Startpagina Economie

Rabobank: verdedig landbouwareaal en milieugebruiksruimte landbouw

Nederland moet de milieugebruiksruimte en het grondgebruik van de landbouw afschermen van de rest van de economie. Dat stelt de Rabobank in haar Visie Land- en Tuinbouw 2030. De milieugebruiksruimte moet volgens de bank binnen de landbouw gericht verdeeld worden, waarbij de grondgebonden landbouw voorrang krijgt.

Leestijd : 3 min

In haar Visie Land- en Tuinbouw 2030 schetst Rabobank de grote trends die de sector te wachten staat in de komende 10 jaar. Ook doet ze een serie aanbevelingen voor het beleid. Rabobank is in de Nederlandse landbouw niet zomaar een bank. Meer dan 80% van het uitstaand krediet van Nederlandse boeren komt van de Rabobank, die niet voor niets ooit begon als ‘Raiffeisen Boerenleenbank’.

Een belangrijke sector

Rabobank benadrukt het belang van de sector. De agri- en foodsector voegt 51 miljard euro aan waarde toe aan de economie. Het complex is goed voor 8% van de nationale werkgelegenheid. Ruim de helft van het handelsoverschot van de Nederlandse economie (56,6 miljard euro) komt uit de landbouw en voedingssector.

Maar de sector staat ook onder ruimtelijke en milieutechnische druk. Het landbouwareaal zal volgens Rabobank bij ongewijzigd beleid de komende tien jaar 5% krimpen. De bank voorspelt een versnelde uittreding van boeren en tuinders uit de sector door vergrijzing, schaalvergroting en toenemende investeringsdruk. De productievolumes- en waarde krimpen niet noodzakelijk.

Het aantal varkenshouders neemt af van 3.500 naar amper 1.000. Het aantal melkveehouders gaat van 16.000 naar 10.000. Voor de (kleine) pluimveehouderij wordt een kleine stijging verwacht. In de plantaardige sector voorziet Rabobank een daling van het aantal akkerbouwers van 12.000 naar 10.000. Belangrijke conclusie: steeds meer boeren zullen werken voor een rechtspersoon, en niet voor zichzelf.

De bestedingen aan voeding stijgen komend decennium gemiddeld 2% tot 2,5% per jaar. De waardegroei gaat vooral naar dienstverlening en het verstrekken van ‘mentaal gemak’, bijvoorbeeld door keurmerken op voedsel. Het slechte nieuws: landbouwers gaan volgens Rabobank weinig tot niet profiteren. Het consumentengedrag zal niet wezenlijk veranderen, behalve op 1 punt: plantaardige vleesvervangers zullen van het huidige marktaandeel van amper 1% opstomen tot een marktaandeel van 15% over 10 jaar.

Van middelen naar doelen

Rabobank pleit voor een kentering in overheidsbeleid van sturing op middelen naar sturing op doelen is nodig voor een toekomstbestendige en duurzame Nederlandse agrarische sector. Ondernemers kunnen hierdoor volgens de bank de regie in handen nemen en zelf invulling geven aan doelen op bijvoorbeeld het gebied van klimaat, biodiversiteit en waterberging.

“Een ondernemer kan zijn euro maar een keer uitgeven,” betoogt Carin van Huët, de directeur food & agri van Rabobank. “Daarom moeten we er met de hele sector voor zorgen dat de randvoorwaarden kloppen. Zo is doelenbeleid vanuit de overheid meer passend bij de uitdagingen waar we voor staan.”

Status aparte in de economie

Rabobank pleit voor het handhaven van schotten tussen de land- en tuinbouw en de rest van de economie. De stikstofruimte bijvoorbeeld die de landbouw heeft, mag niet naar andere sectoren gaan, vindt de bank. Met beleid moet worden voorkomen dat bijvoorbeeld kapitaalkrachtige ondernemingen of zelfs de overheid zelf milieugebruiksruimte of schaarse landbouwgrond gaan opkopen.

Een ongekend weinig liberaal standpunt in een vrij liberaal land. Maar, zo legt Rabobank uit, als de primaire landbouw niet beschermd wordt, dan kan ze de kritische massa verliezen om een sterke toelevering en verwerking mogelijk te maken. Als de landbouw klein wordt, zal bijvoorbeeld een sterke zuivelindustrie, groentehandel en frietindustrie op termijn gaan verdwijnen vanwege een gebrek aan grondstoffen.

Ook innovatie binnen de landbouw komt onder druk te staan wanneer de primaire sector aan kracht verliest. De bank pleit voor de oprichting van een nationaal grondfonds. Dat fonds moet boeren en tuinders helpen verhuizen naar plekken waar hun bedrijf beter past en minder milieuproblemen veroorzaakt. De overheid zou Nederland moeten verdelen in 4 zones waarin de agrarische intensiteit stapsgewijs oploopt.

Gerichte verdeling milieugebruiksruimte

Ook wil ze een gerichte verdeling van de milieugebruiksruimte tussen agrarische sectoren. Voor elke sector is toekomst, benadrukt ze. De doelstellingen voor het verlagen van de milieubelasting zullen echter per sector verschillen, omdat de potentie niet overal gelijk is.

Grondgebonden sectoren als akkerbouw en melkveehouderij maken wat Rabobank betreft de meeste aanspraak op de milieugebruiksruimte omdat effecten op het milieu door de productie in de open lucht niet tot nul terug zijn te brengen. Niet-grondgebonden sectoren, zoals de intensieve veehouderij en de glastuinbouw hebben meer mogelijkheden hebben om milieubelasting te beperken.

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken