Startpagina Actueel

Volharding en veeleisendheid als basis op Hautmont Hill

Nog slechts enkele dagen scheiden ons van de komst van de beste Europese melkkoeien naar Libramont. Op 12 en 13 april gaat daar immers de Europese Holstein Confrontatie door, een prestigieuze prijskamp die na 15 jaar afwezigheid terug naar ons land komt. Het hoeft niet gezegd dat de verwachtingen bij onze melkveefokkers zeer groot zijn. Zij willen immers een zo positief mogelijk beeld van onze melkveehouderij aan Europa tonen.

Leestijd : 7 min

Eén dag vóór de prijskamp, op donderdag 11 april, stellen vier Waalse fokbedrijven hun deuren open voor het fokkerspubliek dat naar het Europese evenement komt. Met drie van die bedrijven konden onze lezers reeds eerder kennismaken in Landbouwleven. Het vierde bedrijf dat op 11 april zijn deuren opent, is l’Elevage de Hautmont Hill uit Lierneux. Dit wordt uitgebaat door de familie Neuville. Landbouwleven ontmoette er Jean-Louis Neuville.

Geluid van scheermachines, stro en haren die door de lucht vliegen… Er is geen twijfel mogelijk dat de voorbereidingen voor de opendeurdag volop aan de gang zijn. Op 11 april zal l’Elevage de Hautmont Hill er op zijn paasbest bij liggen, daar kan je van op aan.

Zoals elke fokker van dat niveau is Jean-Louis Neuville veeleisend. Voor hem zijn volharding en hoge kwaliteit zijn handelsmerk. “Ik zou geen dier willen verkopen dat ik zelf niet zou willen kopen”, zo steekt hij van wal. Daarom blijft hij nog steeds in de genetica van zijn stapel investeren. “Men moet steeds vertrekken van een goede familie om aan kwaliteit te winnen. Met een minder goede familie is het risico op heterogeniteit bij de afstammelingen te groot.” Zijn veestapel werd trouwens gedurende vijf jaar in klasse 1 geklasseerd. Dat is volgens onze gastheer het bewijs dat de homogeniteit van zijn stapel geen toeval is.

Tijdens de  opendeurdag  op 11 april  zullen een tiental eerstekalfskoeien van het bedrijf te koop worden  aangeboden.
Tijdens de opendeurdag op 11 april zullen een tiental eerstekalfskoeien van het bedrijf te koop worden aangeboden. - P-Y L.

100 % Noord-Amerikaans model

Jean-Louis doet vervolgens het verhaal van de oorsprong van zijn veestapel.

“Ik ben in 1987 op het bedrijf gekomen samen met mijn vader. Ik studeerde, maar de aankoop van 200.000 liter melkquotum heeft de instap in het bedrijf versneld. Wij zaten toen aan een quotum van 480.000 liter en een ruwvoederoppervlakte van 70 ha, waarvan 10 ha granen en 60 ha weiden.”

Vader en zoon beslissen dan om de vleesveestapel weg te doen en zich enkel op de melkveehouderij te richten. Het is op dat ogenblik dat de selectie binnen hun veestapel begint, door met de beste stammen binnen hun stapel verder te fokken.

Zeven jaar later neemt Jean-Louis, samen met zijn echtgenote Carine Englebert, het bedrijf volledig over.

In 1995 brengt het koppel een bezoek aan de Association Holstein in La Reid om Canadese genetica aan te kopen. Enerzijds gebeurde dat door de aankoop van goede fokdieren, maar anderzijds ook door invoer van embryo’s.

Omdat er niet genoeg plaats was om uit te breiden waar het bedrijf gevestigd was, vestigen ze zich buiten het dorp. Het koppel kiest voor een bindstal naar Canadees model en maakt die groot genoeg voor 82 dieren. Elk dier beschikt hier over een individuele box van 1,40 meter breed, hetzij 50 cm meer dan in de vroegere stal. “In die tijd bood dit systeem meer comfort aan de dieren dan de vrije loopstallen die toen ook werden gebouwd.” Anderzijds bleven, volgens onze gastheer, de dieren properder en presenteerden ze ook beter wanneer ze moesten verkocht worden.

Wie zegt bindstal, zegt ook melkleiding en ook weinig beperkingen op gebied van ruimte en met het oog op de mogelijke bewegingen voor de dieren. Met hun tweeën duurt het melken van de tachtig koeien ongeveer anderhalf uur.

Bovendien kan men met zo een bindstal vermijden dat er te veel concurrentie optreedt tussen de eerstekalfkoeien en de oudere koeien. Elk koe heeft immers haar eigen box. Ze krijgen er 15 kg graskuil, 4 kg granen, 2 kg korrelmaïs, 1,5 kg krachtvoeder aan 42 % eiwit (koolzaad, zonnebloem, maximum 50 % soja en essentiële oliën om de methaanproductie te beperken). Het aandeel maïs kan wel variëren in functie van de productie.

Het ruwvoeder wordt bewaard in een torensilo. Het is een systeem dat zeer soepel is in gebruik en dat ook zeer geschikt is voor omweiden. “De silo laat ons toe om het gras perceel per perceel te oogsten gedurende het hele seizoen en te oogsten in het beste groeistadium. Het voeder wordt aan de dieren verdeeld door middel van een voermengwagen. “Het bedrijf is weinig geautomatiseerd. Alles wordt dus van zeer nabij opgevolgd. Het doel? Een zo laag mogelijke kostprijs met een maximale valorisatie van de productie!”

Onze gastheer maakt zelf zijn voeder, voornamelijk op basis van gras en granen die op het bedrijf zelf worden geteeld.
Onze gastheer maakt zelf zijn voeder, voornamelijk op basis van gras en granen die op het bedrijf zelf worden geteeld. - P-Y L.

Een zeer doorgedreven selectie…

Ondertussen blijft de selectie op Hautmont Hill voortduren, maar het is pas sedert het begin van deze eeuw dat de genetica werkelijk wordt verfijnd. Dat vloeit voort uit een partnerschap dat werd aangegaan met het fokbedrijf Karona in het Canadese Quebec. “Dankzij deze samenwerking hebben we drie families van koeien kunnen ontwikkelen, waaronder deze van Idée Lustre, een koe die aan de basis ligt van het unieke genotype van onze koeien.”

Daarna komen nog andere grote families van melkkoeien op het bedrijf door middel van aankoop van kalveren of embryo’s.

Vandaag beschikt de familie Neuville over een veestapel van 270 dieren, waarvan 90 melkkoeien die een gezamenlijke jaarlijkse productie halen van 840.000 liter melk.

“De ganse veestapel berust op 10 families, waarvan 6 die werden ingevoerd en 4 die stammen van de periode van het einde van de quota. Het zijn trouwens deze laatste die het meest regelmatig zijn in de kwaliteit van hun afstammelingen”, zo legt Jean-Louis uit.

Volgens onze gastheer is het zijn bedrijf, Hautmont Hill, dat het meeste dieren houdt die uit Noord-Amerika werden ingevoerd. “Dat vergt natuurlijk zware investeringen, maar die kunnen we nu terugverdienen door de verkoop van fokstieren of vaarzen, al of niet gekalfd, die op het bedrijf werden opgefokt. De beste dieren worden voor de fokkerij verkocht.”

… voor meer duurzaamheid

Bij de selectie besteedt Jean-Louis zeer veel aandacht aan de morfologie. De stapel van Hautmont Hill scoort 88 punten op dit criterium, met een speciale vermelding voor ‘ontwikkeling’ (92 punten). De koeien zijn tamelijk groot en sterk en hebben een zeer grote voederopnamecapaciteit. Zij kunnen dus de ruwvoeders van het bedrijf zo veel mogelijk laten renderen. En daarvoor zijn de regelmaat en homogeniteit van de stapel zeer belangrijk.

Sedert hij in het bedrijf gekomen is, is de oppervlakte verdubbeld. Op dit ogenblik baat de familie Neuville 145 ha uit. “Door de uitbreiding van de oppervlakte is de veebezetting per ha gedaald, waardoor er dus minder intensief moet uitgebaat worden, met minder input.” Het einddoel van onze gastheer is om volledig zelfvoorzienend te worden, zowel op gebied van ruwvoeders als van granen. Dat is op dit ogenblik reeds het geval vooral het jongvee.

De melkkoeien verblijven tussen half-april en half-oktober op de weide. Ze worden dan bijgevoederd met korrelmaïs en een eiwitcorrector, die alle twee aangekocht worden.

“Voor de permanente weiden op het bedrijf volgen we een strikt lastenboek dat gericht is op duurzaamheid. Wij werken met als doel een meer ethische melkveehouderij te bekomen, met een economische melkproductie van hoge kwaliteit en een gunstige impact op het milieu. Wij nemen trouwens deel aan heel wat agro-milieumaatregelen verbonden aan permanente weiden en ook aan het in stand houden van de natuurlijke fauna .”

Partnerschappen

tussen veehouders

Al die stappen worden ook gezet in de hoop een betere valorisatie van zijn productie te bekomen. “Met een veestapel die steeds maar gegroeid is, zijn we er in geslaagd de gemiddelde kwaliteit op peil te houden. De homogeniteit is trouwens een commerciële troef en laat ons toe om fokdieren te verkopen. Er worden geen natuurlijke dekkingen gedaan. Alles verloopt via kunstmatige inseminatie of embryotransplantatie.” Er worden een tiental embryo’s gewonnen bij de beste koeien.

De meeste worden dan geplaatst bij de minder goede koeien op zijn bedrijf, maar anderzijds werkt hij ook samen met andere veehouders die hetzelfde sanitair statuut hebben. Alle stierkalveren die uit die embryo’s worden geboren, komen naar het bedrijf terug, maar van de elders geboren vaarskalveren blijft er één op twee op het andere bedrijf.

Hautmont Hill is één van de weinige bedrijven die fokstieren verkopen. “We zijn met de verkoop van fokstieren begonnen in 1996 bij de opendeurdag naar aanleiding van de bouw van de nieuwe stal. De vraag bleef maar groeien en er werden steeds meer fokstieren verkocht. Vandaag hebben we er zelfs te weinig! Elk jaar gaat het om een veertigtal fokstiertjes.

Ze vertrekken gewoonlijk op een ouderdom van 15 maanden, maar de vraag is nu zo groot dat ze vanaf 12 maanden het bedrijf verlaten.” Volgens onze gastheer kan het succes verklaard worden door het feit dat hij steeds de top van de genetica heeft nagestreefd. “Wij kiezen voor de top 1 % van de genetica voor de stieren. Wij kijken niet naar de prijs, want het aspect kwaliteit primeert.”

Naast de kwaliteit is ook het sanitair aspect belangrijk. “Wij bieden de garantie dat wij gezonde dieren leveren. Wij doen slechts een beroep op een veehandelaar voor de reformekoeien. Voor de verkoop van fokdieren heb ik mijn eigen veetransportwagen. Wanneer ik een fokdier kan verkopen aan de buur van een vroegere klant, dan ben ik tevreden. Dat betekent immers dat de mond-tot-mondreclame goed heeft gewerkt…”

Naar P-Y L.

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken