Startpagina Actueel

Winderosie in Vlaanderen: extra ILVO-onderzoek nodig?

Landbouwminister Hilde Crevits bekijkt met haar administratie en met het Vlaams onderzoekscentrum ILVO of bijkomend onderzoek rond winderosie noodzakelijk is. “Boeren met erosiegevoelige gronden nemen nu al maatregelen. Maar ik kan begrip opbrengen voor de vraag naar extra studies.”

Leestijd : 4 min

Weinig regen en veel wind. We kunnen er in Vlaanderen over mee spreken. “Daardoor wordt de vruchtbare bovenste laag van landbouwpercelen, voornamelijk in het noorden van Vlaanderen, door zandwolken en windhozen meegenomen”, stelt Joris Nachtergaele, Vlaams parlementslid voor N-VA.

Risico op erosie toegenomen

Jan Vermang, beleidsmedewerker Bodem bij het departement Omgeving, gaf in een reactie aan dat winderosie minder voorkomt dan watererosie, maar volgens hem blijkt dit echter geen zeldzaam fenomeen meer. “Door het verdwijnen van windbrekende effecten zoals hagen rond zanderige gronden is het risico op winderosie de voorbije jaren toegenomen.”

Joris Nachtergaele.
Joris Nachtergaele. - Foto: Belga

Volgens ILVO, het onder meer door Vlaanderen gesubsidieerd onderzoekscentrum voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek, is er nog geen bewijs dat de klimaatverandering een rol speelt in het risico op winderosie. “Toch zien we een toename van extreme weersomstandigheden, zoals droogte en windstoten”, zegt Joris Nachtergaele.

In het GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) worden verplichte erosiemaatregelen gekoppeld aan steun op sterk erosiegevoelige percelen. “Deze erosiegevoelige percelen liggen echter vooral in het zuiden van Vlaanderen in het heuvelachtige gebied van de Vlaamse Ardennen. De winderosiegevoelige gebieden met een zanderige ondergrond in het noorden zitten daar momenteel niet in gevat”, aldus Joris Nachtergaele.

Teeltschade door winderosie

“Mijn diensten hebben geen weet van onherroepelijke en veralgemeende teeltschade door winderosie”, weet Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V). “Winderosie is van alle tijden. Het is een plaatselijk fenomeen: niet elk perceel is even gevoelig. We beschikken niet over gegevens die een toename van winderosie op landbouwpercelen aantonen.”

Hilde Crevits.
Hilde Crevits. - Foto: Belga

Voor de potentiële winderosiegevoeligheid bestaat er geen gelijkaardige kaart als de potentiële watererosie-gevoeligheidskaart van het departement Omgeving. “De GLB-randvoorwaarden zijn op die kaart gebaseerd omdat het op die manier voor elke landbouwer transparant en eenduidig is op welke percelen van zijn bedrijf hij welke maatregelen moet nemen. Het GLB is een stimulerend beleid, geen normerend beleid. Grondgebruikers hebben de keuze om deel te nemen, of niet. Wie deelneemt moet dan wel dezelfde regels volgen.”

Winderosie uitsluiten is onmogelijk, zegt Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V). “Het duurt ook enkele weken vooraleer een pas gezaaid veld door de kiemende en opgroeiende gewassen of spontaan opkomende kruiden en grassen op braakliggende stukken grond, zelfbeschermend wordt tegen de wind. Neem bijvoorbeeld bieten. Zodra het loof van die planten in de hoogte en breedte groeit, fungeren die als windbreker en treedt geen winderosie meer op.”

Vochtgehalte van de toplaag

“De belangrijkste factor is het vochtgehalte van de toplaag. Als het geregend heeft of er wordt beregend, dan treedt geen winderosie op. Ook de bodemkwaliteit, het gehalte aan organische stof, speelt een rol. Hoe meer de bodempartikels aan elkaar verbonden zijn, hoe minder vlug ze in beweging komen. Ook natuurlijke windschermen, zoals houtkanten of bomenrijen naast een veld kunnen de wind breken, al zullen deze bij de extreme omstandigheden van de voorbije weken niet alle erosie kunnen verhelpen”, duidt Hilde Crevits.

Joris Nachtergaele wijst er verder op dat door de klimaatverandering we wellicht op weg zijn naar een derde zomer op rij met extreme droogte. “We moeten onder meer meer inzetten op haagkanten, die nuttig kunnen zijn om zulke problemen aan te pakken.” Ook Groen-parlementslid Mieke Schauvliege stelt dat meer inspanningen nodig zijn. “Het is onwaarschijnlijk dat dit een tijdelijke fenomeen is.”

Leo Pieters.
Leo Pieters. - Foto: Belga

“Door de warmere winden droogt de bovenlaag ook vlugger uit”, aldus Leo Pieters (Vlaams Belang). “Studies zijn nodig om te bekijken hoe we concrete acties kunnen ondernemen. Wat hagen en heggen en omranding van percelen betreft, dat lijkt mij een goede maatregel, maar dat hangt ook een beetje af van de grootte van de percelen.”

Erosie wint aan belang

Bart Dochy (CD&V), voorzitter van de commissie Landbouw in het Vlaams parlement, sluit zich aan bij de vraag naar studies. “Die zijn heel relevant. Winderosie is uiteraard heel wat anders dan watererosie. Dat hangt ook in grote mate samen met de grondsoort, de kwaliteit van de grond, het humusgehalte en dergelijke meer. Door het feit dat we nu met die drogere jaren worden geconfronteerd, heeft dat aspect van erosie natuurlijk een groter belang. Het is in elk geval iets dat we zeker in het hoog moeten houden”, aldus Bart Dochy.

Bart Dochy.
Bart Dochy. - Foto: Belga

Besluitend stelt minister Hilde Crevits dat ze gelooft in de meerwaarde van houtkanten en bomenrijen. “Het is om die reden dat we de vernietiging verbieden in het kader van de randvoorwaarden die gekoppeld zijn aan de GLB-steun. De boeren moeten die elementen dus behouden langs hun velden.”

“Boeren met erosiegevoelige gronden nemen nu al maatregelen. Deels omdat de overheid hen dat oplegt, maar ook heel vaak omdat ze zelf de grond op het eigen perceel willen houden. Anders gaat dat ten koste van de bodemvruchtbaarheid en het eigen inkomen in de jaren nadien. Boeren hebben er dus ook alle belang bij om maatregelen te nemen”, aldus Hilde Crevits.

Begrip voor vraag naar extra studies

“Ik heb er een beetje last mee dat het altijd zo wordt gesteld als een conflict tussen boer en bescherming. Die boeren heeft er zelf ook alle belang bij dat er beschermingsmaatregelen worden genomen, en ze worden ook wel individueel genomen.” Hilde Crevits heeft begrip voor de vraag naar extra studies. “Er zijn al een aantal onderzoeken gebeurd. Onder meer bij het ILVO gebeurt er praktijkonderzoek. Dit is een actueel thema, die we heel goed moeten opvolgen. Ik zal dus samen met onze administratie en met ILVO bekijken wat we daaromtrent misschien nog bijkomend kunnen doen.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken