
“Ik heb de indruk dat de grote varkenslanden elkaar aan het ‘uitroken’ zijn. De productieafname in 1 lidstaat wordt onmiddellijk gecompenseerd in een andere lidstaat. Dat is een van de redenen waarom er dringend – naast directe steun en liquiditeitsmaatregelen – een visie op de lange termijn voor de Europese varkenshouderij moet komen.”
Of past een ‘koude sanering’ in de liberale Europese marktvisie? “Dat is heel cynisch, maar je krijgt die indruk. Naast het feit dat de markt zich maar niet herstelt, zou Europa meer voorstander zijn van familiale landbouw. In woorden, maar niet in feiten. Wat nu gebeurt, voedt alleen maar de kans op nog meer integratie, zoals onder meer in Spanje.”
Ook de Vlaamse varkenshouderij moet een langetermijnvisie ontwikkelen. “Enerzijds is er bulkproductie voor de export, anderzijds is er ook kleinschalige varkenshouderij en verkoop via korte keten. We zijn in beide heel goed, maar ons land is nu eenmaal sterk afhankelijk van de export. De uitvoer heeft ons die welvaart gegeven, maar het model botst duidelijk op de grenzen.”
Er is ook een taak weggelegd voor de politiek. “We zetten de problematiek al maanden op de agenda, maar krijgen geen gehoor. De Europese Commissie stelt scherpe eisen aan boeren, maar steekt haar nek niet uit als dat wordt gevraagd. We moeten veel assertiever omgaan met de Commissie en het Europese niveau. Tot vandaag waren we vooral ontvanger. De wisselwerking en de dialoog moet beter kunnen: meer verantwoordelijkheidszin en het bewustzijn vergroten dat stilzitten geen optie is.”