
Ze bewerken samen 621.702 ha grond of 46% van de totale Vlaamse grondoppervlakte. De sector realiseert een productiewaarde van 6 miljard euro. De 5 belangrijkste subsectoren zijn varkens, melk en melkderivaten, groenten, runderen en sierteelt. Landbouw produceert niet alleen voedsel, maar levert ook ecosysteemdiensten zoals natuur- en landschapsbeheer en is als leverancier van biomassa de basis van de bio-economie.
Het aandeel gespecialiseerde (89%) landbouwbedrijven (bedrijven die minstens 2/3 van hun totale output uit een bepaalde teelt(groep) halen), en gemengde (11%) landbouwbedrijven bleef de afgelopen 20 jaar nagenoeg constant. Wat niet gelijk bleef, is het percentage veeteeltbedrijven.
Dat zakte tussen 2001 en 2019 van 59% naar 48%. De tuinbouwsector daalde in aandeel bedrijven ook van 17% naar 12%. De enige stijger is de subsector akkerbouw: van 13% naar 29%. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn de toename van het areaal aardappelen (waardoor een aantal niet-akkerbouwbedrijven overschakelden op akkerbouw) en veeteeltbedrijven die de veestapel afbouwen of stopzetten. Het Landbouwrapport stelt voor het landbouwinkomen grote verschillen vast tussen sectoren, een grote volatiliteit over de verschillende jaren heen en, last but not least, ook grote verschillen tussen de bedrijven in 1 sector.