Startpagina Economie

5% meer zelfstandigen in de landbouwsector in 2018

Het voorbije jaar is het aantal zelfstandigen en het aantal starters in België opnieuw toegenomen. Ook het aantal zelfstandigen en helpers van niet-Belgische nationaliteit is gestegen. De gemiddelde netto-inkomsten zijn weliswaar licht gedaald, zo blijkt donderdag uit het jaarverslag van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ). Het sociaal statuut van de zelfstandige bestond vorig jaar vijftig jaar.

Leestijd : 2 min

In 2018 waren er in België in totaal 1.112.646 zelfstandigen, 723.206 mannen en 389.440 vrouwen. In vergelijking met 2017 gaat het om een stijging van 24.883 eenheden of 2,29%. Het merendeel van die zelfstandigen bevond zich in het Nederlands taalgebied (682.436). In Franstalige België waren dat er vorig jaar 300.128, in Brussel 110.492 en in het Duitse taalgebied 6.388.

Daarnaast waren er vorig jaar ook 13.202 zelfstandigen die niet in België gedomicilieerd zijn, maar wel in ons land hun activiteit uitoefenen. Bij de vrije beroepen stelde het RSVZ opnieuw een sterk stijgende tendens vast: van 329.264 naar 341.936 of 3,85%. De nijverheid ging dat van 243.308 naar 251.810 (+ 3,49%).

In de primaire sector ging het om een stijging van 5,31%. In de landbouw is er een toename van 5,35% (van 91.749 naar 96.658) terwijl de visserij terugvalt met 0,88% (van 569 naar 564). De dienstensector zag een lichte stijging met 0,35% (van 81.256 naar 81.539). De handel kende een kleine daling van -0,89% (van 330.042 naar 327.090).

Vorig jaar nam ook het aantal starters opnieuw toe. In 2018 waren er 119.000 starters in België, tegenover 114.601 in 2017. Van die starters in 2018 hadden er 32.533 een niet-Belgische nationaliteit. De grootste groep onder hen is Roemeens, dan Nederlands en dan Bulgaars. In totaal telt het RSVZ vorig jaar 134.289 aangesloten zelfstandigen en helpers die niet de Belgische nationaliteit hebben. Vergeleken met 2017 gaat het om een stijging van 11,9%. De Roemeense, Nederlandse en Franse nationaliteiten zijn het sterkst vertegenwoordigd.

De gemiddelde netto-inkomsten vormen de basis voor de berekening van de sociale bijdragen. Die inkomsten zijn gedaald in 2018. Het gemiddeld referte-inkomen 2015, waarop de voorlopige bijdragen voor 2018 worden berekend, bedroeg 22.415,99 euro, of een daling van -3,11% tegenover 2017. Toen was dit voor de referte-inkomsten 2014 (voor de voorlopige bijdragen voor 2017) nog 23.135,56 euro.

Sinds 1 januari 2017 kunnen studenten die een zelfstandige activiteit uitoefenen, genieten van een nieuw statuut student-zelfstandige. Op 31 december 2018 stond de teller op 6.283 student-zelfstandigen. Dit is een stijging van 1.275 eenheden of 25,46% ten opzichte van 2017. De meerderheid van hen bevond zich in 2018 bij de vrije beroepen (43,04%). Het aantal gepensioneerden in het stelsel van de zelfstandigen is verder toegenomen: van 541.634 op 1 januari 2017 tot 551.184 op 1 januari 2018. De stijging gaat vooral om de personen die een rustpensioen als alleenstaande genieten.

Belga

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken