Startpagina Archief

Vroege lentekriebels in de moestuin

Voor korte rokjes en blote kuiten is het nog wat te vroeg maar de schuivende knoppen aan de nog kale boomtakken en de lengende dagen maken ons duidelijk dat de natuur aan een nieuw seizoen begonnen is. En wie door de eerste “lentedagen” van deze week de kriebels kreeg kan al op beperkte schaal aan de slag in de moestuin of kan al zaaien in potten en bakken.

Leestijd : 5 min

Ondanks de nog negatieve nachttemperaturen zorgen de toenemende daglengte en de hogere stand van de zon ervoor dat de bodem- en de dagtemperatuur in de serre en de koude bak al voldoende hoog oplopen om met de eerst zaaisels te beginnen. Ook binnen op de vensterbank zijn de verstokte tuiniers reeds aan de slag om allerlei groenten voor te zaaien zodat ze straks, als de lente echt in de lucht hangt, direct aan de slag kunnen met hun zelf gekweekte plantgoed.

Voor de meer gematigde moestuinier lijkt het nieuwe seizoen nog veraf. Nochtans kunnen ook in de vollegrond, als de vochtigheidstoestand van de bodem het tenminste toelaat, al enkele teelten opgestart worden. Op beschutte, zonnige plaatsen kan men ook aan de slag in potten en bakken waar sommige teelten door de betere kwaliteit van de grond (gebruik goede potgrond) en de mogelijkheid om de potten te beschermen tijdens al te koude nachten, de vroege teelt vaak vlotter verloopt dan in de volle grond.

De vroegste teelten

De start van het moestuinseizoen wordt niet bepaald door de kalender maar door het weer en de toestand van de bodem. Veruit de meeste zaden hebben behoefte aan een voldoende hoge bodemtemperatuur om te kiemen, er zijn echter een aantal groentensoorten die ook onder koude omstandigheden kiemen en die bovendien geen of weinig last hebben van matige vorst.

Naast temperatuur speelt ook de vochttoestand van de bodem een bepalende rol voor het op gang schieten van het moestuinseizoen. Een te natte bodem zaaiklaar maken (spitten en fijn maken) is nefast voor de structuur van de bodem, zaaien in een te natte grond heeft dan ook weinig zin.

Eens de grond wat droger wordt, op zware gronden kan het helpen de grond enkele weken op voorhand te bedekken met plastiekfolie als men regenweer voorspelt, kan men al enkele teelten opstarten. De kieming en de eerste groei kunnen bespoedigd worden door het gebruik van gaatjesplastiek.

Vroege spinazie

Zaaien kan al vanaf half februari, gebruik hiervoor de rassen die geschikt zijn voor de vroege of de late teelt; dit zijn de scherpzadige, snelgroeiende rassen. Voor zaaien vanaf maart is het beter om rondzadige rassen van het vroege type te zaaien. Deze groeien iets trager maar schieten minder snel door als de temperatuur oploopt en de dagen langer worden.

Kies voor de vroege teelt best voor F1-hybriden, deze zijn beter bestand tegen schimmelziektes die op koude en natte gronden een gevaar betekenen voor de teelt. Als alternatief kan ook gezaaid worden in potten en bakken. Op een beschutte en lichtrijke plaats verloopt de vroege teelt in potten heel vlot. Zaai breedwerpig en oogst door de blaadjes ongeveer 3 cm boven de grond af te knippen, zo kan je tweemaal oogsten van dezelfde teelt.

Vroege worteltjes

Op lichte gronden kan men ongeveer half februari starten met de teelt van wortels. Omdat de zaden een bodemtemperatuur nodig hebben van 7° C dient men na het zaaien wel een bedekking (plastiektunnel, gaatjesplastiek of vliesdoek) op de grond aan te brengen. Eens gekiemd (wortelzaad kiemt slechts langzaam, zeker in het koele voorjaar) kunnen de jonge plantjes een temperatuur verdragen tot – 8°C.

Vanaf maart kan men ook uitzaaien zonder extra bescherming, de teelt verloopt dan wel wat trager. Rassen van het type ‘Amsterdamse Bak’ zijn het meest geschikt voor de vroege zaai. Voordeel van deze vroege zaai is niet alleen dat men al jonge worteltjes kan oogsten eind mei maar ook dat de kans op aantasting door de wortelvlieg, die pas eind mei actief wordt, heel klein is.

Ook worteltjes kunnen gemakkelijk in potten of bakken gekweekt worden met als bijkomend voordeel dat men de kieming binnen in een warme kamer kan laten gebeuren, waarna de wortelen op een beschutte lichtrijke plek buiten, rustig kunnen verder groeien. Kies voor een voldoende diepe bak of pot (min. 30 cm) en gebruik een potgrond van goede kwaliteit want de teelt, zeker de vroege, duurt gemakkelijk 3 tot 4 maanden.

Plantajuin

De gemakkelijkste van de vroege teelten is zonder twijfel plantajuin. Vanaf half februari, zeker op lichte, drogere gronden, kan men aan de slag. Duw de plantuitjes zodanig in de aarde dat de bovenkant net gelijk komt met de grond en het verdroogde stengeltje er net bovenuit steekt. Zet de uitjes op 8 cm van elkaar en hou een rijafstand aan van 30 cm.

Ook in (ondiepe) potten en bakken kan men zonder problemen ajuin/sjalot kweken. Een bijkomend voordeel van deze pottenteelt is dat je geen rekening hoeft te houden met bodemmoeheid, de reden waarom je in de volle grond slechts 1 keer om de 5 jaar op dezelfde plek ajuin mag telen.

Wil je de potgekweekte uien goed kunnen bewaren, meng dan wat extra meststof met een hoog kaliumgehalte door de potgrond. Plantgoed van ui is nu volop beschikbaar in de handel. Goede rassen zijn o.a.:

Red Baron: een bloedrode plantajuin met een goede huidvastheid. Red Baron is een mooie ronde ajuin met een pittige smaak die goed bewaard kan worden.

Stuttgarter: oud ras en één van de meest bekende plantajuinen. Stuttgarter is een platronde ajuin met een vroege en goede opbrengst en een goede huidvastheid.

Setton: Een gele plantui van het Stuttgarter-type met mooie ronde uien en een goede huidvastheid. Bijzonder goede bewaareigenschappen.

Centurion: een halfvroeg ras met ronde tot platronde uien en een goede opbrengst. De ui heeft een vrij grove hals en moet voldoende lang gedroogd worden om een goede bewaring te garanderen.

Sjalot: ook de bruinrode sjalotjes mogen al begin maart (op lichte/droge gronden reeds half februari) de grond in. Gele sjalot soorten worden, om doorschieters te vermijden, beter pas vanaf april geplant.

Golden Gourmet: een goede goudgele sjalot met een goede opbrengst en een goede houdbaarheid.

Red Sun: is een rode sjalot met een goede opbrengst en goede bewaareigenschappen

Picasso: een ras die roodbruine sjalotten oplevert met een goede huidkwaliteit, een uniforme opbrengst, weinig schieters en met een milde smaak.

Steeds breder aanbod

En het goede nieuws is dat het aanbod aan pootgoed steeds breder wordt. En dit geldt niet alleen voor ui en sjalot maar ook het assortiment aardappelrassen wordt elk jaar uitgebreid met nieuwe, sterke en productieve rassen. En ook oude en minder commerciële rassen worden steeds vaker opgenomen in het aanbod. Deze rassen zijn vaak wat minder productief maar hebben een authentieke smaak en zijn vaak van nature resistent tegen ziekten. Hoog tijd dus voor een bezoekje aan het tuincentrum om alle nieuwigheden in het assortiment van het pootgoed te ontdekken en op zoek te gaan naar zaden van groenten die nu al kunnen gezaaid worden in volle grond of in potten en bakken.

Geert Brantegem

Actueel

"Buren spreken me soms aan over het feit dat onze klaver het zo goed doet"

Akkerbouw Bedrijven die omwille van PAS ammoniakbesparende maatregelen moeten nemen, zien weer heil in gras-klaver inzaaien als basis voor het voederrantsoen. Toch zijn er een aantal aandachtspunten. Voor een goed product heeft men kennis nodig van de bodem, moet men een correcte onkruidbestrijding uitvoeren en nauwkeurig bemesten.
Voir plus d'articles
Meest gelezen