Fontane haalde in de rassenproeven een bruto-opbrengst van 74,9 ton/ha (alle sorteringen mét afval). Trekken we daar nog 20% van af (voor spuitsporen, kopakkers…), dan komen we op een praktijkopbrengst van 59,9 ton/ha. De sortering kon grof uitgroeien, met 87% van de opbrengst in de sortering +50 mm. Door zijn hogere knolaantal ligt zijn grofte wel enkele procenten lager dan bij de andere frietrassen. Fontane vormt korte (=rondere) knollen in vergelijking met de andere rassen (kortere knollengte).
Zijn onderwatergewicht kwam gemiddeld op 385 g/5 k, wat hoger is dan het gemiddelde van de frietrassen. Zijn blauwgevoeligheid lag met een index van 102 op een gemiddelde score, terwijl zijn onderwatergewicht hoger lag. Zijn frietkwaliteit lag dit jaar toch iets hoger (minder goed) dan we van deze referentie gewoon zijn, maar met weinig heterogene frieten. Ook zijn smaak na het koken viel in 2023 wat tegen, met net een voldoende. Vooral zijn grote meligheid zorgde voor eerder droge gekookte aardappelen. De knollen vertoonden iets meer schurft en Fontane blijkt wel gevoeliger te zijn voor het vormen van holle knollen. Roest (interne bruinverkleuring) werd niet gezien.