Milcobel maakte onlangs bekend te kiezen voor melkdeelstromen. Als eerste worden de pijlen gericht op VLOG-kazen voor de Duitse markt, die onder meer geproduceerd zijn met ggo-vrij voeder. Het is een stap waar de coöperatie lang niets voor voelde. De gemaakte meerkosten worden niet of niet voldoende uit de markt gehaald, zo werd gevreesd.
De opkomst van VLOG is alvast verbazend. VLOG ontstond nadat de EU het toestond om op etiketten weer te geven of een product wel of niet genetisch gemodificeerde ingrediënten bevat. In 2018 was de afzet van VLOG-producten – vlees en zuivel – gegroeid tot een waarde van afgerond €7 miljard. Ruim de helft van de omzet wordt gerealiseerd met zuivelproducten. Van de Duitse melkproductie is al 50% ggo-vrij.
Geen wonder dus dat zuivelaars in Duitsland, Nederland en Denemarken overschakelden op VLOG-productie en ook veevoederfabrikanten de afgelopen jaren een ggo-vrije aanvoerketen inrichtten. In België zette vooralsnog alleen Arla in Duitstalig België de stap. AVEVE en Agrifirm richtten al wel enkele fabrieken in voor het produceren van VLOG-voeders.
De vraag is of Milcobel op de middellange termijn geen gelijk krijgt met haar oorspronkelijke analyse. De vraag is of de VLOG-producten in Duitsland nog een meerprijs krijgen, als ze de facto de standaard zijn geworden.
In het circuit van voederproducenten klinkt ook andere kritiek, die eigenlijk best terecht is. Is er wel iets mis met ggo’s? De waanzinnige opkomst van VLOG suggereert dat de Duitse consument heeft besloten dat dit wel zo is. Maar zijn de ggo-vrije labels in de Duitse retail wel fair, of ruïneren ze het imago van uitstekende standaardvoeders die veel goedkoper beschikbaar zijn?
In onze editie van deze week brengen we ook een serie artikels over gras. Ook wat weidegang betreft, was lange tijd niet iedereen in de Belgische zuivel overtuigd. Dat is best begrijpelijk, want er zijn argumenten voor en tegen. De koe kan als kuddedier zijn natuurlijk gedrag in de wei beter vertonen, maar koeien op stal vertonen niet meer stress dan koeien in de wei.
Uit onderzoek blijkt dat koeien met beide opties, vaak gemakzuchtig in de stal eten. Qua milieu zijn er ook punten voor en tegen. Weidegang verlaagt de kans op bacteriële uierinfecties. Anderzijds komt alleen in de wei leverbot voor, een parasitaire platworm. Economisch is het volgens onderzoek dat we op p. 22 bespreken alvast vaak voordelig, gesteld dat een voldoende groot huiskavel beschikbaar is. Uiteindelijk heeft de keten geen keuze om mee te gaan met de wensen van de consument, of die nu redelijk zijn of niet. De Belgische zuivelketen zet nu goede stappen, maar zou zich met het oog op morgen beter kunnen leiden, dan volgen.
