Startpagina Melkvee

“De vrijheid van de koeien staat bij ons centraal”

In Essen, tegen de Nederlandse grens, baten Tanja Bruynincx en Karl Konings de Vrijloophoeve uit. Zoals de naam al doet vermoeden, staat bij hen de vrijheid van hun melkkoeien centraal. Ze bouwden een nieuwe serrestal met een grote open potstal waarin de koeien kunnen gaan liggen. Bij warm weer kunnen ze ook vrij naar buiten. Tanja is heel trots op haar bedrijf, en dat deelt ze dan ook graag op sociale media.

Leestijd : 8 min

De 130 koeien van Tanja en Karl worden sinds 2014 gemolken door 2 robots. Daarvoor werkten ze met een 2x8-visgraat. De robots kwamen er bij het bouwen van de nieuwe serrestal in 2014. De combinatie van weidegang en robots met vrij koeverkeer is niet altijd even gemakkelijk, maar verloopt best goed op de Vrijloophoeve.

Vrijheid eerst

In 2014 hebben Tanja en Karl gebouwd met aandacht voor het milieu en het welzijn van hun koeien. De serrestal geeft de dieren het gevoel dat ze altijd buiten staan en de potstal zorgt ervoor dat ze aangenaam en in groep kunnen rusten. Dankzij de robots kunnen ze gemolken worden wanneer ze willen, en door vrij koeverkeer kunnen ze altijd naar buiten.

“Wij vinden het welzijn van onze koeien heel belangrijk, en geven hun daarom zo veel mogelijk vrijheid”, zegt Tanja. “De vorige stal was gebouwd in 1992 en bevatte nog ligboxen, daar wilden we van afstappen. Ook onze droge koeien hebben een nieuwe potstal. We zouden niet meer terug naar ligboxen willen gaan.

Als het buiten warm genoeg is, staat de poort naar de weide ook altijd open. De combinatie van vrij koeverkeer en robotmelken verloopt hier eigenlijk best goed. Soms moeten we wel eens een koe gaan halen op de wei. Dan krijgen we een melding van de robot dat die koe abnormaal lang wegblijft.”

Inzet op milieu

“De potstal wordt gevuld met compost en houtsnippers”, legt Karl uit. “Dat systeem werkt voor ons heel goed, en daarbij is het ook nog eens goed voor het milieu. De houtsnippers dragen de vaste mest die erop terechtkomt, terwijl de urine erdoor kan lopen. Zo worden dikke en dunne fractie van elkaar gescheiden, waardoor er minder ammoniak gevormd wordt. De stalcompost gebruiken we op onze akkers als bodemverbeteraar.

We geven ook extra aandacht aan lokale productie. We hebben vlog-melk, wat betekent dat we geen soja importeren en de soja vervangen door andere eiwitten.”

Omschakeling naar Jerseys

Momenteel staan er vooral zwarte Holsteins op de Vrijloophoeve, maar Tanja en Karl zijn geleidelijk aan aan het overschakelen naar een bedrijf met enkel Jerseys. Daarvoor hebben ze verschillende redenen: “Jerseys zijn kleiner en vinniger dan Holsteins”, vertelt Karl. “Ze eten minder en stoten via hun ademhaling dus ook minder methaan uit, waardoor we weer inzetten op het milieu. Of dit ook in het nieuwe stikstofbeleid wordt meegenomen is nog afwachten. De kleinere koetjes geven iets minder melk, maar die is wel vetter en eiwitrijker. Ze zijn ook iets tammer en komen sneller naar ons toe dan onze Holsteins.

Ik ben met een groep andere melkveehouders afgereisd naar Denemarken om daar wat Jerseybedrijven te bezoeken en om kennis op te doen. Dat was heel interessant. Op één bedrijf konden we dan enkele koeien selecteren die we wilden aankopen. Die staan nu op ons bedrijf.

Het plan is om volledig over te schakelen naar Jerseys, maar dat kan niet in één keer. Jerseys zijn namelijk 250 euro duurder per stuk. Als we onze Holsteins zouden verkopen en meteen zouden vervangen door allemaal Jerseys, zou dat dus nog een hele investering zijn. Daarom kozen we ervoor om dat geleidelijk aan te doen door zelf wat Jerseys groot te brengen.”

Aanpassingen

“In het begin hebben we gesukkeld met het melken van de Jerseys en met het op punt stellen van het rantsoen. Voor de robots is het hoogteverschil tussen Jerseys en Holsteins een hele aanpassing. Dat lukt nu best goed. Naar een gepast rantsoen hebben we zeker een half jaar moeten zoeken, aangezien onze Holsteins en Jerseys samen staan. Beide rassen hebben bijvoorbeeld een totaal ander mineralengehalte nodig. Daar hebben we eerst ook wel wat leergeld aan betaald.”

Gebruik van Facebook

Tanja: “Toen we onze eerste 22 Deense Jerseys aankochten, heb ik op Facebook aan onze volgers gevraagd of ze leuke ideeën hadden voor namen, en daar kwam veel reactie op. Via die weg hebben we enkele heel leuke voorstellen gekregen en die hebben we dan ook gebruikt. Zo hebben we nu bijvoorbeeld een Troela en een Marcella. Andere dieren op ons bedrijf krijgen vaak dezelfde naam als de moeder. Zo kunnen we goed bijhouden welke koeien van elkaar afstammen. Soms kiezen de kinderen ook een nieuwe naam, of wordt een kalf naar iemand vernoemd die we kennen.

Twee jaar geleden startte ik onze Facebookpagina op om de mensen van ons bedrijf op de hoogte te brengen en om ze het reilen en zeilen van de boerderij te laten zien. Via Facebook kunnen ze een beetje volgen waar we op ons bedrijf mee bezig zijn. Ik had ook graag zelf wat meer contact met mensen en dat is nu zeker gelukt. We hebben 828 volgers die regelmatig op een bericht reageren of die dat liken. Soms doe ik ook wel eens een winactie of stel ik een vraag, en daar komt dan wel wat reactie op.

Screenshot_20220314-143832_Facebook (2)

Ik deel heel leuke momenten, zoals de koeien die onlangs heel blij waren omdat ze terug op de wei mochten, maar ik deel ook minder leuke momenten. Ik ben heel open over het boerderijgebeuren en ga dan ook geen gesprek uit de weg. Zo kom ik regelmatig berichtjes op Facebook tegen waarin iemand heel kritisch is over de rundveebedrijven in het dorp. Nergens zouden zogezegd nog koeien op de wei lopen, en het weghalen van het kalf bij moeder is ook een onderwerp van discussie.”

In gesprek gaan

“Ik leg hun dan uit dat er zeker nog boerderijen zijn, waar de koeien nog buitenlopen, zoals op die van ons, maar dat het voor sommige bedrijven gewoon niet mogelijk is om aan de strenge regelgeving te voldoen. Mensen weten niet dat wij eigenlijk maar 2 koeien buiten mogen zetten op een oppervlakte van 1 ha. Dat betekent bijvoorbeeld dat een bedrijf met 100 koeien een huiskavel van 50 ha moet hebben waar de koeien op kunnen staan. Doordat veel burgers daar echt helemaal geen weet van hebben, vind ik het moeilijk om te lezen dat zij vinden dat we onze dieren niet goed behandelen, enkel omdat ze dan bijvoorbeeld niet buiten lopen. Een boer is pas gelukkig als zijn dieren dat ook zijn, anders brengt het bedrijf ook niets op.

De kalfjes worden onder andere ook uit veiligheidsredenen van de koe weggehaald, want tussen de andere koeien en bij roosters is het niet zo veilig voor een pasgeboren kalf. Het kan vertrappeld worden of met zijn poot tussen de roosters terechtkomen. De kans zit er ook in dat het kalf te weinig bij de moeder drinkt, en ook de hygiëne is een pak beter in een apart hok.”

Hoeveverkoop

“Natuurlijk maken we ook reclame voor onze producten op Facebook. Binnenkort komt er zelfs ook een website. We verkopen veel zelfgemaakte zuivelproducten zoals yoghurt, panna cotta, pudding, chocomelk, tiramisu, chocomousse… Daarnaast verkopen we ook andere producten van lokale boeren, zoals bier, wijn, groenten, fruit en ijs.

De vaste dagen waarop ik in de keuken sta, zijn maandag en donderdag. Ondertussen kan ik goed inschatten welke hoeveelheden ik moet maken, maar dat blijft toch altijd een beetje gokken. Ik doe alles in glazen verpakkingen om voor zo weinig mogelijk afval te zorgen, en die potjes en flessen komen eigenlijk heel goed terug. Ik merk dat mensen het leuk vinden om hun steentje bij te dragen.

Om onze producten te verkopen sta ik ook 1 keer per maand op de streekproductenmarkt van Kalmthout, en 1 keer per maand op de markt van Essen. Dat doe ik nu ongeveer een jaar, om onze producten wat meer kenbaar te maken. Ik lever ook aan ‘Coopsaam’, een buurtwinkel waar mensen producten kunnen bestellen van verschillende bedrijven om die even later allemaal samen af te halen. Onze producten liggen in geen enkele winkel, want we behouden graag de exclusiviteit.”

Opstart hoeveverkoop

“Eigenlijk is onze zoon toen hij 6 jaar was gestart met hoeveverkoop, door het verkopen van eieren en aardbeien”, lacht Tanja. “Hij had voor zijn communie 2 kippen gekregen omdat hij vaak zei dat hij eitjes wou verkopen. Daar kwamen na een tijdje ook aardbeien bij en zo is dat stilletjes aan gegroeid. Op een bepaald moment verloor hij de interesse in de verkoop, en heb ik het grootste deel overgenomen.

Het aantal kippen is ondertussen ook uitgegroeid tot 80 stuks, een uit de hand gelopen hobby dus. Ik vind het leuk om die dieren te verzorgen en hun eieren kan ik goed gebruiken in mijn gerechten. We hebben nooit eieren over. Een deel verwerk ik in mijn producten en de andere worden verkocht. Op is op.”

Tanja maakt lekkere zuivelproducten, en daarnaast kan je nog andere lokale producten kopen op de Vrijloophoeve.
Tanja maakt lekkere zuivelproducten, en daarnaast kan je nog andere lokale producten kopen op de Vrijloophoeve. - Foto: SN

Klein houten ‘kotje’

“Covid heeft de opstart van onze winkel wat versneld”, vertelt Tanja. “Tot een klein anderhalf jaar geleden verkochten we onze producten nog in een houten ‘kotje’, waar onze zoon zoveel jaren geleden ook in is opgestart. Met de pandemie stonden er rijen mensen aan te schuiven om iets te kopen uit onze automaten. Ik kon vaak ook niet bijhouden met aanvullen. Onze nieuwe winkel en verwerkingsruimte waren toen in opbouw en die hebben we dus zo snel mogelijk afgewerkt. Die namen we in december 2020 in gebruik. De winkel is open van 7 uur ’s ochtends tot 21 uur ’s avonds.

Nu hebben we geen enkele automaat meer, enkel koelkasten, schabben en vriezers. Men kan betalen met payconiq, bancontact of cash. Om alles toch wat in het oog te kunnen houden, installeerden we camera’s. Dan kan ik nagaan of de kassa klopt.

De verkoop ging meteen heel goed in de nieuwe winkel. We hadden natuurlijk al wel een cliënteel opgebouwd, maar daar zijn toch nog wel wat mensen bijgekomen. In 2020, aan het begin van de pandemie, was het hier veruit het drukst. Dat is een klein beetje afgenomen, maar we verkopen nog steeds goed.”

Rondlopen op het erf

“Klanten komen hier ook graag met hun kinderen of kleinkinderen om naar de dieren te kijken. We staan toe dat ze tot bij de droge koeien gaan, maar verder mag niet. We willen niet riskeren dat er een ongeval gebeurt met één van de machines of met de dieren. Ook onze zorggast Alexander rijdt voortdurend met de tuintractor rond en met machines, en de dieren zijn geen knuffelbeesten.

De droge koeien staan heel dicht bij de winkel, de andere koeien en het jongvee wat verder. Doordat de klanten wel naar de droge koeien mogen gaan kijken, zien ze ook wel eens een bevalling, en dan blijven ze lang staan.”

“Dat zorgt wel eens voor wat onrust bij de koe die moet bevallen”, pikt Karl in, “maar we willen het hun toch gunnen om dat eens te zien.”

Volg @DeVrijloophoeve op Facebook.

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken