Knolbescherming vergt nu aandacht

Het PCA geeft in zijn berichten steeds een overzicht van de ontwikkeling van de verschillende generaties van de aardappelziekte en bepaalt de kans op infectie en op ontluiking (nieuwe vlekken) ervan.

De voorspelde ontluiking op 30 augustus ging gepaard met een zware infectiekans die dag. Een nieuwe ziektegeneratie kon dus naadloos aansluiten bij de vorige. Volgens het PCA blijven de aantastingen vooralsnog beperkt. Nu moet echter alle aandacht gaan naar knolbescherming. Het gewas moet beschermd worden zolang er groen loof aanwezig is.

Preventieve knolbescherming

Omdat knolbescherming primeert, is het in deze fase van de teelt vooral belangrijk de bespuitingen af te stemmen op de resterende bescherming (van de vorige behandeling) en de voorspelde neerslag. Er is immers neerslag van betekenis nodig om eventueel aanwezige sporen tot bij de knol te spoelen. Een bescherming tegen knolbesmetting is enkel preventief mogelijk.

Zorg voor een preventieve knolbescherming kort vóór neerslag van betekenis indien:

- de vorige bescherming afgeregend is (voor de meeste knolbeschermende middelen is dat 40 l of meer)

- of als de vorige bescherming meer dan 8 dagen geleden werd uitgevoerd.

Kies middelen met een goede (directe) knolbescherming bijvoorbeeld Canvas (+ mancozeb), Ranman Top, Unikat Pro, Infinito, Presidium, e.a.

Aantastingen met alternaria

PCA heeft ook aandacht voor alternaria. Het gewas rijpt snel af en aantastingen van alternaria zijn in het veld aanwezig. PCA adviseert om de bescherming te onderhouden met een specifiek alternariamiddel en/of tussentijds gebruik te maken van plaagmiddelen met voldoende nevenwerking tegen alternaria.

Wissel af tussen de verschillende werkingswijzen:

1. (plaag)middelen met mancozeb

2. de ‘strobilurines’: dit zijn de meeste alternariamiddelen, met actieve stof azoxystrobin, pyraclostrobin - middelen met resistentieproblemen

3. actieve stof difenoconazool, in Narita, Alternet, Dagonis, Carial Star e.a