aan de eindstreep

Achteruitgang stoppen
Brouns overliep recent met de Eurocommissaris een aantal aangekondigde initiatieven. Het aangepaste mestbeleid werd daarbij niet uit de weg gegaan. Dat gesprek was constructief zonder dat de Eurocommissaris in detail kon ingaan op de lopende procedures. Dat neemt niet weg dat Brouns bij die gelegenheid duidelijk en expliciet zijn zorgen uitte, samen met de toelichting over de inspanningen die Vlaanderen al doet. De minister is van mening dat verdere toelichting aan de Europese Commissie over het aangepaste mestbeleid nodig is om nog meer duidelijkheid te scheppen.
De vaststellingen van de Europese Commissie zijn volgens Vlaams minister Brouns niet onverwacht. Het klopt volgens de minister dat wij en nog wel meer lidstaten de lat van goede toestand in 2027 niet zullen halen. Dat geldt voor de ecologische toestand van ons water en ook de chemische toestand. Alomtegenwoordige stoffen (koolwaterstoffen, kwik, PFOS en andere), zullen volgens de Commissie trouwens nog decennialang in te hoge concentraties in ons leefmilieu aanwezig zijn. Brouns voegt daaraan toe dat dit niet wil zeggen dat daarvoor geen maatregelen kunnen genomen worden om de toestand te blijven verbeteren. “We hebben de plicht om een verdere achteruitgang van de waterkwaliteit tegen te gaan.”
Goede punten
Jo Brouns wees er meteen ook op dat de Commissie Vlaanderen ook een aantal goede punten gaf. De aanpak met reductiedoelen, de grondige analyse van de drukfactoren en de investeringen in waterlopen en rioleringen worden als dusdanig positief benoemd en erkend. Bovendien werd het aangepaste mestbeleid dat nog niet in de analyse van de Commissie werd meegenomen, eind vorig jaar door het Vlaams parlement goedgekeurd. In die zin zijn volgens Brouns de aanbevelingen op dat punt gedateerd.
Renure en mesttransport naar Wallonië
Commissielid Bart Dochy (cd&v) polste de minister naar de bespreking met Europa over de Renure-meststoffen. Dat is dierlijke mest die dermate behandeld is dat hij eigenlijk gelijkgesteld moet kunnen worden met kunstmest. Het commissielid informeerde ook naar de vraag naar derogatie, vooral in de rundveesector, waar de uitscheidingsnormen gevoelig gestegen zijn door de nieuwe normen in het MAP.
Dochy benadrukte bovendien de al lang gestelde vraag om in de mogelijkheid te voorzien om mest van Vlaanderen naar Wallonië te transporteren.
Na zijn MAP-tocht door Vlaanderen bevestigt Brouns dat landbouwers er zich van bewust zijn dat een aantal maatregelen nodig zijn en dat zij zelf een deel van de oplossing vormen. De landbouw wil mee zijn verantwoordelijkheid dragen, maar de minister wijst erop dat 250.000 huisgezinnen in Vlaanderen nog niet aangesloten zijn op de riolering. In die zin vindt Brouns het belangrijk dat men de MAP-meetpunten evalueert. Dat staat op de agenda.
Aangaande de terugverdieneffecten en de bemestingsruimte als compensatie voor goede praktijken bestaan er volgens de minister verschillende technieken bij het bemesten. Er is dringend uniformisering gevraagd aan het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).
Wat derogatie en Renure aangaat, heeft Brouns de evaluatie van de Nitraatrichtlijn besproken met Eurocommissaris Roswall. Hij sluit zich aan bij Nederland, dat het belang van derogatie heeft bepleit in een schrijven. Minister Brouns kijkt vol verwachting uit naar de men,ing van Eurocommissaris voor Landbouw Hansen, die volgens hem dat idee genegen is in het kader van een meer structurele landbouw. Vlaanderen is in dit verband pleitbezorger om dat mogelijk te maken.
Op de kostenberekening in het kader van de flankering of de instap heeft minister Brouns nog geen duidelijk zicht. Hij begrijpt dat landbouwers de bijkomende verstrenging en de bijkomende maatregelen niet op applaus onthalen.
Brouns gaf nog mee dat er op Europees niveau een evaluatie van de Nitraatrichtlijn (170 kg stikstof/ha) komt.