Startpagina Akkerbouw

Vergeet gewasbescherming niet, naast het zaaien en planten

Terwijl velen in de ban zijn van Covid-19, hun gezondheid en de economische crisis, startten de zaai- en plantwerkzaamheden opnieuw. Want de boer hij ploegde voort.

Leestijd : 7 min

Bieten, vlas en uien zijn de eerste gewassen die nu in zeer snel tempo gezaaid worden door de droge omstandigheden. Voor deze zaaiwerken is het te hopen dat we straks ook eens een paar malse regenbuien krijgen voor een goed resultaat. Aardappelen worden volop geplant en ook werd reeds gestart met planten en zaaien van groenten zoals spinazie en bloemkool.

Doch in dit artikel willen we vooral de granen belichten.

Uitzaai: van droog naar nat en koud

De zaai van onze granen eind vorig jaar startte heel droog eind september. Vanaf oktober kregen we echter veelvuldig regen en die regen bleef aanhouden, zodat het steeds natter en natter werd. De vroeg gezaaide percelen staan er dan ook merkelijk beter bij dan de laat gezaaide.

Daarbovenop kregen we na half november lagere temperaturen zodat voor dit zaad het een dubbeltje op zijn kant was tussen groeien en rotten. Zo zien we in deze percelen nogal wat mindere plaatsen in standdichtheid. Bij een paar percelen is deze zelfs algemeen te laag.

De opbrengst van granen is het product van het aantal aren en het gewicht aan graan in de aar. Standdichtheden van 50 planten/m² halen maximaal 8 aren per plant en dus slechts 400-450 aren/m². Wetende dat het optimale aargewicht in graan rond 2 g ligt per aar, is dit plantaantal dus het minimum om verder te investeren. Bij lagere standen wordt dit gewas beter vernietigd.

In tarwe wordt gestreefd naar minstens 700 aren/m² aan 2 g graan per aar. Dit optimum kunnen we natuurlijk maar aanhouden zolang ons gewas perfect gezond blijft, geen remming door onkruid of luizen en virussen kent en voldoende water en voedingsstoffen krijgt en kan opnemen.

Deze standdichtheid van 700 aren/m² of meer halen we gemakkelijkst met 250-300 planten per m².

Onkruidbestrijding in gerst

De uitzaai van gerst verliep zeer vlot en de opkomst was zeer goed. De planten stonden reeds in goed gewortelde toestand toen het meer begon te regenen zodat deze hier weinig last van hadden.

De planten konden de ganse winter in goede gezondheidstoestand blijven doordat de warmte toch zorgde voor een voldoende voedingstoestand. Enkel in februari kregen we zoveel neerslag dat de bovenste grondlaag verarmde in mineralen en we er daarna door de koude nachten verkleuring zagen.

Wintergerst wordt traditioneel voor de winter behandeld tegen onkruid. Deze behandelingen werkten deze winter perfect. Meestal is een correctie dan ook niet nodig. Vooral vogelmuur of kamille kan eventueel nog om een bestrijding vragen.

Primus aan 100 cc per ha is hier voldoende. Primstar aan 1 l of Primus Perfect aan 150 cc is beter indien er ook nog klein kruiskruid bestreden dient te worden. Doe dit indien nodig spoedig, aangezien de eerste bemesting het gewas snel zal doen dichtgroeien.

Groei reguleren in gerst

De volgende stap in gerst is een groeiregulator samen met een fungicide en insecticide. Een middel met sporenelement van mangaan en magnesium kan nuttig zijn. Gebruik liefst de chelaatvormen.

Als groeiregulatoren in gerst hebben we verschillende keuzes. Voor een geslaagde toepassing hebben we een fris groen gewas nodig dat in de groei zit. Op een stilstaande groei en bij nachtvorst zijn deze uit den boze.

In gerst zijn Medax Top aan 0,8 - 1 l of Moddus-familie/Optimus 0,5 - 0,7 l/ha de meest gebruikte middelen.

De nieuwe Percivalfamilie houden we beter voor de tweede versteviging, maar kan en mag zeker ook als eerste versteviger aan 0,5 kg/ha.

Stadium 1e tot 1e - 2e knoop is in gerst ideaal (+/-20 cm hoogte) om te verkorten en de eerste fungicidebehandeling toe te dienen.

Let bij de eerste behandeling in gerst zeker op voor bladluizen.

Bladluistellingen lopen op

Ook voor bladluizen was de winter mild. De Argento zaadontsmetting stopte dus al het zaad is onbeschermd. Gelukkig kennen we in deze teelt wel meerdere tolerante rassen tegen het dwergvergelingsvirus. De bladluistellingen lopen op de laatste weken! Niet verwonderlijk want bij het vernietigen van de groenbemesters merkten we reeds op dat ook deze redelijk wat luizen bevatten. De luizen zijn nu op zoek naar frisse planten. En de gele kleur van gerst trekt hen nog meer aan.

IPM verplicht ons om onze percelen te gaan controleren op luizen. Dit doe je best op zonnige namiddagen. Indien je luizen opmerkt wordt aangeraden een behandeling niet lang meer uit te stellen. Insecticiden zijn mengbaar met alle andere producten en er zijn vele erkenningen.

In graanvelden worden al luizen waargenomen  zoals hier bij wintergerst.
In graanvelden worden al luizen waargenomen zoals hier bij wintergerst. - Foto: LVC

Fungicidetoepassing in gerst

Als ziektemiddel is het best epoxiconazool bevattende middelen te gebruiken aangezien deze actieve stof recentelijk een opgebruiktermijn kreeg op 31/10/2020.

Een genre Opus, Granovo, Diamant, Adexar, Ceriax, Palazzo, Seguris, … is perfect.

Daarna kan tegen eind april de tweede stikstoffractie gegeven worden. In totaal rekent men voor gerst op een 140-160 eenheden N-gift.

De tweede groeiregulatie en fungicidebehandeling volgt normaal tegen 10 mei en zal er dus ook snel zijn.

Stadium laatste blad zonder dat de aar zichtbaar is, is een zeer korte periode in gerst. Dit is het ideale tijdstip voor de tweede groeiregulatie en aarziektebehandeling.

Bemesting in tarwe

De eerste fractie stikstof werd ondertussen overal toegediend. Op de volle werking ervan is het wachten tot we wat regen krijgen en de bodemtemperaturen stijgen. Dit zien we aan de kleur die de laatste 14 dagen verslechterde ondanks onze bemesting.

Het verschil in dag- en nachttemperatuur doet de plant fysiologisch lijden. Maar dit komt zeer snel goed indien onze gronden door de warmere temperaturen de nodige elementen vrijstellen. Want de granen staan gezond en de wortels kunnen dus alle nodige elementen opnemen.

Mangaangebrek in tarwe.
Mangaangebrek in tarwe. - Foto: LVC

Voorjaarsonkruidbestrijding

In de voorjaarsonkruidbestrijding kunnen we 3 werkingsmechanismen onderscheiden: bodemherbiciden, bladherbiciden met contactwerking en bladherbiciden met systhemische werking. Daarnaast kan men ze opdelen in grassenmiddelen en breedbladige middelen.

Vele middelen bevatten echter meerdere actieve stoffen. Door een combinatie te maken wordt het schema compleet. De middelenkeuze hangt in eerste instantie af van welke grasachtige problemen verwacht worden in tarwe.

Tegen windhalm en duist zijn er het Sigma, Capri en Axial gamma. Deze worden meestal als basis gebruikt.

Tegen resistente duist wordt best een mengeling van Sigma en Capri aan hoge dosissen gebruikt.

Tegen kweekgras (pemen) kunnen best Monitor (sulfosulfuron) aan 25 g of Attribut aan 60 g ingezet worden.

De actieve stof van Attribut is propoxycarbazon-natrium, met dezelfde werkingswijze (remming van acetolactaat-synthase) als deze van de sulfonylureumverbindingen. Het middel is actief op niet-resistente duist, windhalm en kweek, maar doet niets op straatgras. Let wel op want aan deze dosis heeft de actieve stof nog werking op kruisbloemige groenbemesters na de tarwe.

Dezelfde actieve stof vinden we ook terug in Sigma Flex maar aan beperktere dosis zodat kruisbloemige groenbemesters wel kunnen na gebruik van dit product.

Tegen raaigrasopslag en wilde haver kiest men best voor Axial of Axeo aan 0,9 l/ha. Tegen wilde haver kan ook het Capri of Sigma gamma. Tegen straatgras kan Hussar Ultra aan 100 ml/ha of Kalenkoa aan 1 l waar reeds 50 ml Hussar Ultra in zit. Daarnaast kan (moet) men deze grassenmiddelen aanvullen met middelen die ook tegen breedbladigen werken.

Tarwepercelen bekijken (of door uw teeltbegeleider laten bekijken) geeft uitsluitsel over welk soorten onkruid erin staan en bepaalt het correctieschema.

Primus aan 75-100 cc is een vaak gebruikt dicotyl contactmiddel. Vooral tegen vogelmuur, varkensgras, kamille, kleefkruid is het sterk. Tegen groter klein kruiskruid is Primus Perfect aan 150 cc beter. Dit middel is een menging van Primus met Matrigon.

Verkleuring in graanveld door het grote verschil in dag- en nachttemperatuur.
Verkleuring in graanveld door het grote verschil in dag- en nachttemperatuur. - Foto: LVC

Groeiregulatie en fungicidebehandeling

Groeiregulatoren en een eerste fungicide zullen samen kunnen gebeuren tussen 20 april en eind april, en dit in het stadium tussen aar 1 cm en 1-2 knoop. Dit zien we door het overlangs doorsnijden van de grootste opgerichte stengels.

Onderaan de basis van de plant is de aar reeds zichtbaar. Wanneer deze dus 1 cm los gegroeid is van de basis spreken we van stadium aar 1 cm. Vanaf dit stadium kan men groeiregulatoren toepassen. Technisch gezien is aar 1 cm tot 1e knoop het juiste tijdstip voor tarwe.

Indien het over langere rassen gaat of rijkere gronden kan een tweede verkorting nodig zijn, zeker wanneer in dit stadium de bemesting ten volle tot haar recht begint te komen.

Hier is het dan raadzaam de eerste verkorting minstens een 10-tal dagen voor de fungicidebehandeling te zetten en dus de tweede groeiregulator dan samen met de fungicide toe te passen.

Als eerste groeiregulator kunnen volgende schema’s:

- Percivalfamilie aan 0,4 - 0,5 kg/ha,

- Cycocel aan 1 l/ha,

- de Moddus-familie aan 0,4 - 0,5 l/ha,

- de combinatie Cycocel 0,75 l + de Moddus-familie aan 0,2 - 0,4 l.

Als tweede groeiregulator kan:

- Medax Top aan 0,4 - 0,6 l/ha,

- Percivalfamilie 0,25 - 0,5 kg /ha.

Als fungicide zijn de triazolen epoxiconazole en prothioconazole het sterkst tegen septoria. Tegen gele roest is dit epoxiconazole, tebuconazole en cyproconazole. Ook metconazole, fenpropimorph, spiroxamine, prochloraz hebben hun waarde ter aanvulling. Een middel met 2 triazolen eventueel met nog een derde molecule uit een andere familie is de beste keuze.

Verder leerden we op fungicidevlak uit de vorige jaren vooral dat toevoegen van 1 l chloorthalonil (Bravo, Balear,…) zeker de kostprijs overstijgt en dus rendabel is. Deze multisite fungicide draagt bij tot de gezondheid van het gewas. Dit wordt dus een standaard bij de eerste fungicidebehandeling in tarwe.

Dit jaar is het laatste jaar dat we dit kunnen doen. Tot 20 mei is dit product nog erkend. Ook alle epoxyconazool bevattende fungiciden moeten opgebruikt worden.

Bladluizen

Voor bladluizen kijken we het best eens in het gewas en voegen we indien nodig een insecticide toe.

Ook hier kan eveneens een bladvoedingsmiddel met mangaan en magnesium nuttig zijn.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Akkerbouw

Bruine roest breidt uit in wintertarwe

Granen Waarnemingen in graanpercelen tonen een zekere uitbreiding van bruine roest, zo meldt het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Septoria blijft uiteraard aanwezig en zal door het buiige weer verder moeten opgevolgd worden. Ook de gevoelige variëteiten voor gele roest moeten in het oog worden gehouden.
Meer artikelen bekijken