Wim Gorssen, onderzoeker aan de KU Leuven, Centrum voor huisdierengenetica en selectie: “Jaarlijks kost de overgedragen resistentie van bacteriën de Europese Unie 1,5 miljard euro en 33.000 mensenlevens. Daarom wil de EU de antibioticaverkoop voor dieren verminderen met 50% tussen 2020 en 2030. Een manier om die doelstelling te behalen kan selectie via fokkerij zijn.”
Op de goede weg
Gorssen lichtte toe dat de veehouderij in België de voorbije 10 jaar al 40% antibioticagebruik heeft gereduceerd. Voorlopig zijn we dus op de goede weg. Dat heeft volgens hem met 3 pijlers van management te maken:
1. Op nationaal niveau zijn systemen opgesteld (bijvoorbeeld vanuit Amcra) die bedrijven opvolgen en wijzen op hun antibioticagebruik. Zo willen ze de veehouders sensibiliseren;
2. Bepaalde kritische antibiotica vanuit de humane geneeskunde werden verboden om te gebruiken in de veehouderij;
3. We zijn beter gaan letten op bioveiligheid en op de algemene gezondheid van de dieren.
Inzetten op vaderberen
“Fokkerij is een heel goede complementaire strategie om antibioticagebruik te verminderen, omdat die vooruitgang wordt doorgegeven op volgende generaties“, legt Wim Gorssen uit. “Jaarlijks worden er in België 10 miljoen varkens geslacht die gefokt werden met slechts een paar 1.000 beren. Per beer heb je soms tot 10.000 nakomelingen. Als je bij die vaderpopulatie vooruitgang kan boeken, kan je die vooruitgang heel snel op grote schaal doorgeven.
Voor het onderzoek werden onze beren ingezet op hybride zeugen. De nakomelingen die in de vleesvarkensfase zaten, werden getest in 2 teststallen, in een uniforme omgeving in groepen van 6 of 7. We hadden daardoor gegevens van antibioticagebruik op hokniveau, samen met productie en uitval op individueel niveau.
Op hokniveau gingen we dan kijken hoeveel antibiotica en geneesmiddelen toegediend moesten worden. Het ging om zo’n 2.000 hokken waar zo’n 1.300 behandelingen plaatsvonden. 30% van de hokken werd minstens 1 keer behandeld. Meestal ging het om ademhalingsproblemen, gevolgd door klachten als pootproblemen, diarree en gewichtsverlies.”
Invloed van DNA
“Dankzij ons groot aantal vaderberen was er een grote dataset om de genetische aanleg te onderzoeken. We keken eerst hoeveel van elk medicijn toegediend werd en hoeveel actieve stof toegediend werd per kg varken in een hok. Dat gaf mooie resultaten. We zagen erfelijkheidsgraden van 13 tot 15% op hokniveau, wat aangeeft dat DNA zeker een invloed heeft op antibioticagebruik. Dat betekent dat we op genetica zouden kunnen fokken.
Dan zijn we gaan kijken of er een verband is met andere kenmerken, want we willen niet dat de gezonde varkens slecht presteren. We ontdekten dat de uitval bij de gezonde varkens minder hoog is en dat er geen ongunstige correlatie was met dagelijkse groei, voederconversie of karkaskwaliteit. De meeste correlaties waren zelfs licht gunstig. Dat betekent dus dat je op gezondheid kan fokken zonder een verlies aan productie”, aldus Gorssens..
Nog niet in praktijk
“Voor ons was dit een veel belovend onderzoek, maar we hebben het nog niet in de praktijk kunnen brengen, aangezien we een te kleine studie hadden. We focusten ons enkel op piétrain-nakomelingen in de vleesvarkensfase op hokniveau. We weten dus voorlopig nog niet wat de gegevens zijn bij biggen in de kraamstal en bij gespeende biggen, hoewel daar het vaakst antibiotica worden gebruikt in de varkenshouderij. We kunnen wel al besluiten dat antibioticagebruik erfelijk is bij vleesvarkens, en dat het op een gunstige manier correleert met andere kenmerken van een varken”, besloot hij.
Dit onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door de steun van het FWO (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen) en de VPF (Vlaamse Piétrain Fokkerij vzw).
Sanne Nuyts