Startpagina Economie

Interview met Bart Staes (Groen):“Hoeveel veehouders zijn eigenlijk bedienden van de veevoederindustrie?”

‘We consumeren 50% meer vlees dan we zouden moeten en het meeste vlees dat we consumeren is ongezond, zit vol antibiotica en is van een lage kwaliteit.’ Europarlementariër Bart Staes (Groen) riep met deze tweet de digitale toorn van nogal wat boeren over zich af. In een gesprek met Landbouwleven gaat Staes in op de kritiek vanuit landbouwhoek op ‘het groene vingertje’, de klimaatdiscussie en het door hem gewenste landbouwmodel.

Leestijd : 8 min

Onder de critici waren de bekende varkenshouder Bart Vergote, ABS-voorzitter Hendrik Vandamme en professor diergeneeskunde Sarne De Vliegher. Vergote heeft door de tweet niet meer het idee dat politici natuur en landbouw dichter bij elkaar willen brengen. Vandamme noemt het bericht ‘denigrerend’ richting veehouders en De Vliegher benadrukt dat vee in België helemaal niet vol antibiotica zit.

Staes geeft toe dat de tekst kort door de bocht is en de discussie over vleesconsumptie en in het verlengde de groene wens om de veestapel te verkleinen geen recht aandoet. De zin werd automatisch gegenereerd toen Staes na het ondertekenen van een petitie tegen ‘industriële landbouw’ (aantal ondertekenaars: 92.000) het Twitter-icoontje aanklikte om de petitie onder de aandacht van meer mensen te brengen. En tsja, op het sociale medium is de ruimte voor nuance letterlijk beperkt, namelijk tot circa 280 karakters.

Internationale oplossingen

We ontmoeten Staes in het massieve Altiero Spinelli-gebouw, waar de 751 leden van het Europees Parlement zetelen. In zijn kleine, chaotische kantoor is onder meer een traditioneel diplomatiek gewaad uit Centraal-Azië te zien, maar ook een overvolle boekenkast en een foto waarop de Franse president François Mitterrand en de Duitse bondskanselier Helmut Kohl hand in hand staan bij de herdenking van de Slag om Verdun.

De foto, die stamt uit 1984, is een symbool van de historische toenadering tussen de Europese continentale grootmachten. Voor Staes, Vlaamsgezind maar ook een overtuigd Europeaan, liggen de oplossingen voor de grote vraagstukken van de moderne tijd – vrede, de opwarming van de aarde en voedselvoorziening in het licht van een groeiende wereldbevolking – op het internationale vlak.

De oud-Volksunie-man veegt de wensdroom van de N-VA om het Europese landbouwbeleid terug te nationaliseren direct van tafel. “De partij mag een beetje groen zijn, als we Vlaanderen opnieuw het landbouwbeleid laten organiseren, dan weet ik hoe het gaat. Je creëert binnen de interne markt van de EU competitie, een race naar de bodem. Dan krijgen de economische belangen op de korte termijn voorrang op de ecologische én daarmee ook economische belangen voor de langere termijn.”

De N-VA is in Vlaanderen de grootste partij en maakt volgens de peilingen een goede kans op 26 mei opnieuw als grootste Vlaamse partij uit de bus te komen. De opkomst van de partij past in een internationale tendens, waar partijen die een veel strenger migratiebeleid voorstaan de afgelopen jaren terrein hebben gewonnen. Het migratiedebat is de laatste weken overstemd door het klimaatdebat.

In Brussel vonden twee grote algemene betogingen plaats voor een ambitieuzer klimaatbeleid. Daarnaast gaan de scholieren elke donderdag de straat op met eenzelfde doel. Greenpeace presenteerde een rapport van de Université Catholique de Louvain waarin de klimaatwinst van een kleinere veestapel wordt becijferd – tot algehele woede van zowel Boerenbond en de collega’s van ABS.

Wat vindt u van de klimaatbetogers?

Men spreekt van een wake-up call. Groen was al even wakker, en ziet de inzet van betogers als een aansporing. In de kern is de vraag: hoe ernstig nemen we als beleidsmakers de wetenschap? De wetenschap heeft berekend wat nodig is om de uitstoot van broeikasgassen zo terug te dringen dat de opwarming van de aarde binnen aanvaardbare perken blijft. De Europese Commissie heeft de lat vervolgens wat lager gelegd en de Europese Raad nog weer wat lager. Het Europees Parlement was nog het meest progressief. Het afgeklopte compromis ligt echter op 40% vermindering in 2030, waar de wetenschap op zijn minst 45% nodig acht.

Maar men vraagt om Belgische maatregelen, terwijl het klimaat zich niet aan landsgrenzen houdt.

Oplossingen moeten dus per definitie op wereldschaal worden gezocht. In de praktijk is het niet eenvoudig om zelfs maar op Europees niveau tot stevige, bindende afspraken te komen. Elk van de 28 lidstaten van de EU verdedigt haar eigen specifieke industriële belangen en kent haar eigen budgettaire problemen en haar eigen verkiezingsritme.

Onder de ideeën die Groen ventileert in het klimaatdebat, is een stevige vermindering van de vleesconsumptie en een bijbehorende krimp van de veestapel. Uw tweet over vlees heeft veel kwaad bloed gezet.

Ik ben niet tegen vlees, ik eet vlees en al helemaal niet tegen veeboeren. Ik eet wel minder vlees dan vroeger en liever van een betere kwaliteit. Ik vraag me alleen af of het niet beter zou zijn als we allemaal wat minder vlees eten, zonder iemand iets op te willen leggen, en dan van betere kwaliteit. Volgens mij zijn de geesten daarvoor rijp. Ik zat jaren geleden met toenmalig Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche in Terzake en hij wees het idee van 1 dag per week geen vlees eten helemaal af. Vijf jaar later was hij ook van mening dat we teveel vlees eten. Men begrijpt dat een beetje vlees minderen toch niet de doodsteek kan zijn voor de sector, en ook voor burgers een kleine inspanning is.

Waarom wordt vanuit de groene beweging de landbouw steeds geviseerd, terwijl ze in België amper de vijfde vervuiler is?

Als je boer bent, dan blijft alles wat over de landbouw gezegd wordt natuurlijk hangen, maar je kunt echt niet zeggen dat alleen de landbouw op de korrel wordt genomen. De EU heeft bijvoorbeeld een emissiehandelssysteem opgetuigd voor de industrie. Dat systeem zat niet goed in elkaar, waardoor bedrijven heel gemakkelijk toch kosteloos konden vervuilen, of tegen een hele lage prijs… maar daar wordt aan gewerkt en rechten kosten nu al het zesvoudige van twee jaar geleden. Daarnaast zijn talloze normen opgelegd aan industrieën. Neem apparaten als stofzuigers. Producenten moeten nu stofzuigers maken met een gehalveerd wattage maar evenveel kracht. Zo zijn er tal van voorbeelden buiten de landbouw.

Tegelijk wordt weinig ondernomen om wegverkeer of vliegtuigen schoner te maken.

Daar hebben de boeren een punt, het is bizar dat op kerosine zelfs geen accijnzen wordt geheven. Brussel-Bordeaux is met de trein duurder dan met het vliegtuig. Luchthavens concurreren en landen willen dat hun buurman op de rem trapt en hun eigen luchthaven verder groeit. Er is geen excuus, maar wel een verklaring: over belastingbeleid wordt Europees alleen beslist in unanimiteit.

Maar u staat wel een krimp van de veestapel voor. Voor veehouders en vleesindustrie is dat toch slecht nieuws.

Zeker, omdat de sector wel degelijk bijdraagt aan het broeikasgasprobleem. Wij staan voor een landbouw waarin bedrijven kleiner zijn, ook natuurdiensten verlenen en zich met kwaliteitsvolle producten richten op de regio. Voor de duidelijkheid, Groen is niet voor een krimp van het aantal boeren. Integendeel, ik denk dat bij het beleid dat wij voorstaan meer bedrijven overleven dan met een voortzetting van het huidige beleid. Ik begrijp het wantrouwen van boeren, want decennialang hebben ze, aangevuurd door de grote partijen en Boerenbond, ingezet op een landbouwmodel… maar het werkt gewoon niet.

Toch bent u voor veel landbouwers de vijand… Uw partij staat tweede in de Vlaamse peilingen en dat leidt tot de nodige zenuwachtigheid.

Boeren klagen misschien over ons, maar ze vergissen zich van vijand. Wat hebben die decennia van beleid gericht op specialisatie, grootschaligheid en export hen gebracht? In de meeste gevallen een klein inkomen, schulden en gebrek aan opvolging… Boeren zitten tussen hamer en aambeeld. Boven de hamer zitten de monopolisten van de toelevering: meststoffen, zaden, gewasbescherming en machines. Onder het aambeeld zit de grootdistributie. Als we kijken naar de veeteelt: hoeveel boeren zijn in dit model van grondloze landbouw meer dan in naam onafhankelijk? Hoeveel zijn in feite landarbeiders, bedienden van de veevoederindustrie?

U wilt het aantal bedrijven op peil houden?

Ongeveer wel ja, want zonder boeren dreigt een platteland waar verloedering en monoculturen met alle ecologische gevolgen van dien op de loer liggen. Een platteland met zo weinig werkgelegenheid en agrodiversiteit dat mensen wegtrekken naar de stad en plaatsen zo weinig inwoners tellen dat een basisdienstverlening niet meer kan worden volgehouden. Dan komt het proces, de afbraak van het platteland, in een stroomversnelling.

Hoe dan exact?

Het is een complex vraagstuk waarop geen gemakkelijk antwoord bestaat. We moeten een nieuw landbouwmodel neerzetten met een combinatie van handelsbeleid, ondersteuning van landbouwers en het paal en perk stellen aan oneerlijke handelspraktijken. Groen staat voor een omslag in het denken, in plaats van het vasthouden aan de status quo of zoeken naar kleine verbeteringen die aansluiten bij de status quo. Want wat is die status quo? Dat elk uur 35 landbouwbedrijven ophouden te bestaan en jongeren de sector vaarwel zeggen.

Welke hervormingen van het handelsbeleid staat u voor?

Wat handelsbeleid betreft, denk ik bijvoorbeeld aan het beschermen van landbouwers tegen oneerlijke concurrentie, terwijl we zelf ook ophouden bijvoorbeeld melk te dumpen in Afrika, waardoor daar de melkveehouderij geen kans heeft op te bloeien. Maar ik denk ook aan het stopzetten of beperken van de invoer van soja uit gebieden waar de teelt ten koste gaat van het regenwoud en de inheemse bevolking. We moeten toe naar meer regionale voedselsystemen met een gesloten kringloop en een verbinding met de burgers. Dat laatste mis ik in de visie van ecomodernisten zoals Louise Fresco (bestuursvoorzitter Wageningen UR, red), die overal een technologische oplossing voor zien.

De export is een waanzinnige inkomstenbron.

Niet voor de gemiddelde veehouder en misschien ook niet voor de gemiddelde slachterij. Het probleem is dat wanneer je landbouw geen aparte status toekent en de markt volledig open gooit, je concurreert met de hele wereld, en je dus een wereldmarktprijs krijgt. Daar leggen we het als land met hoge grondprijs, hoge kosten voor arbeid en hoge eisen op het gebied van dierenwelzijn en milieu altijd af.

Aan wat voor ondersteuning voor landbouwers moeten we denken?

Groen is om te beginnen ook niet voor een kleiner budget voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Nu gaat 40% van het EU-budget naar het GLB, en dat is wat ons betreft goed want beleid gericht op genoeg, gezond en veilig Europees voedsel is in essentie defensiebeleid. We zijn wel voor een omschakeling naar een Gemeenschappelijk Voedselbeleid, waarin naast landbouw ook natuur en gezondheid worden meegewogen. Groen is met andere woorden voor een holistische benadering, de samenhang der dingen.

U bent veronderstel ik wel voor een andere besteding van het budget?

Wat ons betreft wordt het jaarlijks uit te keren bedrag per bedrijf beperkt tot 50.000 euro. Er zijn toch weinig Belgische landbouwbedrijven die meer krijgen dan dat? Nu gaat 80% van het geld naar 20% van de bedrijven. Met een plafond ‘bespaar’ je ongeveer 12 miljard euro. Dat geld kan worden gebruikt om een omslag naar een natuurvriendelijker model te gaan, dat uiteindelijk ook vriendelijker is voor boeren. Daarnaast moet de prijszetting anders: meer geld naar de boeren en minder naar distributie. Ook consumenten moeten beseffen dat goede voeding een faire prijs verdient.

Groen is voorstander van een kleinere veestapel.
Groen is voorstander van een kleinere veestapel. - LBL

JCB

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken