Startpagina Varkens

Antibioticaresiduen in varkensvlees: veel kosten en slechte reclame

Tijdens het Salon van de Landbouw organiseerde Belgian Pork Group een symposium over varkensantibiotica. Daarop lichtte het FAVV de gevolgen van een non-conformiteit met betrekking tot residuen toe. Naast het financiële aspect is er ook de weerslag op de reputatie van Belgisch varkensvlees.

Leestijd : 4 min

Antibiotica zijn een vloek en een zegen”, leidde Luc Verspreet van Belgian Pork Group het seminarie over varkensantibiotica in. Vindt de mensheid een ongeëvenaarde remedie tegen ziekte, dan verliest die haar kracht wanneer ze veelvuldig wordt toegepast. Oh ironie.

“Small country, safe food”

“We doen met onze dieren wat we met onszelf doen: we geven ze te vroeg, te veel en te vaak antibiotica”, stelt Vlaams parlementslid en burgemeester van Staden Francesco Vanderjeugd. “We moeten drastisch gaan verminderen, akkoord, maar afschaffen? Zeker niet. Antibiotica redden levens.”

De heer Vanderjeugd is ook bezorgd om het veilige imago van onze voedingsproducten: “Na de dioxinecrisis hebben we zware inspanningen gedaan om onze reputatie in het buitenland op te krikken. Voedselveiligheid is één van onze troeven. België prijst zichzelf in het buitenland aan met de slogan ‘Small country, great food’. Eigenlijk mag dat best ‘Small country, safe food’ zijn.”

Markttoegang in het gedrang

Voedselveiligheid is een absolute basisvoorwaarde voor markttoegang in heel wat landen. Antibioticaresiduen worden internationaal gezien als onveilig. Luc Verspreet: “Als een land residuen terugvindt in vlees van Belgische oorsprong, zou het zijn grenzen kunnen sluiten voor ons product. Stel je voor dat China plots zegt: Wij hoeven geen Belgisch vlees meer. De kosten daarvan zijn niet te overzien.”

Luc Verspreet (Belgian Pork Group), Jeroen De Wulf (UGent en AMCRA), Wim Reybroeck (ILVO) en Francesco Vanderjeugd lieten 
hun licht schijnen op de 
residuproblematiek.
Luc Verspreet (Belgian Pork Group), Jeroen De Wulf (UGent en AMCRA), Wim Reybroeck (ILVO) en Francesco Vanderjeugd lieten hun licht schijnen op de residuproblematiek.

Ondermeer om zulke calamiteiten te voorkomen voert het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) rigoureuze controles uit. Dr. Stefan Theuwis, dierenarts van opleiding en directeur van DG Controle bij het FAVV, legt uit hoe dat in zijn werk gaat.

“Volgens de Europese wetgeving wordt elk product met residuen beschouwd als een non-conformiteit. Voedingsmiddelen met residuen boven de maximale residulimiet (MRL) mogen niet op de markt komen. De Belgische wetgeving stelt het scherper: een non-conform product - waarin dus residuen werden gedetecteerd - mag niet geconsumeerd worden.”

Vaststelling

Hoe stelt het FAVV zo’n non-conformiteit vast? In het slachthuis voert het agentschap ad random controles uit op karkassen. Die worden niet geblokkeerd, dus kan het vlees op het moment dat de resultaten bekend zijn al ver weg zijn. Het slachthuis kan een tegenanalyse vragen. Bevestigt die dat er residuen in het vlees te vinden zijn, dan vervolgt het FAVV haar onderzoek op het varkensbedrijf.

Ook daar kan een tegenanalyse gevraagd worden. Het onderzoek van de controleurs spitst zich vooral toe op de oorsprong van de residuen. Wie heeft het diergeneesmiddel verschaft? Welke dieren zijn behandeld? Naargelang de resultaten volgen er bijkomende onderzoeken bij de dierenarts of de veevoederfabrikant.

De schuldige krijgt te maken met een traject van versterkte controles. “Voor de varkenshouders beperkt de schade zich verder tot de lading an sich, maar het betrokken lot varkensvlees kan al verwerkt en wereldwijd verspreid zijn”, voegt de heer Verspreet nog toe.

Gevolgen van een non-conformiteit

“De gevolgen van een non-conformiteit manifesteren zich op verschillende vlakken”, elaboreert dr. Theuwis. “Ten eerste worden zowel het product als de samenstellingen ermee in de meeste gevallen vernietigd. Verder zijn ook de kosten voor transport voor niets geweest. Ten slotte is er het verlies aan vertrouwen. In België zijn we misschien strenger of ambetanter dan in andere landen, maar we weten wel waarom.”

Dr. Theuwis noemt antibioticaresiduen in varkensvlees dan ook een probleem voor de hele sector. “In 2016 hadden we maar drie dossiers bij varkenskwekers, maar de impact ervan is enorm. Voor de Belgische varkenssector is het gewoon geen optie om export te verliezen. Daar dragen de varkenshouders ook een verantwoordelijkheid”, pleit hij.

Minder zonder hinder

Volgens professor Jeroen Dewulf van de Universiteit Gent (UGent), tevens voorzitter van kenniscentrum voor antibiotica AMCRA, kunnen heel wat behandelingen met antibiotica achterwege blijven, zonder dat de productie daalt. De dierenarts kan daarin een grote rol spelen, op voorwaarde dat die op een andere manier zijn of haar brood kan verdienen dan door de verkoop van antibiotica, zoals een oplettende varkenshoudster opmerkte. “Dat kan wanneer eventuele diagnostiek en advies niet gratis gebeuren”, antwoordde professor Dewulf.

In het kader van een onderzoek begeleidde het team van professor Dewulf gedurende één jaar 60 Vlaamse varkenshouderijen bij het verminderen van hun antibioticagebruik (zie ook het Landbouwleven van 2 december 2016). Dat onderzoek krijgt nu een vervolg. Indien u varkenshouder bent en interesse heeft om u te laten begeleiden kan u terecht bij professor Dewulf via e-mail (jeroen.dewulf@ugent.be) of telefoon (09 264 75 43).

D.C.

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken