Startpagina Economie

Machinebouwers nemen maatregelen tegen corona

Het coronavirus zet machinebouwers in Italië maar ook daarbuiten aan tot maatregelen. CNH Industrial legt fabrieken in Noord-Italië stil. Fabrieken van andere Italiaanse machinebouwers Argo en Same Deutz Fahr draaien nog maar voor het transport worden hygiënemaatregelen getroffen. John Deere en Agco zetten voor kantoorpersoneel in op telewerken en het afbreken van reizen naar China en Italië. Fabriekspersoneel wordt verder uit elkaar geplaatst.

Leestijd : 3 min

CNH Industrial, het bedrijf achter New Holland en Case-IH, heeft 4 fabrieken in Noord-Italië stilgelegd. De fabrieken worden grondig gereinigd en anders ingedeeld, zodat in bijvoorbeeld kantines en productielijnen meer ruimte tussen werknemers ontstaat. Het gaat om fabrieken in Brescia, Suzzara, Piacenza en San Mauro Torinese waar een breed scala aan machines wordt gebouwd. Ook worden waar mogelijk en noodzakelijk gezichtsmaskers gedragen.

CNH Industrial – geleid vanuit Turijn - is de grootste van de vele Italiaanse machinemerken. In België maakt het bedrijf transmissies in de Antwerpse haven. In Zedelgem worden onder meer maaidorsers en balenpersen gemaakt. Manager marketing en communicatie Evelyne Vandevyvere zegt dat personeel best onrustig werd, maar dat de productie vooralsnog doorloopt. “Er is voorraad en we worden beleverd. Wel hebben we in de fabriek alle door de overheid gevraagde maatregelen getroffen. Wie op bezoek komt, moet ervoor tekenen niet in Italië, China of Korea te zijn geweest.”

Transport onder strenge voorwaarden

Argi is de Benelux-importeur van Italiaanse machines. Het daat om Landini en McCormick-tractoren, Agricola zaaitechniek, en grondbewerking van Celli. “De fabrieken draaien door”, weet Argi-eigenaar en directeur Gerard Zweers. “Maar voor het transport zijn veel speciale maatregelen opgelegd. Zo komen de chauffeurs niet meer in contact met het fabriekspersoneel. De vrachtpapieren worden niet langer meer meegegeven, maar gemaild.”

De chauffeurs mogen bij het lossen ook maar heel even uit de vrachtwagen komen. “Twee minuten. Een beetje rondlopen is er even niet bij. We nemen die regels heel serieus, want van de Italiaanse kant horen we hoe serieus de situatie is. Dat wil je hier niet krijgen.” Het zijn overigens regels van de Italiaanse overheid, zoals doorgegeven door de groep Argo, dat trekkers bouwt in Fabbrico, niet ver van Bologna en net buiten de meest getroffen regio’s Lombardije en Piëmont.

Same Deutz Fahr draait ook nog door, weet sales support manager Johan Dijkstra. “Ik weet dat ze hier en daar met minder mankracht werken en rouleren, maar vooralsnog wordt alles aan machines en onderdelen wel uitgeleverd.” Hij bevestigt dat de logistiek gepaard gaat met nieuwe maatregelen. Het is volgens hem klein leed. “Zeker als je bedenkt hoe het anders uit de hand kan lopen.”

Het Amerikaanse bedrijf Agco, eigenaar van Massey Ferguson (MF), Valtra en Fendt, grijpt ook in. De zogeheten MF Experience Tour die in februari en maart door Italië zou reizen, is afgeblazen. Het gaat om een promotietour.

China-factor

Elders speelt vooral het coronavirus in China een rol. De logistiek in China ligt deels stil door een tekort aan mankracht en containers. Veel Chinezen blijven uit angst weg van hun werk, of zijn nog in gebieden die onder quarantaine zijn. In februari leidde dit tot bevoorradingsproblemen. Het Britse JCB bijvoorbeeld - dat onder meer verreikers maakt- verkortte daarom de werkweek van 4.000 werknemers in het Verenigd Koninkrijk van 39 naar 34 uur.

In maart verbeterde de toelevering. De vrees is nu dat onderdelen uit Italië of Zuid-Korea door het virus niet kunnen komen. In Italië produceren niet alle fabrieken volledig verder. In Zuid-Korea is de uitbraak ook ernstig, en is een keteneffect gaande. De Koreanen krijgen zelf onderdelen niet uit China geleverd, die ze gebruiken voor hun productie.

John Deere sloot in januari tijdelijk haar megafabriek in Tianjin, niet heel ver van Beijing. Inmiddels is die weer geopend maar het concern reserveerde alvast tientallen miljoenen dollars extra voor luchtvracht, waarmee ze gebrek aan onderdelen en langzamere levering via boten kan opvangen.

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken