
Beweiden in groep is geen optie bij potstallen en bij melkrobots. “Pas wanneer de hele groep op de huiskavel staat, tellen de uren.” Inagro stelde zich nog enkele vragen bij deze AER-maatregel. “Wat bij droge zomers zonder grasgroei? Moeten melkveehouders de koeien dan buiten bijvoederen? Wat is de impact op het dierenwelzijn van beweiden bij langdurige hitteperiodes?”
Het reductiepercentage van beweiden dreigt in de toekomst naar beneden bijgesteld te worden. Het Wetenschappelijke Comité Veeteelt (WeComV) adviseerde in 2023 al om het reductiepercentage van 2,61% per beweidingsuur naar 1% aan te passen. “Het huidige reductiepercentage is gebaseerd op verouderde modellen en beperkte validatiegegevens die niet overeenkomen met de huidige melkveehouderijpraktijken”, stelt het WeComV. Het gevolg daarvan zou een daling zijn naar 2% AER bij 700 weide-uren en naar 8% bij 2.800 weide-uren.
Beweiden in combinatie met leegstand
Beweiden in combinatie met leegstand is enkel een mogelijkheid voor vrouwelijk jongvee tot 2 jaar. In plaats van weide-uren werkt deze maatregel met aaneengesloten dagen weidegang. “Rundveehouders moeten dieren gedurende een bepaalde periode van het jaar onbeperkt, dus 24 uur op 24 uur, laten weiden. Op die manier kan je 15% AER bij 100 dagen weidegang tot en met 45% AER bij 200 dagen weidegang behalen.” In dat geval staat het jongvee het grootste deel van het jaar op de huiskavel, volgens cijfers van Boerenbond bijvoorbeeld van 15 april tot 1 november.
Net zoals bij beweiden in groep moet de stal(afdeling) tijdens het beweiden volledig vrij zijn van dieren. Beweiden in combinatie met leegstand is zowel bij roostervloeren als ingestrooide stallen een optie. Bij roostervloeren moet de mengmestkelder geledigd worden, waardoor melkveehouders genoodzaakt zijn om voldoende mestopslag elders op het bedrijf te voorzien om de voorziene leegstand van mestopslag in de stal op te vangen. Bij ingestrooide stallen moet je de stalmest onaangeroerd laten. Er moet voldoende graasweide ter beschikking zijn met water en schuilmogelijkheden voor de dieren.
Een vorm van beweiding is momenteel de enige optie voor vrouwelijk jongvee tot 2 jaar om ammoniakemissies te reduceren.
Elke hap telt
Het doel van het demoproject ‘GePASt beweiden’ van Inagro, ILVO en Boerenbond is de bedrijfsvoering bij beweiding optimaliseren. Zoals eerder gezegd is beweiding immers niet vanzelfsprekend. Beweiden is pas interessant als de koe voldoende weidegras vreet – minstens 500 tot 700 kg droge stof per koe per weideseizoen. Melkveehouders moeten daarom grasaanbod en kwaliteit, smakelijkheid van gras, de grootte van de huiskavel, de combinatie van robotmelken en beweiden, arbeid... goed in overweging nemen.
Gras groeit niet evenmatig doorheen het seizoen. “Als je naar de gemiddelde grasgroei van 2022 tot en met 2024 kijkt, is er veel meer aanbod in het voorjaar. De groei van gras neemt stelselmatig af naarmate het seizoen vordert”, stelt Versavel.
Ook de kwaliteit van gras is in het voorjaar beter.. “De voederwaarde en kwaliteit, en dus de smakelijkheid van gras, is het hoogst voor het jongste blad. Begrazing vindt het best plaats wanneer het gras 2,5 tot 3 blaadjes heeft, want vanaf de opkomst van het vierde blad sterft het eerste blad al af.” De topjes van gras vinden runderen ook het lekkerst, en eten ze dan ook als eerste op.
Arbeid en beweidingssystemen
Melkveehouders aarzelen vaak om de overstap naar beweiding te maken door de extra arbeid die er naar verluidt bij komt kijken. Dat beweiding samengaat met meer werk is echter niet per se waar, de verdeling van het type werk ligt anders.
Er bestaan ook verschillende beweidingssystemen. Bij standweiden staan de dieren voor een langere periode, zo’n 2 tot 6 weken, op hetzelfde perceel. . “De grasopname van een koe is dan gelijk aan de groei van het gras op het perceel in dezelfde periode.”
Een ander systeem is omweiden. Na een aantal dagen zet je de runderen op een vers perceel. “Het liefst geef je de runderen dagelijks vers gras, zodat ze steeds voldoende vers gras van goede kwaliteit vreten.” Stripgrazen is een variant hiervan, waarbij je bijvoorbeeld met behulp van rasterspinnen de afrastering continu verplaatst over het perceel. De runderen krijgen bij elke beweiding een nieuw stuk vers gras.
Siëstabeweiding kan een melkveehouder toepassen in de zomer om de producie van melk te optimaliseren. ‘s Morgens en ‘s avonds na het melken krijgen de koeien enkele uren weidegang en in de namiddag staan ze opgestald.
Kies een systeem dat bij jou en je bedrijf past, raadt Versavel aan. Omweiden en stripweiden zijn ideaal als je de grasgroei en -benutting wil optimaliseren. Standweiden zorgt dan weer voor de minste arbeid. Een compromis tussen de 2 is roterend standweiden (ook wel Nieuw Nederlands Weiden genaamd).
Koeien doen eten
Het demoproject berekende voor 6 deelnemende melkveebedrijven of er voldoende Voeder Eenheid Melk (VEM) uit het stalrantsoen kwam tijdens de weideperiode om de behoefte van de runderen te dekken. Bij de helft van de bedrijven was dat het geval, waardoor het voor de andere 3 landbouwers nodig was om de drogestofopname uit vers gras te berekenen, om na te gaan of de runderen wel voldoende vraten.
Hoeveel gras nemen koeien op? “De stelregel is dat je voor de eerste 4 kg droge stof uit vers gras, een uur per kg droge stof moet rekenen. Voor alle bijkomende kilo’s heb je een uur extra nodig.” Grasopname is sowieso afhankelijk van het grasaanbod, van bijvoeding, van de voeropnamecapaciteit, van het aantal uren weidegang, van weideresten (restanten gras die koeien niet opeten), van de kwaliteit van het gras en van de smakelijkheid van het gras.
Bedrijven waar de VEM-behoefte volledig gedekt werd met stralrantsoen zijn ook de bedrijven die aangaven dat koeien weinig tot geen vers gras uit de weide opnamen. Inagro raadt veehouders die zo veel mogelijk gras in de koe willen krijgen aan om de koe met een lege pens de wei in te sturen. Andere tips zijn om de beweiding te timen bij zonsopgang en zonsondergang, wanneer koeien meer honger hebben. “Stuur de koe terug naar binnen als de pens vol is en geef geen bijvoeding vlak voor of na de weidegang.”
Economisch interessant?
Of beweiden economisch de meest interessante keuze is voor melkveehouders hangt van veel factoren af, zoals de voerefficiëntie (de hoeveelheid melk die een koe produceert per kg voer) en het voersaldo (het geld dat een melkveehouder overhoudt nadat de kosten voor het voer afgetrokken zijn).
“De melkproductie van koeien op de weide was bij de bedrijven in het onderzoek lager dan die waarbij de koeien op stal stonden.” De voerefficiëntie lag echter hoger tijdens de weideperiode, waardoor je voorzichtig mag concluderen dat weidegang meer melk voor minder grondstoffen levert.
Ook het voersaldo lag hoger voor de bedrijven waar de koeien tijdens de weideperiode weidegras aten. Bij een gelijke melkprijs van 53 euro per 100 l was het voersaldo 10,13 euro voor deze bedrijven, in vergelijking met 9,14 euro voor de bedrijven waar de dieren geen weidegras aten.
Beweiden kan dus een economisch voordelige optie zijn, als goed beheer ervoor zorgt dat er effectief vers gras uit de weide wordt opgenomen.
Jong geleerd
Het is cruciaal dat een koe van jongs af aan gras leert eten om de grasopname wanneer het dier volwassen is te optimaliseren. “Door jongvee te beweiden leren de dieren grazen en drinken, raakt het gewend aan de elektrische afrastering en bouwt het weerstand op tegen maagdarm- en longwormen.” Het kan ook economisch interessant zijn, hoewel het niet vanzelfsprekend is om voldoende groei te garanderen.
Enkele richtlijnen rondom weidebezetting kunnen helpen. In het voorjaar zetten melkveehouders bij een gemiddelde leeftijd van 20 maanden het best maar 5 dieren per ha. In de zomer daalt dat naar 3 dieren per ha. Met andere woorden, in het voorjaar heeft jongvee 1 a per maand leeftijd nodig, in de zomer 1,5 a per maand leeftijd. “Voeder tijdig en kwalitatief bij indien nodig en laat de dieren iet te vroeg en niet te lang op de weide”, geeft Versavel nog mee.
“Beweiden kan interessant zijn voor melkveehouders als ze er zelf ook voor openstaan. Kies daarom een systeem dat bij jou en je bedrijf past en leer het jongvee al grazen”, is het algemene besluit.