Opvolgingsorgaan MAP komt er aan
Vlaams minister voor Landbouw en Leefmilieu Jo Brouns (cd&v) hoopt nog deze maand een opvolgingsorgaan te organiseren in de voorbereiding van een eventuele bijsturing van het MAP 7.
Parlementslid Mieke Schauvliege (Groen) zei in de commissiebijeenkomst Leefmilieu van 4 november erg benieuwd te zijn naar de resultaten van het openbaar onderzoek en de stand van zaken over de vaststelling van het definitieve mestactieplan en het plan-MER. Ze vindt dat zolang dit plan-MER niet is afgerond men niets kan zeggen over de effectiviteit van het maatregelenpakket in het MAP 7.
Tussentijdse evaluatie
Volgens Schauvliege is de aangekondigde tussentijdse evaluatie een belangrijk onderdeel van het mestactieplan (MAP). De evaluatie kan leiden tot aangescherpte maatregelen als uit de monitoring in 2025 en 2026 zou blijken dat er bijkomende maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen. Volgens het actieplan treden de maatregelen uiterlijk in werking in het voorjaar van 2027. De vraagstelster verwees in één adem naar de dagvaarding tegen Vlaanderen van de Europese Commissie vanwege opeenvolgende inbreuken op de Nitraatrichtlijn. Schauvliege polste ook naar het opvolgorgaan dat in voorbereiding van een eventuele bijsturing van het MAP een akkoord dient te zoeken over bijkomende maatregelen. Een consensus vinden zal volgens haar heel moeilijk zijn.
Onderzoek en advies
Minister Brouns merkte op dat de verdere uitwerking van MAP 7 niet alleen rekening moet houden met de resultaten van het openbaar onderzoek, maar ook met de verleende adviezen. Het openbaar onderzoek over het ontwerp-MAP 7 en het ontwerpplan-MER liep van 18 maart 2025 tot en met 16 mei 2025 voor het grote publiek. De adviestermijn voor de geraadpleegde adviesinstanties liep tot en met 30 juni 2025. De ministeriële administratie van Brouns is gedurende de voorbije 4 maanden bezig geweest om de diverse inspraakelementen in een overwegingsdocument te verwerken. De minister zegt dat dit document op dit moment wordt gefinaliseerd. Het zal onder meer een set aan ‘te overwegen aanpassingen’ bevatten, net zoals verdere acties die reeds voorzien waren en eventuele aanpassingen aan het plan-MER. Van zijn medewerkers vernam Brouns dat nog deze maand het opvolgingsorgaan kan georganiseerd worden.
Consensus zoeken
De conclusies uit het overwegingsdocument zullen worden voorgelegd aan het opvolgingsorgaan om te bekijken over welke punten consensus kan worden gevonden om het plan eventueel aan te passen. Daarvoor zijn overlegmomenten voorzien in de loop van het najaar. De conclusies die het opvolgingsorgaan formuleert zal Brouns, conform het regeerakkoord, meenemen bij de definitieve vaststelling van het plan-MER en MAP 7.
Juridische procedure
Wat de juridische procedure betreft die loopt met de Europese Commissie lichtte Brouns toe dat de schriftelijke procedure bij het hof is gestart op 24 januari van dit jaar. Op 7 mei werd namens het Vlaamse Gewest een verweerschrift ingediend. De Europese Commissie heeft op 23 juli een schriftelijke repliek ingediend. Vervolgens heeft het Vlaamse Gewest daarop geantwoord op 2 oktober laatstleden. De schriftelijke procedure is daarmee beëindigd.
Het is nu aan het hof om te beslissen of er over dit rechtsgeding een mondelinge zitting moet worden georganiseerd. Vanuit Vlaanderen werd alvast op 24 oktober formeel aan het hof gevraagd om een mondelinge zitting te organiseren alvorens de zaak in beraad wordt genomen. Het hof heeft over dit verzoek om een zitting te houden nog geen beslissing genomen. Na een eventuele zitting zal het hof de zaak in beraad nemen, waarna er vervolgens een arrest zal worden uitgesproken. Brouns zegt dat hij momenteel nog geen zicht heeft op de concrete timing van de volgende procedurestappen.
