
Bronstseizoen van de ooi
Algemeen kan er gesteld worden dat ooien in bronst komen wanneer de daglichtlengte verkort en de temperatuur verlaagt. De bronst is de benaming voor het begin van de cyclus waarbij de eisprong plaatsvindt en waarbij de ooi dekking zal toelaten: dit zal ongeveer 25 uur duren met een variatie van 18-30 uur. De cyclus van de ooi duurt 17 dagen en het periodiek terugkeren van een bronst of oestrus wordt het bronstseizoen genoemd. Bij 80% van de ooilammeren, met een leeftijd van van 5 tot 9 maanden, loopt het bronstseizoen van november tot en met december. De overige dieren komen in het eerste jaar niet in oestrus. Het doel van deze seizoensgebonden voortplanting is dat, na een dracht van ongeveer 145 dagen, de lammeren in het voorjaar geboren worden wanneer het terug warmer wordt. Bij het spenen zijn de omstandigheden qua klimaat dan optimaal, waardoor de kans op goed voedsel groter is.
Bronstsymptomen
De cyclus van de ooi komt op gang als ze 60% van haar volwassen gewicht bereikt heeft. De ram zal nodig zijn om duidelijke bronstsymptomen bij de ooi op te wekken. Dit gedrag zal te zien zijn aan: hurken, urineren, kwispelen met de staart, omkijken naar en aanschuiven tegen de ram. Het aantal eisprongen tijdens één bronst neemt toe van september tot november. De vruchtbaarheid van de ooi is het grootst bij dekking in het vierde tot zesde levensjaar en tijdens de derde en vierde oestrus.
De fertiliteit kan positief beïnvloed worden door extra energierijk voedsel te verstrekken: ‘flushen’ genoemd. Dit wilt zeggen dat 6 tot 8 weken voor het dekseizoen de ooien op een schrale weide worden gezet, zodat de uier optimaal uitdroogt. Nadien worden ze 4 weken voor het dekken gevoederd met eiwitrijk gras of zetmeel, zodat ze een betere lichaamsconditie krijgen. Dit heeft een positief effect op de eierstokken en de eisprong, waardoor de worpgrootte vergroot.
Ram specifiek
De essentie van de meeste professionele schapenbedrijven is zo veel mogelijk lammeren per ooi per jaar afleveren met een zo hoog mogelijk slachtgewicht. Jammer genoeg zullen deze 2 kenmerken moeilijk te combineren zijn binnen één ras. Een juiste combinatie tussen ram en ooi zal de optimale vleeslammeren geven. Meestal zal dit de Texelaar, Suffolk of Charollais als vader zijn.
De ram moet vrij zijn van erfelijke gebreken (zoals een varkensgebit waarbij de bovenkaak langer is dan de onderkaak) en moet goed beenwerk hebben. Ook het voortplantingsstelsel van de ram moet optimaal functioneren. Uitwendig kunnen de testikels en penis beoordeeld worden. De penis mag niet ontstoken zijn en moet goed kunnen uitschachten. De testikels moeten beide mooi ingedaald zijn, vrij kunnen bewegen en ongeveer dezelfde grootte hebben. Het weefsel zelf moet stevig zijn, maar mag niet té hard aanvoelen: hard weefsel kan wijzen op meer bindweefsel en dus op vroegere ontstekingen.
Een ram is vruchtbaar vanaf de leeftijd van ongeveer 4 à 5 maand, maar in principe zal de spermaproductie al rond 3 maanden leeftijd op gang komen. Een oudere ram kan een kudde met ongeveer 50 à 60 ooien dekken, terwijl een jongere ram eerder bij 25 à 30 ooien zal gezet worden. Een ram heeft een voorkeur voor oudere ooien, waardoor het efficiënter is om de kudde op te delen in jaarlingen en oudere ooien. Het is ook belangrijk om intensief contact tussen ooien en rammen mogelijk te maken, waardoor het aan te raden is om de kudde tijdens het dekseizoen op een kleinere weide te zetten.
Ter controle wordt er vaak een dektuig met een dekblok geplaatst, tussen de voorpoten van de ram, die elke 17 dagen van kleur wordt verwisseld. Zo is duidelijk wanneer een ooi opnieuw gedekt werd. Wanneer zorgvuldig geregistreerd wordt wanneer een ooi gedekt werd, kan men later eenvoudig een overzicht maken van de verwachte werpdata. De ram heeft geen directe invloed op het aantal lammeren, maar wel op het drachtpercentage van de ooien.
Nieuwe ram in quarantaine
Ras specifiek
Kunstmatige voortplanting via bronstsynchronisatie en -inductie
In bepaalde situaties is het handig om de ooien samen in oestrus te brengen: bijvoorbeeld wanneer ze op een korte periode moeten lammeren (beperking lammersterfte en uniforme opfok), bij inseminatie of wanneer er een dekram gehuurd wordt. Om de oestrus te synchroniseren kan de ooi behandeld worden met prostaglandines, maar het sponzen van de ooi zal betere drachtresultaten hebben. Dit sponsje wordt in de vagina van de ooi gebracht en zal progesteron bevatten. Het wordt na ongeveer 10-13 dagen verwijderd en nadien krijgt de ooi een injectie met eCG (ook wel PMSG genoemd). De ram wordt ongeveer 2 dagen later toegelaten. Om een echte bronst te induceren wanneer de ooi zich niet in het voortplantingsseizoen bevindt, zal er een hogere dosis aan PMSG nodig zijn.
Kunstmatige inseminatie (KI) en embryotransplantatie
In België is KI en embryotransplantatie vrij zeldzaam en zal het nagenoeg enkel worden toegepast bij waardevolle fokrammen. De reden waarom het niet zo veel gedaan wordt, is omdat er veel sperma nodig is per inseminatie en de ram relatief weinig sperma produceert en er een beperkt aantal verdunningsmogelijkheden bestaan. Daarnaast zijn KI en embryotransplantatie duur en arbeidsintensief.