Startpagina Actueel

Wat vinden studenten van het nieuwe graduaat (HBO5)?

Op hogeschool Thomas More in Geel volgen Amanda, Kim en Shayenka lessen bij de bachelorstudenten Land- en Tuinbouw, zonder dat ze dat diploma willen. Zo vergaren ze vrijstellingen voor het volgende schooljaar, wanneer ze terechtkunnen in de langverwachte graduaatsopleiding Productiebeheer Land- en Tuinbouw.

Leestijd : 4 min

Van de drie studenten heeft enkel Kim thuis een landbouwbedrijf, met vlees- en melkvee. Amanda en Shayenka hebben geen ouderlijk bedrijf om over te nemen. Toch dromen ze allebei van een interessante job op een landbouwbedrijf. Kim op haar beurt voelt zich helemaal niet opgewassen tegen de grote blokken theorie en intense examenperiodes die de bacheloropleiding kenmerken.

Waar komt jullie interesse in landbouw vandaan?

Kim: “Thuis, in Lummen, hebben we 800 vleeskalveren en 50 melkkoeien. Ik wil later meewerken op het bedrijf met papa.”

Shayenka: “Als kind verzorgde ik vogels in het opvangcentrum in Kieldrecht. Later ging ik vaak helpen op landbouwbedrijven. In het derde middelbaar heb ik dan voor landbouw gekozen.”

Amanda: “Iemand waarmee ik in de gitaarles zat, sprak vaak over hun landbouwbedrijf thuis. Ik raakte erdoor gefascineerd en heb dan ook voor landbouw gekozen in het derde middelbaar.”

Waarom willen jullie verder studeren in de landbouw?

Amanda: “Ik wil een goed diploma.”

Shayenka: “Niemand neemt je aan met een secundair diploma, tenzij voor repetitieve jobs. Ik wil een goede job hebben in de landbouwsector. Met een graduaat krijg je minder ‘rotjobkes’, want je hebt een diploma.”

Kim: “Als je zoals ik een diploma dierenzorg uit het beroeps hebt, denken veehouders al snel dat je alleen aan de slag kan met konijnen. Ik wil met rundvee werken.”

Waarom zijn jullie begonnen aan de bacheloropleiding?

Kim: (beslist) “Omdat de graduaatsopleiding nog niet bestond dit jaar.”

Amanda: “Ik ben gestart in het eerste jaar van de bacheloropleiding om te zien wat ik aankon. Ik kom net als Kim uit het beroepsonderwijs, dus was ik voorzichtig. Ik heb op voorhand enkele vakken laten vallen, maar mijn eerste examens liepen niet zoals verwacht. Ik zal nog een tandje moeten bijsteken.”

Shayenka: “Ik heb technische gevolgd in het middelbaar, en dat ging goed, dus leek de bachelor landbouw een logische keuze. Jammer, maar ook bij mij vielen de eerste examens hier tegen. Ik ben de hele dag aan het leren en toch gaat het er niet in. Ik hoor dat sommige klasgenoten veel van de leerstof ook niet snappen, maar alles gewoon van buiten blokken. Dat kan ik niet. Ik vind dat je het helemaal moet begrijpen en vooral ook kunnen gebruiken.”

Wat maakt dat het graduaat jullie beter zal liggen?

Kim: “Er zijn vier modules per jaar. We zullen dus vier keer per jaar examens zullen afleggen, in plaats van twee, zoals bij de bachelors. Ik had nooit eerder examens gehad, en dan moet je ineens leerstof van een half jaar instuderen. Twee keer per jaar examens, dat leidt bij mij tot uitstelgedrag.”

Shayenka: “Het tempo is rustiger in de graduaatsopleiding. De docenten geven de leerstof meer gespreid en kunnen er dieper op ingaan. Bovendien gebeurt het lesgeven meer praktijkgericht. Als ik iets zie in de praktijk, dringt het beter door. Drie jaar stilzitten is gewoon niets voor mij.”

Dan verwachten jullie veel van het werkplek-leren?

Shayenka: “Leren van de boer zelf, op zijn bedrijf, zal voor mij veel makkelijker gaan. Die manier van werken inspireert meer. Dan zie ik zo iemand bezig, en denk ik: dat wil ik ook kunnen. Nadien zoek ik thuis alles verder uit. Ik ben ervan overtuigd dat ik zo meer inzicht ga krijgen. Je kan veel over koeien leren door te studeren, maar je hoeft maar één voet op een melkveehouderij te zetten om te beseffen: je weet nog niet de helft.”

Kim: “Een actieve landbouwer heeft toch een ander zicht op de praktijk dan een docent die het uit een boek heeft geleerd. Ze hebben gewoon meer ervaring.”

Op welk type bedrijven

komen jullie later graag terecht?

Amanda: “Melkvee interesseert me het meest. Daar heb ik al het meest contact mee gehad. Mijn vriend heeft melkkoeien, met een ijshoeve. Maar alles wat van dicht en ver met het boerenhof te maken heeft, vind ik interessant.”

Shayenka: “Mijn vriend heeft ook een melkveebedrijf. Ik werk er elk weekend. Zo’n job zou ik graag voltijds doen. Zelf zal ik geen melkveebedrijf kunnen opstarten, en er zijn niet veel melkveehouders die iemand aannemen van buiten de familie. Vorig jaar maakte ik mijn eindwerk over genetica bij melkvee. Een job bij CRV lijkt me ook heel tof: insemineren, bij mensen op bezoek gaan, schatten hoeveel een koe zal produceren...”

Kim: “Kan ik niet met vleeskalveren werken, dan vind ik de veevoedersector nog interessant. Thuis is er één keer iets misgegaan met poedermelk, en toen zaten alle leidingen verstopt. Het is een belangrijk aspect van de bedrijfsvoering.”

Ik hoor veel beperkingen.

Wat als je kon kiezen zonder?

Amanda: “Dan zou ik met mijn vriend het melkveebedrijf overnemen.”

Shayenka: “Ik ook. Dan breiden we uit. We zetten nieuwe melkveestallen, en dan bouwen we er nog een huis bij.

Kim: “Als ik bij mijn papa in het bedrijf stap, zetten we extra stallen voor vleesvee, en stoten we de melkkoeien af. Dat zegt papa al lang, maar als ik erbij kom, gaat hij dat wel doen.”

Shayenka: “Het blijven dromen. Je weet niet of de liefde voor eeuwig zal duren. Ik wil mijn graduaatsdiploma halen om sowieso zelf iets te kunnen doen.”

Kim: “Als de graduaatsopleiding er niet was gekomen, waren we alledrie vast al gestopt.”

DC

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken