
Beter opvolgen van gezondheid
Het praktijkonderzoek van het Bolucap-project ging door bij geitenhouders Jef en Ilse Kusters uit Weelde. Ze twijfelden eerst om deel te nemen, maar ze zijn blij dat ze dat gedaan hebben. Ook hun dochter Ine droeg als stagiaire haar steentje bij aan het onderzoek.
“Doordat geiten in zo’n grote aantallen gehouden worden en op elkaar lijken, is het individueel opvolgen van die dieren lastig”, zegt projectleider Wim Govaerts. “De bolus meet zaken als lichaamstemperatuur, beweging, herkauwactiviteit, voer- en drinkgedrag. De sensor geeft problemen weer, nog voor ze door de boer opgemerkt zouden worden.
Met de sensor is het ook gemakkelijker om aan duurmelken te doen, want duurmelken vraagt een optimale voeding. Bij duurmelken blijft de boer de geiten doormelken zonder dat ze snel opnieuw moeten aflammeren.
Dat zorgt onder andere voor een hogere productie en voor minder ongewenste bokjes, en het voorkomt gezondheidsproblemen rond het aflammeren.”
Van labo naar praktijk
Eerste op de markt
“Momenteel is er nog geen soortgelijke technologie op de markt voor geiten. Voor koeien bestaat een pensbolus al langer, maar die zijn te groot voor een geit. De magen van beide dieren verschillen ook, waardoor de grootte van de koebolus niet zomaar verkleind kan worden. Het is voor ons duidelijk dat de inzichten van de Bolucap-bolus zullen leiden tot bruikbare adviezen voor boeren over hoe ze het beheer van hun vee kunnen optimaliseren”, aldus Wim Govaerts.
Virtuele geit gecreëerd
Tijdens het Bolucap-project creëerde Jan Govaere van de faculteit Dierengeneeskunde, in samenwerking met Jasper Goethals (Imec-Waves, UGent), een virtuele geit om het aantal proefdieren in de volgende projecten te minimaliseren.
“Voor dit onderzoek zijn enkele reforme geiten geëuthanaseerd”, vertelt Govaere. “Natuurlijk houden we dat aantal zo laag mogelijk, maar om het aantal proefdieren in volgende onderzoeken nog verder te reduceren, hebben we een virtuele geit ontwikkeld tijdens dit onderzoek. Die moet in de toekomst de plaats kunnen innemen van een groot deel van de proefdieren.
Vaak lijken alle geiten hetzelfde, maar dat is lang niet het geval. Geiten kunnen drachtig, lacterend, vet, dun, actief… zijn, waardoor het moeilijk is om één universele geit uit te tekenen. Afhankelijk van de zwellingsgraad van de pens, verandert de distributie van weefsels. Tekeningen in tekstboeken kloppen vaak niet, dus hebben we verschillende geëuthanaseerde geiten opgemeten die van Jef zijn bedrijf kwamen.
We hebben de opgemeten pensen in een digitaal model gestoken om verschillende typen geiten na te bootsen. Zoiets werd nog niet vaak gemaakt, maar nu we deze virtuele geit in ons bezit hebben, is het mogelijk om het aantal proefdieren in de toekomst te verlagen. Studies waren alvast veelbelovend.”
Grote samenwerking
Het Bolucap-project kreeg ruim een miljoen euro aan Vlaio-subsidie. Het startte in de zomer van 2020 op het geitenbedrijf van Jef Kusters in Weelde. Het project is een samenwerking tussen onderzoeksinstituten Imec-Waves en ENT Studios, chipfabrikant NXP, en projectleider Wim Govaerts & Co.
“Het was soms een uitdaging om met elkaar te communiceren, want binnen dit project had iedereen een andere specialisatie. De chipfabricant kent bijvoorbeeld alles van elektronica, maar niets van dieren. Zij schrokken van de grootte van een geit”, lacht Wim Govaerts. “Voor de boer en de andere dierenspecialisten is het dan weer andersom. Voor hen was de technologie Chinees. Het was heel waardevol om van elkaar bij te leren.”