De vroegste teelten
Vroege spinazie
Zaaien kan al vanaf half februari, gebruik hiervoor de rassen die geschikt zijn voor de vroege of de late teelt; dit zijn de scherpzadige, snelgroeiende rassen. Voor zaaien vanaf maart is het beter om rondzadige rassen van het vroege type te zaaien. Deze groeien iets trager maar schieten minder snel door als de temperatuur oploopt en de dagen langer worden.
Kies voor de vroege teelt best voor F1-hybriden, deze zijn beter bestand tegen schimmelziektes die op koude en natte gronden een gevaar betekenen voor de teelt. Als alternatief kan ook gezaaid worden in potten en bakken. Op een beschutte en lichtrijke plaats verloopt de vroege teelt in potten heel vlot. Zaai breedwerpig en oogst door de blaadjes ongeveer 3 cm boven de grond af te knippen, zo kan je tweemaal oogsten van dezelfde teelt.
Vroege worteltjes
Op lichte gronden kan men ongeveer half februari starten met de teelt van wortels. Omdat de zaden een bodemtemperatuur nodig hebben van 7° C dient men na het zaaien wel een bedekking (plastiektunnel, gaatjesplastiek of vliesdoek) op de grond aan te brengen. Eens gekiemd (wortelzaad kiemt slechts langzaam, zeker in het koele voorjaar) kunnen de jonge plantjes een temperatuur verdragen tot – 8°C.
Vanaf maart kan men ook uitzaaien zonder extra bescherming, de teelt verloopt dan wel wat trager. Rassen van het type ‘Amsterdamse Bak’ zijn het meest geschikt voor de vroege zaai. Voordeel van deze vroege zaai is niet alleen dat men al jonge worteltjes kan oogsten eind mei maar ook dat de kans op aantasting door de wortelvlieg, die pas eind mei actief wordt, heel klein is.
Ook worteltjes kunnen gemakkelijk in potten of bakken gekweekt worden met als bijkomend voordeel dat men de kieming binnen in een warme kamer kan laten gebeuren, waarna de wortelen op een beschutte lichtrijke plek buiten, rustig kunnen verder groeien. Kies voor een voldoende diepe bak of pot (min. 30 cm) en gebruik een potgrond van goede kwaliteit want de teelt, zeker de vroege, duurt gemakkelijk 3 tot 4 maanden.
Plantajuin
De gemakkelijkste van de vroege teelten is zonder twijfel plantajuin. Vanaf half februari, zeker op lichte, drogere gronden, kan men aan de slag. Duw de plantuitjes zodanig in de aarde dat de bovenkant net gelijk komt met de grond en het verdroogde stengeltje er net bovenuit steekt. Zet de uitjes op 8 cm van elkaar en hou een rijafstand aan van 30 cm.
Ook in (ondiepe) potten en bakken kan men zonder problemen ajuin/sjalot kweken. Een bijkomend voordeel van deze pottenteelt is dat je geen rekening hoeft te houden met bodemmoeheid, de reden waarom je in de volle grond slechts 1 keer om de 5 jaar op dezelfde plek ajuin mag telen.
Wil je de potgekweekte uien goed kunnen bewaren, meng dan wat extra meststof met een hoog kaliumgehalte door de potgrond. Plantgoed van ui is nu volop beschikbaar in de handel. Goede rassen zijn o.a.:
Steeds breder aanbod
En het goede nieuws is dat het aanbod aan pootgoed steeds breder wordt. En dit geldt niet alleen voor ui en sjalot maar ook het assortiment aardappelrassen wordt elk jaar uitgebreid met nieuwe, sterke en productieve rassen. En ook oude en minder commerciële rassen worden steeds vaker opgenomen in het aanbod. Deze rassen zijn vaak wat minder productief maar hebben een authentieke smaak en zijn vaak van nature resistent tegen ziekten. Hoog tijd dus voor een bezoekje aan het tuincentrum om alle nieuwigheden in het assortiment van het pootgoed te ontdekken en op zoek te gaan naar zaden van groenten die nu al kunnen gezaaid worden in volle grond of in potten en bakken.