Veehandel is zondebok, maar oorzaken van het falen van het IBR-plan liggen elders...
In hun persberichten beschouwen sommige vertegenwoordigers van de Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en hun Waalse evenknie Arsia de veehandel als de belangrijkste oorzaak van het probleem en als een belangrijke bron van risico in termen van Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (IBR) bij runderen. In een opiniestuk herinnert de Nationale Federatie van de Veehandel (FNCB) eraan dat er in de Belgische handel enkel Belgische boerderijdieren zijn die een gezonde (I3) of ziektevrije (I4) status hebben, omdat bedrijven met een ‘lagere’ I2-status geen runderen mogen verkopen in de handel.
Zelfs als het percentage IBR-vrije kuddes in België (>90%) heel hoog blijft, ziet de FNCB dat de echte zwakte kan liggen in het huidige beheer van het IBR-controleplan, omdat een boerderij zonder I4-status slechts eenmaal per jaar wordt getest via een bemonsterde beoordeling, waarvan het resultaat op de lange termijn een vals gevoel van veiligheid kan geven. Het zou te makkelijk zijn om de handel de schuld te geven en ze willen niet de zondebok zijn.
Virus verspreidt zich als een lopend vuur
...
Dit artikel is alleen voor abonnees
U heeft uw maandelijkse limiet van gratis beschikbare artikels bereikt
Abonneer nu
Al abonnee of geregistreerd?
Log in of
Activeer uw abonnement