geen probleem van 1 seizoen

Ondertussen zijn binnen de EU veel grenzen zo goed als helemaal toe. Hierdoor kunnen de circa 60.000 seizoenarbeiders niet of niet zo gemakkelijk verplaatsen. Een deel wil liever bij het gezin blijven, of vreest dat, als ze uitreizen, ze niet meer zo gemakkelijk terug kunnen. En dat terwijl de Belgische landbouw zonder Polen, Bulgaren en Roemenen eenvoudigweg het werk niet gedaan zou krijgen. De EU staat voor een identiteitscrisis.
Het vrije verkeer van mensen, dat voor de EU zo heilig was, is dat nu even niet meer. Het is duidelijk dat ‘we’ 27 soevereine staten zijn en dat je nationaliteit als het er echt op aankomt wel degelijk telt.
De meeste seizoenarbeiders die in België maar ook Nederland en Frankrijk werken, reizen via Duitsland. Het land moet formeel volgens Europese richtlijnen mensen met een goede reden om te reizen, doorlaten. De crisiscel van België ontwierp bij gebrek aan Europees initiatief een doorreisdocument. De vraag is of de Duitse grenswacht het (altijd) accepteert. De regering in Berlijn ziet begrijpelijkerwijze niet graag honderdduizenden Oost-Europeanen ongecontroleerd door het land banjeren op weg naar allerlei bestemmingen, al dan niet opeengepakt in busjes.
België mag zich ook afvragen hoe het beste vorm te geven aan de tewerkstelling van seizoensarbeiders. Met een incubatietijd van 2 weken, moeten de seizoenarbeiders die niet immuun zijn misschien beter eerst 2 weken in quarantaine. En kun je ze huisvesten, met 10 man in een appartement?
De afhankelijkheid van seizoensarbeiders van ver maakt ons kwetsbaar. En die kwetsbaarheid neemt al jaren toe. Naarmate Oost-Europa rijker wordt, neemt ook de behoefte van Oost-Europeanen om tijdelijk bij ons te komen werken af. Gaan we dan op zoek naar nieuwe, armere EU-lidstaten, totdat die op zijn? Laat de crisis een aanleiding zijn om structureel de afhankelijkheid te verminderen, bijvoorbeeld door automatisering te testen, en te zien hoe lokaal mensen kunnen worden gemobiliseerd.