Startpagina Akkerbouw

Klein kruiskruid, nieuw groot probleem

Reeds meerdere jaren voelen we de komst van een nieuw probleemonkruid aan, namelijk klein kruiskruid (Senecio vulgaris). Dit is een composiet die door het verdwijnen van herbiciden blijkbaar meer en meer moeilijkheden geeft in verschillende teelten.

Leestijd : 3 min

Klein kruiskruid is 7 tot 30 cm groot. De stengels zijn niet of weinig vertakt en vaak behaard. De bloemen zijn pluizig. In de aardappelteelt zien we, op lichte gronden, hier meer en meer problemen mee.

Middelen verdwijnen

Asulam was in meerdere teelten een goed bestrijder van klein kruiskruid. Als straks ook nog eens bromoxynil (Bromotril SC, Xinca) moest verdwijnen zullen er opnieuw een aantal teelten gevoelig zijn voor klein kruiskruid.

Vaak zien we op recent geoogste uienvelden snel groeiend en bloeiend klein kruiskruid opkomen.

In graslanden en weiden zien we het ook steeds vaker. Waarbij een verspreiding door de transitie maaien - inkuilen - voeren - bemesten zeker niet ondenkbeeldig is.

Giftigheid blijft

Bij begrazen wordt deze plant niet opgenomen door de bittere smaak en geur. Bij overvloedige aanwezigheid in hooi kunnen de gifstoffen Pyrolizidine Alkaloïden (PA’s) voor acute en chronische leververgiftiging zorgen bij runderen en vooral bij paarden. Ook in gedroogde toestand blijft de giftigheid van de plant werken. Net voor bloei is deze in de plant zelfs het hoogst.

Gevoelig voor resistentie

In tarwe – waar we jaren na de Bacara (flurtamone + diflufenican) behandeling na zaai zagen dat klein kruiskruid steeds overbleef in het voorjaar – voelen we dat een correctie met Primus, Matrigon, Biathlon, Capri-familie, Sigma-familie niet meer voldoende werkt.

Na een behandeling zien we in het beste geval wat effect op de bladeren en ook enkel bloemknoppen. Maar er zijn ook bloemknoppen die ontsnappen en dan als reactie in bloei komen en zaad vormen. Door deze ‘zaad-maak-reflex’ is dit onkruid uitermate gevoelig om resistentie aan te maken.

Dit onkruid heeft vele biologische eigenschappen om herbicideresistent te worden. Dit jaar toonde professor Benny de Cauwer reeds ALS-resistentie aan bij klein kruiskruid. Waar vroeger ook al resistentie tegen Simazin werd aangetoond. Dit wetende kan men min of meer verder resistentie voorspellen. Zeker nu ook goed werkende moleculen als Linuron en Asulox in de groenteteelt weg zijn, zal dit nog versnellen.

In stresssituaties gaat deze plant in een reflex naar zaadvorming. 1.700 zaden per plant wordt aangenomen als gemiddeld. Wat dus de kans om resistentie op te bouwen groot maakt. Ook is het weinig temperatuur gevoelig. Klein kruiskruid kan tegen koude (zelfs enkele graden vorst) en droogte. Het groeit ook op arme bodems en tussen stenen. Het is bovendien een zelfbestuiver en heeft geen hulp nodig. Er zijn meerdere generaties per jaar en er is nauwelijks dormantie (groeistop door bijvoorbeeld koude) en een grote zaadvoorraad in de grond, dit vooral op lichtere gronden. Er bestaan dus veel kansen op mutaties die de herbicidebehandelingen overleven.

Europa wordt wakker

Het wordt hoog tijd dat Europa bij de beoordeling van actieve stoffen ook de positieve effecten ziet want door het verdwijnen van meerdere actieve stoffen aan deze snelheid zullen er gigantische problemen ontstaan in onze teelten. Beseft men dit ten volle? Gaat men straks aan de burgers uitleggen dat we groentesoorten moeten invoeren door dit beleid waar men producten gebruikt die hier verboden zijn.

Nu hebben we toch de indruk dat men vele moleculen schrapt omdat er dan op een of ander vlak – milieu, ecologisch of risico – winst wordt gemaakt. Maar rekent men ook de verliezen? Als men alle moleculen verbiedt, zullen we inderdaad het minst risico lopen en kunnen we alles invoeren vanuit streken waar men deze moleculen wel gebruikt om ons te voeden. Men houdt geen rekening met mogelijke probleemonkruiden, resistentieopbouw per teelt. Ook de giftigheid van onkruiden en onkruidzaden die in onze voedselketen kunnen komen, laat men buiten beschouwing, evenals de giftigheid van schimmels.

Hopelijk beseft men door deze coronacrisis dat het zeer belangrijk is om basisbehoeften zoals voeding (gewasbeschermingsmiddelen), medische producten (geneesmiddelen) en beschermingsmiddelen lokaal te verankeren!

Want wat geeft het voor zin CIPC te verbieden terwijl andere continenten deze net voor 15 jaar verlengen. Leven daar andere mensensoorten? Dient voedselveiligheid niet mondiaal gelijk te zijn?

Is het verdwijnen van bepaalde groentesoorten uit ons voedingspatroon niet ongezonder dan ze te laten bestaan? Hoe frustrerend is het de rapporten van United States Environmental Protection Agency (US EPA) te kunnen lezen op het internet die andere zaken besluiten over bijvoorbeeld Chloorprofam in de aardappelbewaring dan de Europese EFSA.

Beleidsmaker neem deze crisis aan om op dit punt toch ook andere aspecten te aanschouwen.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken