
In 2009 kocht Markus twee Lely Astronaut melkrobots aan, op aanraden van Zwitserse collega’s. Die plaatste hij elk op een goed gekozen plaats in het weiland in een container, toegankelijk vanuit verschillende weiden. De koeien hoeven zich maar zo’n 600 m te verplaatsen om zich te laten melken.
Installatiekosten
Tijd besparen
Door het melken te automatiseren en de verplaatsing overbodig te maken, spaart Markus een behoorlijk aantal manuren uit. In totaal gebeurt al het werk door net geen twee voltijdse equivalenten: Markus voltijds, zijn vrouw en een tijdelijke kracht deeltijds. Met die bezetting kon hij zijn kudde intussen uitbreiden met 21 melkkoeien. Bovendien slaagt hij erin bijna al zijn voeder zelf te produceren.
Dat is tegelijk handig en niet vanzelfsprekend omdat Markus biologisch werkt. Om te anticiperen op de afschaffing van het melkquotum in 2015 en zich te verzekeren van een goede melkprijs maakte hij een aantal jaren voordien al de overstap. Op zich was dat geen al te grote verandering. “We pasten al weinig pesticiden toe, en het gras is hier van goede kwaliteit”, weidt hij uit.
Subsidie voor bio
Dankzij de omschakeling ontvangt Markus € 170 / ha aan subsidies. Hij is als één van de vier Duitse producenten aangesloten bij de Nederlandse coöperatie EKO-Holland, die in totaal een 130 leden heeft. Door de jaren bleef de prijs die de coöperatie uitbetaalde steeds hoger dan die voor gangbare melk, met een verschil van wel € 0,26 in de zomer van 2016.
Omdat biologisch krachtvoer duur is geeft Markus zijn koeien er minder van. Dat leidde tot een daling van de melkproductie. “Van 10.000 liter in 2000 naar 7.500 liter nu”, schat Markus.
Hij benadrukt toch de goede kwaliteit van het gras in de regio. “In het Eifelgebied wordt typisch veel gegraasd. Het klimaat is er geschikt voor, al is het koud en nat.” Dat speelt de koeien weleens parten tijdens frisse lentes. “Door de wind en de koude groeien ze niet”, beaamt Markus.
Vierwegskruising
Naast het weidegras in de zomer krijgen de koeien krachtvoer bij wanneer ze zich laten melken, tussen de 120 en 150 g per kg melk, aangegeven door de sensor in hun halsband. In de winter schakelen ze over op graskuil, het energierijke maïsproduct CCM, resten van fruit, alfalfa, stro en een eigen mengeling van rogge, grasmeelpellets, lijnzaadkoek en eiwitmix. Daarbij komt nog een krachtvoergift van 200 tot 250 g per kg melk.
Markus kruist zijn Holsteinrunderen met Brown Swiss, Scandinavisch Rotvieh en Montbéliarde. Simmental en Belgisch Witblauw worden gebruikt om stevigere vleeskalveren te bekomen.





