Die veroordeelde de Vlaamse regering om dringend en niet vrijblijvend maatregelen te nemen om de wilde hamster in Vlaanderen in een ‘gunstige staat van instandhouding te herstellen’.

27 soortenbeschermings- programma’s
In totaal zijn er momenteel 27 officiële soortenbeschermingsprogramma’s (SBP’s) van kracht. Begin 2024 is het soortenbeschermingsprogramma voor de bever vastgesteld. Voor de knoflookpad gebeurde dat op het einde van 2024. De beheerregeling voor grote meeuwen werd afgewerkt en werd begin 2025 vastgesteld. Het soortenbeschermingsprogramma voor de hamster stond ook op het punt om afgewerkt te worden. Er werd echter beslist om het niet als een afzonderlijk soortenbeschermingsplan vast te stellen, maar om het te integreren in een breder actieplan rond landbouwbiodiversiteit. Dit zal op zijn beurt in 2025 binnen het ruimer kader van de Natuurherstelverordening vorm krijgen.
Commissielid Maurits Vande Reyde (onafhankelijke) liet zich in het debat ontvallen dat de rechtszaak rond de bescherming van de hamster werd aangespannen door de vzw’s Dryade en Vogelbescherming Vlaanderen, die vanuit de Vlaamse regering rijkelijk worden gesubsidieerd.
Geïntegreerde aanpak is beter
Minister Jo Brouns zei dat hij betreurt dat de toch wel aanzienlijke inspanningen die de afgelopen jaren voor de hamster werden gedaan nog niet gezorgd hebben voor het gewenste resultaat op het terrein. De minister is van plan om namens het Vlaams Gewest in beroep te gaan tegen dit vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het beroep zal zich toespitsen op het verduidelijken van de inspanningen die door zijn voorgangers zijn gedaan. Zijn ministeriële voorganger Demir (N-VA) communiceerde in 2023 dat een afzonderlijk soortenbeschermingsprogramma niet wenselijk is. Brouns is het daar in grote lijnen mee eens.
Uit een evaluatie bleek dat een geïntegreerde aanpak, waarbij gelijktijdig ook naar andere bedreigde akkersoorten zou worden gekeken, beter is. Jo Brouns is zelf voorstander van een geïntegreerde aanpak die doelen, instrumenten en verantwoordelijkheden samenbrengt in een overkoepelend plan van aanpak.
Overlevingskansen maximaliseren
“Ecologisch gezien”, meent Brouns, “is de hamster een soort die sterk investeert in voortplanting om verliezen ten gevolge van predatie te compenseren. Gezien het feit dat hamsters prooidieren zijn, is het niet verwonderlijk dat de belangrijkste natuurlijke oorzaak van sterfte predatie is. Dat is minstens 80%.”
Brouns herinnert aan het eerste soortenbeschermingsprogramma, dat liep van 2015 tot juli 2023. Het doel was om in 2 leefgebieden in totaal 250 ha onder hamstervriendelijk beheer te brengen op een termijn van 10 jaar. Met die aanpak is men tot een totaaloppervlakte van 90 ha geraakt. In de loop van de vorige legislatuur is de oppervlakte onder hamstervriendelijk beheer echter opnieuw gehalveerd. Volgens Brouns lijkt dit grotendeels te wijten aan draagvlakverlies voor natuur bij landbouwers de afgelopen jaren.
Juridische verplichting
Wanneer je leest en hoort welke inspanningen er geleverd worden om die soort aan boord te houden, krijg je de volgens minister Brouns terechte opmerking of dit nu dé prioriteiten zijn voor een overheid. Voor anderen is het allemaal te weinig, omdat de resultaten uitblijven. Hoeveel men moet investeren en of het sop de kool nog wel waard is, is voer voor maatschappelijk debat. Momenteel is het echter zo dat de Habitatrichtijn Vlaanderen ook juridisch verplicht om al het nodige te doen om die soort aan boord te houden.
Minister Brouns is van oordeel dat we ons in eerste instantie moeten blijven inspannen voor de akkerbiodiversiteit. De hamster maakt daar deel van uit. Omdat veel van die soorten nu eenmaal verbonden zijn aan akkers en landbouwpraktijken, moet er blijvend gezocht worden naar een manier om landbouwers mee te krijgen in dit verhaal. Daarbij moet hun productiviteit en inkomen gegarandeerd blijven. De noodzakelijke realisatie van dit leefgebied mag landbouw dus niet uitsluiten. De inrichting met voldoende hamstervriendelijke maatregelen dient te gebeuren in samenwerking met lokale landbouwers.
Geen onmogelijke opgave
Vlaanderen zal volgens minister Brouns, in nauw overleg met Wallonië, opnieuw sterk moeten investeren in draagvlak bij de landbouwers, om te komen tot voldoende grote clusters voor hamstervriendelijk beheer.
Net omdat die samenwerking met de landbouwsector nog steeds het knelpunt is, diende de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) samen met PXL BIO-Research, Boerennatuur Vlaanderen en diverse andere partners een voorstel in bij L'Instrument Financier pour l'Environnement (LIFE) van de Europese Commissie. Het LIFE-project beoogt een paradigmaverschuiving, waarbij landbouwers een centrale rol opnemen in het behoud van de Europese hamster en bij uitbreiding van de agrarische biodiversiteit. Deze vernieuwende visie werd uitermate gewaardeerd door de Europese Commissie. Dat resulteerde in een positieve projectgoedkeuring voor implementatie ervan in Vlaanderen, Nederlands Limburg en Noordrijn-Westfalen in Duitsland.
Minister Brouns is voorstander van een overlegmodel waarbij er in vertrouwen en in dialoog gezocht wordt naar oplossingen voor maatschappelijke problemen en uitdagingen. Dryade kiest volgens de minister Brouns echter niet voor overleg, maar voor gerechtelijke procedures. Dat is volgens hem niet de juiste weg.
“De Vlaamse steun die door mijn voorganger aan de organisatie Dryade werd toegekend, is stopgezet”, verduidelijkte Brouns nog.