Startpagina Melkvee

Het is weer voorjaar: Wat te doen?

Binnenkort staat het weideseizoen weer voor de deur. Nu is reeds het moment om even stil te blijven staan bij enkele belangrijke aandachtspunten die u in acht moet nemen bij de start van het weideseizoen. Voornamelijk voor het jongvee is het eerste seizoen op de weide erg belangrijk, denk maar aan ontworming en mineralenvoorziening.

Leestijd : 5 min

De omstandigheden moeten ideaal zijn om de groei en gezondheid van het jongvee, ook tijdens de weidegang, op peil te houden. Naast tips voor het jongvee bespreken we in dit artikel ook wat belangrijk is bij volwassen vee.

Tekorten vermijden

Een eerste (en vaak onderschat) aandachtspunt is de mineralenvoorziening. Gemiddeld bevat vers gras in België een tekort aan selenium, koper, kobalt en in veel gevallen ook jodium. Zonder aanvullingen in het rantsoen zullen er zonder enige twijfel grote tekorten ontstaan op dierniveau.

Vage klachten, grote gevolgen

De klachten die bij een tekort aan mineralen optreden zijn erg vaag en hierbij wordt daarom zeker niet in de eerste plaats aan een mineralentekort gedacht. Mogelijke verschijnselen zijn onder andere een verminderde groei en wat grauw in de haren staan. Echter, de grootste problemen uiten zich in een verminderde vruchtbaarheid en problemen rondom het afkalven (dode of zwakke kalveren, nageboortes, slecht drachtig worden…). Preventief werken is hierbij noodzakelijk. Ten eerste kan het, nadat het rantsoen gecompenseerd werd, heel lang duren voordat de ziekteverschijnselen verdwijnen. Ten tweede zijn sommige van deze problemen niet altijd op te lossen met een royale aanpassing van de mineralenvoorziening.

Controleren via bloed

Er zijn verschillende manieren om het mineralengehalte op peil te houden bij (jong)vee. Er bestaan mineralenpoeders en –brokjes om bij te supplementeren. Ook zijn er likemmers en bolussen op de markt. Zwakke kalveren kunnen een injectie met een vitaminepreparaat krijgen als er een vermoeden is van een vitaminetekort bij de moederkoe. Elk van deze toedieningsvormen heeft zijn voor- en nadelen. Denkt u problemen te hebben met mineralen bij het (jong)vee of wilt u testen of u momenteel een goede mineralengift hebt? Dit kan makkelijk gebeuren aan de hand van een bloedonderzoek.

Vliegenbestrijding

Naast een goede mineralenvoorziening is een consequent antivliegenbeleid onontbeerlijk in een goed uitweidingsmanagement.

Eerst en vooral gaan vliegen, muggen, knutten, … heel veel irritatie en onrust met zich meebrengen. Dieren worden ontelbare keren geprikt door deze insecten waardoor weidegang helemaal niet aangenaam is voor het vee, en er dus een stress-situatie ontstaat. Runderen gaan op de vlucht slaan voor de insecten waardoor de rust in de veestapel ver te zoeken is. Onrust of stress kunnen verschillende nadelige gevolgen hebben zoals een verminderde melkproductie bij melkkoeien tot zelfs abortus.

Ziekte voorkomen

Echter, de belangrijkste reden om insecten te weren op het vee is om ‘insect-overdraagbare ziektes’ te voorkomen. Iedereen van ons heeft al wel van zomerwrang, blauwtong of het Schmallenbergvirus gehoord. Deze ziektes worden van dier naar dier overgedragen door middel van een besmette knut, vlieg of mug. Het is daarom zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat insecten afgestoten worden van het vee.

Pour-on en oorplaatjes

Er zijn verschillende insectenwerende producten op de markt. De meest gebruikte in België zijn de zogenaamde ‘pour-on’-producten waarbij dit product over de rug van het dier gegoten wordt. Hiernaast worden ook oorplaatjes verkocht die aan het I&R-nummer moeten bevestigd worden.

In de stal aanpakken

Niet alleen op de weide is vliegenbestrijding van belang, ook in de stal komen de vliegen en moet het vee hiertegen beschermd worden. De reeds genoemde pour on-producten kunnen ook hier gebruikt worden maar in de stal kan ook een gunstig resultaat verkregen worden door maden en larven in de stal aan te pakken waardoor de ‘infectiedruk’ dus lager zal worden. Er bestaan insecticiden ter bestrijding van vliegenlarven en maden in de stal, mestput of tegen rattenstaartlarven in de melkput.

Roofvliegen

Een alternatieve (biologische) manier om insecten te bestrijden zijn roofvliegen. Deze vlieg leeft van de eitjes en poppen van de normale stalvlieg door deze leeg te eten en zelf weer eitjes te leggen in de poppen. De roofvliegen zijn, in tegenstelling tot de gewone vliegen, niet vervelend en zijn nauwelijks te zien, doordat ze zich op donkere plaatsen zoals mestputten schuil houden. Deze biologische vliegen veroorzaken geen onrust en hebben geen nadelige effecten op koeien en kalveren. Belangrijk bij het gebruik van roofvliegen is dat het mixen van de mestput en het gebruik van bestrijdingsmiddelen achterwege gelaten moet worden.

Ontworming groot economisch nut

Een derde punt waar aandacht aan geschonken moet worden is het ontwormbeleid. Bij het uitweiden zijn infecties met maagdarm- en longwormen onoverkomelijk. Dikwijls wordt de ontworming al jaren op dezelfde manier uitgevoerd, maar af en toe loont het de moeite om deze strategie eens onder de loep te nemen. Trouwens, wist u dat worminfecties na mastitis de ziekte is die tot de grootste economische schade leidt op een melkveebedrijf!?

Niet over- of onderbeschermen

Jongvee (te) vaak ontwormen kan zorgen voor een ‘overbescherming’. Hierdoor komt het jongvee onvoldoende in aanraking met wormen en wordt er geen weerstand opgebouwd tegen wormen. De kans dat ze problemen krijgen met worminfecties als ze op tweejarige leeftijd aan het melkveekoppel worden toegevoegd is dan erg groot. Te weinig ontwormen kan leiden tot grote worminfecties die op jonge leeftijd zorgen voor een blijvende groeiachterstand.

Mestonderzoek spaart geld

De laatste jaren zijn er steeds meer veehouders die niet meer blindelings ontwormen maar dit wel doen aan de hand van een mestonderzoek. De ervaring leert dat er veel gerichter ontwormd wordt in het weideseizoen en dat er dus veel minder dure ontwormproducten aangeschaft moeten worden. Veel veehouders moeten, ten gevolge van de monitor door mestonderzoek, minder ontwormen dan ze normaal doen. Sommige van hen hoefden het jongvee zelfs helemaal niet meer te ontwormen. Binnen een week na opstallen kan er ook bloed genomen worden. Dit wordt onderzocht op het pepsinogeengehalte, wat een indicatie geeft over de wormbesmetting van het afgelopen weideseizoen.

Watervoorziening

Een laatste punt waar wat dieper op in gegaan wordt is de watervoorziening. Tijdens het weideseizoen is de kans meer dan reëel dat uw jongvee en koeien buiten minder water drinken dan op stal. Of dit bij u een probleem is, kunt u makkelijk zien bij het naar binnen halen van de koeien. Als veel dieren direct staan drinken, dan hebben ze in de wei te weinig gedronken. Voldoende drinkwaterpunten met een goede waterkwaliteit zijn daarom essentieel. Als er te weinig wordt gedronken zal er ook minder gegeten worden. Een pink zal hierdoor minder groeien, een koe zal een lagere melkproductie hebben. Niet alleen de hoeveelheid beschikbaar drinkwater is van belang, maar ook de kwaliteit en smaak van dit water moet goed zijn. Controleer daarom dagelijks het drinkwater op verontreiniging en kuis de drinkbakken regelmatig uit.

Geen smaakverschillen

Ook het smaakverschil van water binnen en buiten de stal is belangrijk. Grondwater en leidingwater hebben een andere smaak. Over het algemeen houden koeien niet van deze smaakverschillen. Daardoor is de kans groot dat ze buiten minder water zullen opnemen dan binnen.

Dierenarts Brecht Scheirlinck, Faculteit Diergeneeskunde, UGent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken