Startpagina Edito

Edito: Voor wie is die (landbouw)grond?

Vorige week kwam uit het PDPO-project “Hergebruik hoeves, een uitdaging” een opmerkelijke conclusie. In Oost-Vlaanderen zou bijna 40% van de vrijgekomen hoeves worden omgebouwd tot villa’s. Met andere woorden, het platteland ‘verstedelijkt’. De omliggende landbouwgronden ‘vertuinen’ en met het toenemend

aantal paarden wordt ook de term ‘verpaarding’ gebruikt.

Leestijd : 2 min

Ergens doet vermoeden dat die trend niet alleen in Oost-Vlaanderen geldt. Grond is schaars, en grond delen zit er – tot nu toe – niet altijd in. Sommigen maken er geen drukte om. Het landschap blijft weids, tot groot jolijt van de wandelende en fietsende bevolking. Enkel de grazende fauna verandert. Meer hobbydieren, en dan vooral paarden, maken deel uit van het landschap. Op 8% van de onderzochte Oost-Vlaamse hoeves zouden paarden gehouden worden. 5,5 % is hobbypaardenhouderij en maneges, de andere 2,5% is professioneel paardenfokker. Die laatste vindt de hetze rond verpaarding overdreven. Paarden zouden immers een hogere opbrengst leveren dan traditionele landbouw, kwam ons ter oren. Volgens een studie van het departement Landbouw en Visserij in 2016 bleek de Vlaamse paardensector in 2014 een omzet te draaien van 800 miljoen euro en stond 70% van de Belgische paardachtigen (paarden en ezels) in Vlaanderen.

Heel wat landbouwers zijn niet opgezet met de zogenaamde verstedelijking van het platteland. Mensen zoeken rust en groen. Velen verkiezen daarom het platteland om in een rustige levensstijl te voorzien. Aan het platteland is onlosmakelijk de landbouw verbonden. En daar hangt af en toe een geurtje, kraaien hanen en rijdt wel eens een luid ronkende tractor je voordeur voorbij. Voor de een is het pure charme, voor de ander een reden om een advocaat onder de arm te nemen en hun landbouwperikelen te verminderen, ten nadele van de boer.

Vast staat dat door het innemen van landbouwgrond voor villa’s de prijzen van de gronden op het platteland de hoogte in zullen gaan. Met de betonstop in het achterhoofd, is het al moeilijk om grond te vinden, laat staan betaalbare grond. Hoe de nieuwe generatie landbouwers - die algemeen gezien niet zo kapitaalkrachtig is - hiermee om moet gaan, is nog maar een vraag. Slechts 10,5% van de vrijgekomen hoeves in Oost-Vlaanderen komt terug in de landbouw, en dat eerder door boerende buren dan door jongeren.

Het is zo dat traditionele landbouw het moeilijker krijgt in de sector. Het alternatief, niet grond gebonden landbouw zoals melkveehouderij met weinig grond, lijkt zich op te dringen in tijden van schaarste in grond en een toenemende bevolking. Toch blijft de traditionele landbouw een deel van ons Vlaams platteland. Het is niet de bedoeling dat onze landbouw uitgroeit naar Vlaams erfgoed, maar een volwaardige plaats mag behouden in onze maatschappij.

Marlies Vleugels

Lees ook in Edito

Meer artikelen bekijken