D egelijke voorbereiding
Eén voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidiëring is het verzorgen van een degelijke voorbereiding van de stagiairs. Elk deelnemer kreeg dus extra technische taallessen over koetjes, kalfjes en andere vakterminologie, een training sociale vaardigheden en een ‘plantrekweekend’ naar de luchthavens rond Parijs met een verkenning van het centrum van Parijs. Voor de ouders was er voorafgaand aan de stage een ouderavond.
Een tweede voorwaarde voor subsidiëring is het zich inleven in de cultuur van het gastland. In Frankrijk trokken stagiairs naar het vuurwerk naar aanleiding van Quatorze Juillet, uiteraard ook naar de Tour de France. Eentje woonde een opname van Vive le Vélo bij in Sénouillac. In Zweden bezochten stagiairs de vliegshow van Dala-Järna. In Duitsland gingen enkele stagiairs naar historische steden als Berlijn en Keulen.
Groenten en bloemen
Stagiaire Amandine Collette volgt het zesde jaar tuinbouw. In het voorjaar trok ze op buitenlandse stage naar het tuinbouwbedrijf van Jean-François en Carine Bialade te Cuq in het Franse departement Tarn. Amandine vloog op Toulouse-Blagnac en trok vandaar naar haar stageplaats.
Ze draaide er mee in alle taken van het bedrijf: plantgoed voor groenten en bloemen inpotten... Alles verliep er in het Frans. Niet zomaar Frans: Zuid-Frans. Amandine woonde er in een chaletje op de lokale camping Saint-Pierre de Rouzieux.
Haar dichtste medeleerling was op stage in de Dordogne. Hij maakte daar zijn eindwerk over terrassenbouw. Frankrijk is door de jaren heen een populaire stagebestemming en dat omwille van meerdere redenen. De Franse land- en tuinbouwsector is familiaal, wat inhoudt dat de stagiairs vaak in huis logeren.
De stagiairs kunnen op het bedrijf de meest diverse taken uitvoeren. Daarnaast is vlot leren Frans spreken een stimulans. Ook de mogelijkheid om er in het weekend iets te bezoeken en om uit te gaan, speelt zeker een rol. Toulouse en de Airbusfabriek zijn een uurtje rijden, Albi en zijn barokke tuin ook zo iets. Andorra staat bij heel wat jongens op het verlanglijstje, niet alleen omwille van de bergen, maar ook omwille van het apart fiscaal beleid.
Grote melkveebedrijven
Ook richting Texas
Daarnaast hebben ze hun eigen ruwvoederwinning en doen ze loonwerk. De stagiairs Simon en Gurdis keerden enthousiast terug. Ze voelden zich er helemaal geïntegreerd, zowel bij de Linssens als in de gemeenschap van Pampa. Ze apprecieerden de Texaanse mentaliteit: ‘Elk ’t zijne, leven en laten leven’. De mensen op straat zijn heel sociaal. De obers en diensters in de horeca zijn er heel vriendelijk. De Amerikanen gaan liever uit eten dan zelf te koken. Vaak eten ze fastfood.
Agressie en inbraken zijn er nauwelijks. Een kandidaat-inbreker denkt best eens goed na, want iedereen heeft wapens in huis. Texas kent minder wetten en regels dan België, maar de regels die er zijn worden streng opgevolgd, bijvoorbeeld in het verkeer is 70 duidelijk 70. Er zijn supermarkten die 24 op 24 en 7 op 7 open zijn. Er kijkt niemand van op als je in werkkledij winkelt. De sociale zekerheid, zoals in ons land, kennen ze daar niet, verzekeringen zijn het Amerikaans alternatief. Gurdis merkt op dat de realiteit er anders is dan wat soms in de Belgische media wordt voorgesteld.
De landbouwsector is in Texas grootschaliger en gewoon anders. 3.000 koeien of 10.000… het maakt niet uit, iedereen helpt mekaar als het nodig is. Het viel Gurdis op dat de Linssens hun tractoren en machines goed onderhouden wat een maximale levensduur uiteraard ten goede komt. Simon stond vooral van oma Kathy Linssens te kijken: “Je kan je niet voorstellen hoeveel beton zij al gegoten heeft en hoe goed ze dat doet!”.
Tussenkomst premier
In Alberta (Canada) liep Benoit Van Loo stage. Hij vertrok eind juni met een geldige werkvergunning en hij haalde zijn werkvergunning op in de ambassade van Canada in Parijs, wat op zich weer eeen serieuze oefening was in plantrekken, Frans en Engels spreken. Canada is een streng land. Werkvergunningen gooien ze er niet te grabbel. Benoit werkte er bij een akkerbouwer in het dorpje Lacombe, op een kleine 2 uur rijden ten noorden van Calgary.
Ook Robin Vileyn uit Keiem had het geluk om een werkvergunning te bemachtigen. Na die eerst geweigerd te zijn kreeg hij er alsnog één dankzij de tussenkomst van Justin Trudeau, de Canadese eerste minister. Ook Robin moest zich aanbieden in de Canadese ambassade in Parijs, net op de dag dat het dak van de Notre Dame afbrandde.
Brecht Verplancke uit Ichtegem trok op zijn eentje naar Australië waar hij stage liep in de akkerbouw en melkvee, zowel in Western Australia als in New South Wales. Hij bleef er 2 jaar en is intussen gestart aan de hogeschool in Den Bosch.
Op donderdag 14 november draait om 20 uur in de feestzaal van de Scholengroep Sint-Rembert een foto- en filmreportage over de stages 2019. Alle geïnteresseerden zijn welkom. De toegang is gratis.