Startpagina Melkvee

Uitbesteden van jongveeopfok

De Vlaamse melkveebedrijven groeien, waardoor arbeid of/en stallen soms beperkende factoren worden. Externe arbeid inhuren en bijbouwen zijn mogelijke oplossingen. Een ander alternatief is het uitbesteden van de jongveeopfok. Stoppende melkveehouders met stalplaats, arbeid en kennis van jongveeopfok zijn dan de ideale partner. Gaan samenwerken kan een win-win betekenen voor beide partijen. Maar hoe begin je daaraan?

Leestijd : 6 min

In het kader van het Vlaams Demonstratieproject Routeplanner Melkvee, gingen eind november 2016 twee discussienamiddagen door. De aanwezige melkveehouders én (potentiële) opfokkers brachten onderstaande elementen voor samenwerking naar voor.

Wederzijds bedrijfsbezoek

Vooraleer een samenwerking aan te gaan, is het belangrijk om op de hoogte te zijn van elkaars manier van werken en de verwachtingen die beide partijen hebben van de samenwerking. Thema’s die zeker besproken moeten worden zijn de conditie en leeftijd van de dieren, verhuis van de kalveren, het rantsoen, de vergoeding, eigendomsrecht van de dieren, tochtcontrole en inseminatie en hoe jullie zullen omgaan met uitval en mogelijke andere problemen. Breng daarom een wederzijds bedrijfsbezoek. Dit geeft al een goed beeld van hoe de opfok er op beide bedrijven aan toe gaat. Men dient zeker bovengenoemde thema’s te bespreken en ook hoe men zal omgaan met uitval en mogelijke andere problemen.

Leeftijd en conditie dieren

Het is van groot belang om concrete afspraken te maken over de leeftijd en conditie van de kalveren op het moment van de verhuis naar het opfokbedrijf, de organisatie van het transport, het aantal kalveren dat op jaarbasis opgefokt wordt…

Kalveren mogen wettelijk pas vanaf 14 dagen leeftijd van het bedrijf weg, maar men kan ook kiezen om de kalveren pas te verplaatsen nadat ze gespeend zijn of zelfs enkel de opfok van volle vaarzen uit te besteden. Bepaal vooraf wie de kalveren onthoornt, welk gewicht moeten hebben bij aankomst, wat met zieke kalveren dient te gebeuren en wie de (verplichte) vaccinaties doet. Moeten er op het moment dat er kalveren aankomen bij de opfokker ook volle vaarzen klaar staan die mee terug kunnen naar de melkveehouder? Heeft de melkveehouder specifieke wensen naar huisvesting toe en zijn deze te verwezenlijken in de stal van de opfokker?

Voederen en rantsoen

Wie voedert het jongvee en kiest het rantsoen? Kunnen en mogen de vaarzen beweiden? Teelt de opfokker nog kuilvoer? Indien er bij de opfokker onvoldoende ruwvoerteelt mogelijk is, maakt men afspraken over wie welk voer koopt/teelt en wie de kosten daarvoor draagt? Anderzijds kan het ook interessant zijn om samen te werken op het vlak van mestafzet. Mag de melkveehouder de eerste twee snedes van het gras van de opfokker maaien en inkuilen? Wie draagt de kosten van het loonwerk? Wie geeft de percelen aan in zijn verzamelaanvraag? Wordt dit alles in rekening gebracht bij de vergoeding van de jongveeopfok of via een aparte regeling?

Voorbeeldberekening

Het is heel belangrijk om de vergoeding en de betaaltijdstippen vooraf te bespreken. Maar wat is dan een ‘eerlijke’ vergoeding?

Een voorbeeldberekening op basis van reële boekhoudkundige gegevens van de 650 bedrijven met een Tiber-boekhouding geeft een totale gemiddelde kostprijs voor de opfok van een drachtige vaars van 26 maanden van 1.339 euro of 1,70 euro/dag wanneer stallen en machines nog niet afgeschreven zijn. Dat kan oplopen tot 1.794 euro of 2,27 euro/dag indien nieuwbouw voor jongvee noodzakelijk is, er externe mestafzet is en ruwvoer wordt aangekocht. In het andere geval, als de stallen en machines afgeschreven zijn, kan de kost ook 1.005 euro of 1,27 euro/dag bedragen als stallen en machines afgeschreven zijn.

Vergoeding arbeid

In het bovenstaande zit geen vergoeding voor arbeid. De opfokker wil hiervoor echter wel vergoed worden, maar hoeveel arbeid heb je nodig per dier? Hoewel dit sterk afhankelijk is van de arbeidsefficiëntie en stallen van de opfokker, het aantal dieren en de leeftijd waarop ze op het bedrijf toekomen, kan men uitgegaan van 1 uur per dier per maand aan bijvoorbeeld een uurloon van 16 à 20 euro per uur. De arbeid komt dan op 400-500 euro per vaars wat de totale kostprijs op ongeveer 1.800 euro per vaars (drachtig, 26 maanden) brengt. Dit komt overeen met een dagvergoeding van 2.37 euro per dag. De melkveehouder krijgt daarvoor - alle kosten inbegrepen - een correct opgefokte vaars van eigen genetica volgens de gemaakte afspraken.

Fiscaal aspect

Verder mag je ook het fiscale aspect niet uit het oog verliezen! Spreek goed af wie welke voordelen krijgt en of de kostprijzen inclusief of exclusief btw zijn. Veel melkveehouders werken forfaitair, maar niet allemaal. Als melkveehouder kan je de kosten van de jongveeopfokker inbrengen als werkingskos ten.

Eigendomsrecht dieren

Hierbij zijn er twee mogelijkheden. Ofwel blijven de bedrijven van de melkveehouder en opfokker twee aparte beslagen ofwel wordt het bedrijf van de opfokker een nevenlocatie van het beslag van de melkveehouder.

Wanneer beide bedrijven aparte beslagen blijven, wordt de opfokker sanitair verantwoordelijke van de dieren. De paspoorten komen dan op zijn naam bij verhuis van de dieren. Het eigendomsrecht van de dieren blijft bij de melkveehouder. Het paspoort van een dier is immers geen eigendomsbewijs. In dat geval worden ook de NER-D’s van de opfokker gebruikt, want die hangen vast aan de sanitair verantwoordelijke. Je behoudt als sanitair verantwoordelijke wel heel wat autonomie. Het nadeel is dat er bij het verplaatsen van de dieren van het ene naar het andere bedrijf telkens bloed moet getrokken worden, zelfs indien de opfokker jongvee van één enkel bedrijf opfokt en geen eigen vee meer heeft.

Nevenlocatie

Het bedrijf van de opfokker kan ook een nevenlocatie van het bedrijf van de melkveehouder worden. Een beslag kan op maximaal 3 verschillende locaties (1 hoofdlocatie en 2 nevenlocaties) gehouden worden die allen gelegen zijn binnen een straal van 25 km. Wanneer een beslag op meerdere locaties gehouden wordt, kunnen de runderen van het beslag verplaatst worden tussen de locaties zonder aankooponderzoeken uit te voeren.

Tochtcontrole en inseminatie

Ook op vlak van tochtcontrole en inseminatie maak je best vooraf goede afspraken. Wie doet de tochtcontrole? Wie bepaalt de stierkeuze, bestelt sperma, wie doet de inseminatie en hoe wordt dit alles geregistreerd?

Je kan ook voor de eenvoud met een fokstier werken of de tochtdetectie en inseminatie volledig uitbesteden door de aanschaf van een tochtdetectiesysteem en de inseminatie en opvolging uitbesteden.

Spreek ook af hoeveel keer er maximaal geïnsemineerd wordt en wat je doet met vaarzen die niet drachtig geraken. En welke vergoeding krijgt de opfokker nog voor deze guste dieren? Bespreek ook de na te streven afkalfleeftijd. Welk gewicht moeten vaarzen op het moment van afkalven bereikt hebben? 10 % van de vaarzen kalft te licht af. Afspraken over een minimum eindgewicht en maximum aandeel ondermaats wegende vaarzen bij afkalven is dus aangewezen. Wordt er een extra beloning uitgekeerd voor een jonge afkalfleeftijd op correct gewicht? Hoe vergoedt men de vaarzen met een te hoge afkalfleeftijd? Spreek ook af op welke leeftijd de hoogdrachtige vaarzen opnieuw verhuizen naar het melkveebedrijf.

Dierziekte en uitval

Hoewel je er als opfokker alles aan kan doen om de opfok zo goed mogelijk te laten verlopen, dan nog kunnen dieren ziek worden of zelfs uitvallen. Vooraf afspreken wie deze kosten draagt is onmogelijk. Om discussies en geschillen te voorkomen, stel je wel best een gemeenschappelijke veearts aan die in geval van ziekte of dood als onafhankelijke de vaststellingen kan doen. Elk geval is immers specifiek. Spreek ook af wie de dierenartsenkosten draagt en wie de kosten draagt in geval van uitval.

Ga beiden zeker ook eens langs bij de verzekering! Zijn de dieren verzekerd onder bijvoorbeeld de brandverzekering van de opfokker? Ook als ze niet zijn eigendom zijn? Welke schade is waar verzekerd?

Beëindiging contract

Hoewel dit hopelijk niet het gevolg zal zijn van onderlinge geschillen, is het aangewezen om voor aanvang van de samenwerking af te spreken onder welke voorwaarden het contract verbroken kan worden en wat de opzegtermijn is. Je zal als melkveehouder immers wel de tijd moeten krijgen om een andere opfokker of oplossing te zoeken. Pols vooraf ook even bij de opfokker voor welke periode hij opfok zou willen doen. Wat gebeurt er met de extra voordelen die verworven werden in de loop van de samenwerking? Blijven deze nog gelden of gaan ze ook teniet? We denken hierbij aan mestafzet, pacht van percelen…

Katleen Geerinckx, Hooibeekhoeve en Isabelle Vuylsteke, Inagro

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken