Startpagina Akkerbouw

‘Maatschappij is qua voedsel te veel ontzorgd’

Het gecombineerde akkerbouw-loonbedrijf Evenhuis v.o.f. uit het normaliter door toeristen overstroomde Giethoorn (NL) werkt met het Dacom-programma. Daarmee worden bijna 200 percelen van de in totaal ongeveer 700 hectare grond exact in beeld gebracht. Via een app kan iedere medewerker van het bedrijf op ieder moment het hele bouwplan inkijken, evenals welke grondbewerking uitgevoerd is en welke bemesting en middelen gebruikt zijn. Evenhuis doet ook mee aan het project Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL).

Leestijd : 9 min

Pieter Evenhuis (50) is de derde generatie op deze boerderij aan de Jan van Nassauweg in het Nederlandse Giethoorn, een zeer toeristisch dorp met water als wegen. Nu blijven de toeristenbootjes goeddeels leeg. De boer, hij ploegde voort.

"Opa Jan Pieter is hier net voor de oorlog in 1939 gekomen. Dit gebied hebben werklozen na de crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw ontgonnen." De vader van Pieter begon met loonwerk naast het akkerbouw bedrijf, gewoon met de machines die hij al tot zijn beschikking had. Hij werkte volgens een vaste verdeelsleutel van 50 – 50%, dus de helft van het inkomen kwam uit de akkerbouw en de andere helft uit het loonwerk. Zijn vader was een echte technieker en was altijd aan het sleutelen. Pieter: "Werkelijk geen machine of werktuig dat hier het erf op kwam werd dan ook niet veranderd." Wat de akkerbouwer zich nog heel goed kan herinneren uit die beginjaren is dat ze werkten met een 1-rijige Sterbo aardappelrooier. Dat was heel wat in die tijd.

Een medewerker van Evenhuis laat het net ontkiemde uienzaad zien. Momenteel teelt het akkerbouwbedrijf 375 hectare consumptieaardappelen, 25 hectare zetmeelaardappelen en verder veel hectares bieten, granen, mais en uien.
Een medewerker van Evenhuis laat het net ontkiemde uienzaad zien. Momenteel teelt het akkerbouwbedrijf 375 hectare consumptieaardappelen, 25 hectare zetmeelaardappelen en verder veel hectares bieten, granen, mais en uien.

Landgoed vraagt om hulp

In 1993 kwam Pieter in maatschap bij zijn ouders. In 2005 kwam zijn vrouw José daarbij. In 2007 gingen de ouders van Pieter uit de maatschap. In die tijd had de familie 52 hectare grond, waarvan 37 hectare eigendom. De hoofdteelten waren in die tijd achtereenvolgens zetmeelaardappelen, tarwe en suikerbieten. Pieter: "Een van de dingen die ik bij de overname al besloten heb voor mezelf is dat ik toch minder loonwerker wilde zijn dan mijn vader. Dus meer de focus op ons akkerbouw bedrijfsonderdeel. En ik wilde het bouwplan flink uitbreiden met meer teelten." Tot zijn geluk vroegen de eigenaren van landgoed De Eese dat op het snijpunt van de Nederlandse provincies Overijssel, Drenthe en Friesland ligt, of hij op hun 800 hectare tellende landgoed de aardappelteelt wilde doen. "En van die bedrijfsleider die in die tijd op dat landgoed akkerbouwer was, heb ik grootschalig leren boeren." De Eese had vooral consumptieaardappelen die ze leverden aan McCain.

In 1999 had familie Evenhuis zelf inmiddels al 95 hectare. In 2004 begonnen ze met frietaardappelen en groeiden al snel naar bijna tweehonderd hectare. Pieter: "Tot 4 jaar geleden huurden wij eigenlijk alleen maar land bij om aardappelen te kunnen telen. Dat komt omdat de consumptieaardappelen die wij daarop teelden voor ons een hoog-saldo gewas is." Rondom de thuislocatie teelt Evenhuis veel bieten, granen en

mais, vooral ook om ziektes en plagen tegen te gaan. In de begintijd teelde de akkerbouw in een 1 op 2 roulatie, later 1 op 4.

Markt enorm veranderd

Een andere ontwikkeling van de afgelopen jaren is dat veel boeren in de omgeving van Giethoorn stoppen met hun bedrijf. Daardoor huurt familie Evenhuis nu van een aantal boerderijen de gronden. Pieter: "Dit betekent echter wel dat je voor iedere huurlocatie wel echt een bouwplan moet maken. Wij telen sindsdien meer uien, suikerbieten, granen en voederbieten." In 2020 huurt familie Evenhuis inmiddels van 40 mensen grond. Het bouwplan betreft dus zo'n 200 percelen met in totaal zo'n 700 hectare grond.

Ook nu nog huren ze heel veel grond los, maar de markt verandert enorm snel volgens Pieter. Dit heeft vooral te maken met de totaal andere vooruitzichten van de Nederlandse melkveehouderij momenteel door de fosfaatrechten. Na afschaffing van het melkquotum werd door deze sector massaal grond bijgekocht. Pieter: "Nu wil bijna geen een melkveehouder meer groeien. Sommigen stoppen zelfs." De grondprijzen blijven volgens de Giethoornse akkerbouwer wel op peil.

Het loonwerk is de laatste 7 tot 8 jaar ongeveer op hetzelfde niveau gebleven. Maïs oogsten doet de familie niet zelf en ook mesten laten ze aan een andere loonwerker over. Ze werken, omdat ze altijd een loonwerker beschikbaar willen hebben die kan mesten, met drie collega-loonbedrijven samen. Pieter: "Er moet er gewoon altijd een kunnen en die moet dan ook gewoon minimaal in één keer honderd hectare kunnen doen." Verder worden alle werkzaamheden door het bedrijf zelf uitgevoerd.

Eigen onderhoudsafdeling

Wat de Nederlandse minister Schouten van Landbouw, Natuur en Visserij wil, circulaire landbouw bedrijven, doet familie Evenhuis dus eigenlijk al zo'n 25 jaar. "Wij collecteren overal hier in de omgeving dus mest. Bij voorkeur onbewerkte mest. Wat veel landbouwinitiatieven nu promoten, het gebruik van dierlijke mest, ook dat doen wij al sinds de jaren 80." Een deel van de mest laat de familie in de winter komen en een deel in de zomer, dit vanwege de prijs en de beschikbaarheid. Verder komt een deel van alle mest ook van de verhuurders waar ze gronden van huren.

Akkerbouw-loonbedrijf Evenhuis v.o.f. is inmiddels zo groot dat ze, net als een LMB, een eigen onderhoudsafdeling hebben en een fulltime mechanieker. Pieter: “Omdat de vorige onderhoudsafdeling te klein werd voor de huidige generatie grote machines hebben we bij de uitbreiding van onze bewaarloods meteen ook een splinternieuwe onderhoudsafdeling gemaakt.” Wat tractoren betreft heeft het bedrijf vooral Steyr-tractoren. Reden is omdat in Giethoorn Mechanisatiebedrijf Evenhuis zit, die dealer is van dit Oostenrijkse merk. In totaal heeft familie Evenhuis 7 Steyr tractoren. Van 80 pk (8090) tot maar liefst 270 pk (CVT 6230 Ecotech). Verder heeft het bedrijf Massey Ferguson tractoren.

Met de uitbreiding van de bewaarloods is tevens een splinternieuwe onderhoudsruimte gecreëerd. Ook omdat de huidige generatie tractoren en machines veel groter en hoger is.
Met de uitbreiding van de bewaarloods is tevens een splinternieuwe onderhoudsruimte gecreëerd. Ook omdat de huidige generatie tractoren en machines veel groter en hoger is.

Gevolgen corona

De zoon van Pieter heet overigens net als opa, Jan Pieter. Pieter: “Dat wisselen met die namen doen we al een paar generaties. Dus je weet altijd hoe je voorvader heette," lacht hij. Zoon Jan Pieter studeert aan de agrarische hogeschool (Aeres) in Dronten. In zijn vrije tijd werkt hij op het bedrijf van zijn vader. Omdat zijn vader ook een loonwerkbedrijf heeft is er uiteraard altijd genoeg te doen.

Nu de coronacrisis speelt verwachten vader en zoon Evenhuis wel dat de markt de komende tijd anders zal zijn. Pieter: "Als gevolg van de corona zal er een overschot van fritesaardappelen zijn en als die niet tijdig uit de markt gehaald zal worden c.q. verwerkt zal worden, dan zullen de prijzen voor frietaardappelen onder druk komen te staan. Hoe het precies verder zal gaan weet je natuurlijk niet, maar ik vrees dat de gevolgen van de coronauitbraak langer zullen duren dan verwacht."

Pieter: “Als gevolg van de coronacrisis zal er een overschot aan frietaardappelen zijn en als die niet tijdig uit de markt gehaald zal worden c.q. verwerkt zal worden, dan zullen de prijzen voor frietaardappelen onder druk komen te staan.”
Pieter: “Als gevolg van de coronacrisis zal er een overschot aan frietaardappelen zijn en als die niet tijdig uit de markt gehaald zal worden c.q. verwerkt zal worden, dan zullen de prijzen voor frietaardappelen onder druk komen te staan.”

Volgens de Giethoornse akkerbouwers is de maatschappij de laatste jaren qua voedsel 'te veel ontzorgd'. Pieter: "Dat je iedere dag voldoende eten hebt is heel gewoon geworden, terwijl dat eigenlijk heel bijzonder is. Een paar procent van de Nederlandse c.q. Europese bevolking, wij boeren, zorgen dat niemand daar ook überhaupt over hoeft na te denken.” Volgens hem moet de agrarische sector veel meer uitdragen dat het bijzonder is dat iedereen voldoende voedsel heeft. Ook het verbod op steeds meer chemische middelen is een item natuurlijk.

Zo kunnen ritnaalden al niet meer bestreden worden, verdwijnen de middelen voor loofdoding steeds meer evenals de middelen tegen Phytophthora (bijv. maneb, dat in Nederland op de nominatie staat om te verdwijnen). Volgens de akkerbouwers wordt het ambachtelijke van het beroep akkerbouwer en de specifieke vakkennis de komende jaren nóg belangrijker. Jan Pieter: “Hadden wij de afgelopen jaren bijvoorbeeld het risico van enorme hoosbuien met wateroverlast of droogte, nu krijg je met het verdwijnen van de middelen steeds meer kans op misoogsten.”

Strokenteelt zou een oplossing kunnen zijn bij het steeds meer verdwijnen van middelen, maar dan moeten akkerbouwers voor hun producten veel hogere prijzen krijgen volgens vader en zoon Evenhuis. Pieter: “De afmetingen moeten wel werkbaar zijn, we zien het voor ons bedrijf nog niet als een optie. Wat ook nog geldt: hoe smaller je middelenpakket des te meer kans op resistentie. Resistente rassen is wel een optie, maar via de gangbare veredelingsmethodes gaat het veel te langzaam. Wellicht is de CRISPR-cas techniek een oplossing.” Vooral als Roundup zou verdwijnen in Europa, maar in de rest van de wereld niet, dan hebben boeren volgens de akkerbouwer echt een probleem.

Huurpercelen in kaart

Momenteel teelt de familie 375 hectare consumptieaardappelen, 25 hectare zetmeelaardappelen en verder veel hectares bieten, granen, mais en uien.. Inmiddels is 70 hectare grond eigendom. Volgens zoon Jan Pieter is het machinepark qua hectares en werkzaamheden nu optimaal. Dus schaalvergroting is niet per se een optie. “Ik zie meer in het maximale halen uit alle teelten die wij hebben. Vandaar ook dat wij meedoen aan NPPL (project Nationale Proeftuin Precisielandbouw). Dit betekent dat het eerste jaar dat ze er aan meedoen 6 akkerbouwers hulp krijgen van Wageningse experts om op hun bedrijven concreet aan de slag te gaan met toepassingen van precisielandbouw. Jan Pieter: “Wat wij met name willen bereiken in dit kader is het verbeteren van de bodem van onze vele huurpercelen. Wij hebben deze percelen door middel van het programma Dacom in kaart gebracht. Zodoende heb je alle gegevens over een perceel in één oogopslag in beeld.”

Jan Pieter: “Wij hebben al onze percelen door middel van het programma Dacom in kaart gebracht. Zodoende heb je alle gegevens van een perceel in één oogopslag in beeld.”
Jan Pieter: “Wij hebben al onze percelen door middel van het programma Dacom in kaart gebracht. Zodoende heb je alle gegevens van een perceel in één oogopslag in beeld.”

Dit was sowieso nodig gezien het enorme aantal percelen waar de akkerbouwers mee werken. Vervolgens wordt de komende tijd elk perceel gemeten qua pH-waarde, geleidbaarheid, organische stof en satellietbeelden, waardoor de familie bij ieder gewas de exact benodigde grondbewerking en bemesting uit kan voeren. Jan Pieter: “Omdat het huurpercelen zijn gaan we uiteraard geen bodemverbetering toepassen zoals wij wel natuurlijk bij onze eigen percelen doen. We gaan trouwens wel storende lagen aanpakken in deze huurpercelen.” Ook gaat de familie de humustoestand verbeteren op alle percelen zodat ze minder last van aaltjes hebben. Vooral op percelen met een lichtere zandsoort is dat voordelig. Verder wordt het volgens de Giethoornse akkerbouwers steeds belangrijker in de akkerbouw dat je kunt onderbouwen wat je doet.

Jan Pieter: “Dit geldt bijvoorbeeld ook wat betreft het plaatsspecifiek bestrijden van onkruid. Als je dat kunt aantonen naar je afnemer en naar de overheid toe, dan geeft dat ook weer voordelen.” Omdat het nogal kan stuiven in het gebied waar familie Evenhuis zit, wordt er standaard over de percelen met gezaaide uien een klein beetje runderdrijfmest gestrooid. Gerst zaaien om het stuiven tegen te gaan kan niet in uien omdat dat aaltjes aantrekt.

Opslag groene energie

Voor opvolger Jan Pieter is een ander onderwerp dat de komende jaren van belang wordt duurzaamheid. “Maar soms zijn er externe factoren waardoor je niet meteen kunt bereiken wat je wilt. Zo willen wij zonnepanelen leggen, maar kan de elektriciteitskabel die hier langs de weg ligt niet het piekvermogen aan dat wij willen gaan leveren aan het net op termijn.” Inmiddels heeft de familie daar gesprekken over met de beheerder van het elektriciteitsnetwerk ter plaatse. De plannen zijn om alle daken van alle gebouwen, die geschikt liggen ten opzicht van de zon, vol te leggen. Verder zoekt de familie naar mogelijkheden om al deze groene energie ook op te kunnen slaan. Die mogelijkheden zijn volgens Jan Pieter nu nog zeer beperkt. "Mogelijk dat er op termijn opslagmogelijkheden komen in waterstof, ammoniak of in (biologische) accu's. Dat is even afwachten."

In totaal produceert het akkerbouwonderdeel van familie Evenhuis zo’n 25.000 ton aan producten. Ze hadden tot voor kort op de thuislocatie een opslag voor 5.000 ton. In 2019 is de bewaarloods verlengd met 35 meter waardoor de totale opslagcapaciteit nu 6.500 ton is. Jan Pieter: “We bouwen stapje voor stapje iedere keer bij.” Met de uitbreiding van de bewaarloods is tevens een splinternieuwe onderhoudsruimte gecreëerd. Pieter: “Dat moesten we wel doen, omdat de oude onderhoudsruimte niet hoog genoeg meer was voor de nieuwste machines en werktuigen.”

Flexibiliteit cruciaal

Het loonwerkonderdeel van het bedrijf gaat Jan Pieter als opvolger ook zeker mee verder. Het is voor hem een uitdaging om, in combinatie met het grote akkerbouwonderdeel, alle tractoren en werktuigen zo efficiënt mogelijk in te zetten. “En ik ga inspelen op de mogelijkheden en kansen die er zijn. Zo verandert er zo veel in de wetgeving, dat je niet meer kunt zeggen: ik ga die koers volgen en over 30 jaar sta ik daar. Die tijd is echt voorbij voor jonge agrariërs. Flexibel inspelen op de veranderingen wordt een cruciale factor bij het agrarisch ondernemen.”

Dick van Doorn

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken