Wat met een gepensioneerde pachter?

Het bereiken van de pensioenleeftijd brengt normaal niet het einde van de pachtovereenkomst met zich mee.
Het bereiken van de pensioenleeftijd brengt normaal niet het einde van de pachtovereenkomst met zich mee. - TD

Nochtans heeft mijn pachter geen opvolger en wordt het voor hem duidelijk steeds moeilijker om in te staan voor de bewerking van mijn perceel. De man is al een stuk in de tachtig! Kan ik echt geen einde maken aan de pacht?

Pensioen is geen einde

Het bereiken van de pensioenleeftijd brengt normaal niet het einde van de pachtovereenkomst met zich mee. Enkel in het geval van een loopbaanpacht eindigt een pachtrelatie door het verloop van de afgesproken termijn, die samenhangt met het bereiken van de pensioenleeftijd door de pachter.

Voor alle overige, reguliere pachten, geldt dat zij na het pensioen van de pachter gewoon blijven doorlopen. Wel heeft de wetgever in een bijkomende opzegmogelijkheid voorzien voor de verpachter die geconfronteerd wordt met een gepensioneerde pachter.

Opzegmogelijkheid

Indien de pachter die na het bereiken van de pensioenleeftijd een rust- of overlevingspensioen geniet, onder de in artikel 34 Pachtwet vermelde personen niemand kan aanwijzen die eventueel zijn exploitatie kan voortzetten, kan de verpachter in toepassing van artikel 8 bis Pachtwet een einde maken aan de pacht om zelf het verpachte goed geheel of gedeeltelijk te exploiteren of de exploitatie ervan over te dragen aan zijn echtgenoot, aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of aan die van zijn echtgenoot of aan de aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen of om het te vervreemden of verpachten aan een leefbaar landbouwbedrijf.

Cumulatieve voorwaarden

Om deze opzeg te kunnen geven moeten dus drie voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn.

In de eerste plaats moet de pachter de pensioenleeftijd hebben bereikt. De wetgever bedoelt hiermee de wettelijke pensioenleeftijd, hetgeen betekent dat indien deze aangepast wordt, deze nieuwe leeftijd opnieuw als criterium zal gelden. In casu gaat het dus op dit moment om de leeftijd van 65 jaar zowel bij mannen als bij vrouwen. Personen die een brugpensioen genieten, kunnen niet worden opgezegd, daar deze niet de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben. De wettelijke pensioenleeftijd wordt in 2025 verhoogd tot 66 jaar en in 2030 tot 67 jaar. Dat betekent dat deze opzeg dan pas later zal kunnen gegeven worden.

Daarnaast moet de pachter een rust– of overlevingspensioen genieten. Dit is een belangrijk criterium, aangezien een pachter die geen dergelijk pensioen heeft, eenvoudigweg omdat hij het niet heeft aangevraagd of weigert aan te vragen, niet kan worden opgezegd. Als de pachter dus het goed wenst blijven te exploiteren volstaat het dat hij zijn pensioen niet aanvraagt opdat hij zou kunnen blijven pachten.

Tot slot mag de pachter geen opvolgers hebben. Hier wordt de wettelijke categorie opvolgers bedoeld uit art. 34 Pachtwet. Deze voorwaarde is duidelijk, maar mocht de pachter alsnog iemand onder zijn bevoorrechte opvolgers aanduiden, dan zal de pachter moeten kunnen bewijzen dat de door hem aangeduide persoon in de toekomst in staat zal zijn de exploitatie voort te zetten.

Voor eigen gebruik, verkoop of verpachting

Op deze manier kunt u opzeg geven om het gepachte goed zelf te exploiteren. Dit vereist dan wel dat u zelf landbouwer bent.

De opzegmogelijkheid ten opzichte van de gepensioneerde pachter kan ook worden toegepast met het oog op de verkoop van het verpachte goed of de verpachting aan een andere (jongere) pachter. De letterlijke tekst van de wet spreekt op dit punt van een einde maken aan de pacht om de goederen te verpachten of te vervreemden met het oog op exploitatie door een leefbaar bedrijf of door een bedrijf dat het voorwerp van een ontwikkelingsplan uitmaakt, overeenkomstig de wetgeving en reglementering inzake de modernisering van de landbouwbedrijven.

En nadien?

De verpachting of de vervreemding waarvoor de opzeg wordt gegeven, moet voltrokken zijn binnen een termijn van zes maanden nadat de pachter aan wie opzegging werd gegeven, het goed verlaten heeft. De exploitatie van het van de pachter op grond van deze bepalingen teruggenomen goed, evenals de persoon van de aanstaande exploitant, moeten voldoen aan de in artikel 9 gestelde voorwaarden. Dit betekent dat de nieuwe pachter voor minstens 9 jaar zal moeten pachten.

Opzegtermijn

Op grond van art. 11 Pachtwet dient, in het geval de opzegging gegeven wordt volgens artikel 8bis van de Pachtwet, een opzeggingstermijn gerespecteerd te worden van minimum één jaar vanaf het cumulatief vervullen van de drie voorwaarden tot maximum vier jaar.

Meest recent

Meest recent