
Voor landbouwers in het noorden van Vlaanderen is de afstand tot Gent soms net even te ver. Dat bevestigt ook Jos, een melkveehouder uit de omgeving Lommel. Het lokale karakter van de beurs spreekt hem aan. “Het is toch anders dan Brussel of Parijs. Er is misschien minder spektakel maar er zijn firma’s en collega’s die je kent en waarmee je rechtstreeks zaken kunt doen.”
Luchtmachtbasis
Het beursconcept werd aangepast en de beurs zelf werd verplaatst naar Ravels, vlakbij Turnhout. De locatie is uniek en niet evident: een oude NAVO-luchtmachtbasis. De start- en landingsbaan dient als parking, en de al lang leegstaande hangars worden door de organisatie voorzien van ventilatie, verwarming en elektriciteit. Het omturnen van anders ongebruikte loodsen is elke editie weer een huzarenstukje. Voor de seminarieruimte moest zelfs een luxe tent worden opgebouwd omdat de hangars volzet waren.
En, het is geen verspilde moeite! Sinds de eerste editie is het aantal bezoekers met ruim een derde toegenomen. De organisatie verkocht 3.500 tickets meer in voorverkoop, en zeker 1.500 kaarten meer aan de kassa. Er zijn weinig beurzen in binnen- en buitenland die op zo’n groeicijfer kunnen bogen. Het aantal standhouders nam ook duidelijk toe. De eerste editie telde 172 exposanten, de tweede 201 en dit jaar tekenden 223 firma’s en andere organisaties in.
AgriBevents vzw gaf zichzelf 3 edities de tijd om te bepalen of het concept duurzaam uitgebouwd kan worden. “Het antwoord is ‘ja’”, aldus Gunther De Mey. “We gaan gesprekken aan met de gemeente voor nog eens 3 edities. Het werkt.” Volgens De Mey schuilt het succes in de persoonlijke benadering van de beurs. Er wordt door de beursorganisatie niet gewerkt met externe mensen, maar met mensen van binnen de sector.
Boerenorganisatie, meer dieren
De mensen die bijvoorbeeld de parking en toegang begeleiden, zijn afkomstig van Landelijke Gilden Turnhout en de Landbouw Advies Raad Ravels. “Boeren dus”, aldus De Mey, “en dat merken de bezoekers ook. Het geeft een bijzondere sfeer.” Het is dus een beurs van, voor en door de sector.
Ook werden dit jaar meer dieren de 4 hallen in gebracht. Er was voortdurend een dierententoonstelling. Vrijdag en zaterdag vond de Junior Holsteinshow Vlaanderen plaats. Op zondag vond onder veel meer dan verwachte belangstelling de Vlaamse prijskamp Belgisch witblauw plaats. Het was een succes dat zelfs CRV niet had verwacht. En ook de prijskamp voor het Belgisch Miniatuurpaard lokte veel volk.
Coronavirus
De beurs had plaats te midden van de nodige zorgen over het coronavirus. In Frankrijk zijn indoor evenementen met 5.000 mensen of meer verboden. In Zwitserland gingen alle indoor evenementen met 1.000 mensen of meer niet door. In Duitsland zijn veel massabijeenkomsten, zoals beurzen, afgelast. In België is de verspreiding vooralsnog beperkt. “Maar ik ben wel opgelucht dat de beurs plaats kon hebben”, geeft De Mey toe. “Net als stormweer is het een risico. Je weet niet hoe zo’n virus zich verspreidt, en welke maatregelen de overheid wel of niet gaat nemen.”
Nederlandse inbreng
De locatie ligt op 1 km van de Nederlandse grens, en trekt ook veel bedrijven uit Zuid-Nederland aan. Van de 223 exposanten, komen 60 uit Nederland. Van de bezoekers was circa 10% afkomstig uit Nederland, aldus De Mey. De organisatie baseert deze schatting op basis van een steekproef van de nummerplaten op de bezoekersparking. “10% is niet slecht, maar er is ook nog ruimte voor verbetering”, denkt De Mey.
Voor een aantal bedrijven is de beurs nieuw. Zo was Voergroep Zuid voor het eerst aanwezig. Voor Vitelia Voeders, een coöperatie, was het verre van de eerste keer. Verkoopadviseur Jan Nelissen: “Het is een mooie beurs en we verkopen veel pluimveevoeder in België, wat voor ons ook heel dichtbij is. Het is voor Nederlandse voederbedrijven ook een groeimarkt in een tijd dat dieraantallen in eigen land onder druk staan.”
Seminaries
Seminaries zijn voor De Mey een belangrijk onderdeel. “Het is voor landbouwers een extra reden om langs te komen, en biedt de pers aanknopingspunten. Dat laatste is ook belangrijk: want zo komt de informatie veel verder dan de seminarieruimte zelf.” Bioveiligheid stond dit jaar centraal. De seminaries voor rundvee en pluimvee vonden op respectievelijk vrijdagmiddag en -avond plaats en werden goed bezocht. Het seminarie over varkens – rond Afrikaanse varkenspest - zaterdagochtend werd minder goed bezocht. Sowieso was zaterdag de dag met de minste bezoekers. Het is geen groot euvel, maar toch een aandachtspunt. “Daar gaan we eens goed naar kijken.”