Startpagina Tuin

Radijzen en rammenas: pittige tussendoortjes

Radijsjes zijn een ideale groente voor de beginnende moestuinier. Ze stellen weinig eisen, hebben een korte teeltduur, want ze groeien supersnel, en ze zijn bovendien ook nog lekker en gezond. Radijsjes kennen we allemaal. Minder bekend is zijn nauwe verwant de rammenas, die men al eens durft in te delen bij de ‘vergeten groenten’. Nochtans is deze ook makkelijk te kweken en even lekker.

Leestijd : 5 min

Radijsjes worden vaak geteeld als voor- of nateelt van andere gewassen. Door zijn korte teeltduur (4 tot 8 weken) zijn ze ideaal om de nog braakliggende of vrijkomende perceeltjes op te vullen. Regelmatig een kleine hoeveelheid zaaien zorgt ervoor dat we deze lekkere en gezonde tussendoortjes steeds vers kunnen oogsten uit de tuin. Met hun pittige smaak, veroorzaakt door mosterdoliën, brengen ze de speekselproductie op gang en zijn ze dus prima geschikt als gezond en smakelijk aperitiefhapje.

‘Raphanus sativa’

De botanie en de geschiedenis van radijzen en rammenas zijn sterk met elkaar verweven. Ze behoren tot de familie van de Brassicaceae (kruisbloemenfamilie), een familie waar ook de kolen, rucola, tuinkers, waterkers, koolzaad en bladrammenas (een gewaardeerde groenbemester) deel van uitmaken. Hou rekening met deze verwantschap en zorg voor voldoende teeltwisseling binnen het teeltplan van de moestuin om problemen op lange termijn met onder andere bodemmoeheid en knolvoet te vermijden.

Oorspronkelijk zijn zowel radijs als rammenas eenjarige, kruidachtige, langedagplanten, waardoor sommige rassen bij late voorjaarsteelt en zomerteelt de neiging hebben om te gaan doorschieten en om voos te worden. Zaai daarom in de hete periodes het best op een plek in de schaduw en zorg voor voldoende water, zodat het gewas flink kan doorgroeien.

Beide gewassen behoren tot het geslacht Raphanus en zijn variëteiten van dezelfde soort: Raphanus sativa . De radijs werd oorspronkelijk ingedeeld bij de variëteit radicula en de rammenas bij de variëteit niger, maar omdat het gewas Raphanus sativa eigenlijk een cultuurplant is die ontstond door eeuwenlange selectie, is de scheiding tussen de verschillende variëteiten niet altijd duidelijk. Zo zijn er naast langwerpige, zwarte rammenassen ook ronde en kan de kleur

variëren van wit, groen-wit, roze,

violet, bruin, grijs tot tweekleurig

roze-wit. En ook bij radijs komen naast de mooi ronde knolletjes ook kegelvormige of halflange types voor en kan de kleur roze, rood, wit of een combinatie van die kleuren zijn.

Soorten

Rekening houdend met voorgaande uitleg worden de moestuingewassen behorende tot de soort Raphanus sativa bij ons als volgt ingedeeld.

Radijzen Onafhankelijk van de uitwendige kleur van de knol is het vruchtvlees van radijzen altijd wit van kleur. Hou bij de keuze van het ras steeds rekening met het zaaitijdstip, gebruik voor zaaien in de zomer steeds ‘zomerradijzen’. Hou ook rekening met de teeltwijze in open lucht onder glas (zeer vroege teelt). Koop voor de teelt onder glas steeds rassen die speciaal daarvoor geselecteerd zijn. Dat zijn rassen met kort loof. Andere rassen geven onder glas te veel loof en nauwelijks radijsjes.

Zomerrammenas Vaak wordt dit gewas ook ‘rettich’ genoemd, de Duitse benaming voor zomerrammenas, een naam die ook vaak in Nederland gebruikt wordt. Rettich is, net als radijs trouwens, afgeleid van het Latijnse radix (= wortel), verwijzend naar de verdikte wortel. Deze witte, lange (20 tot 30 cm), wortelvormige groente is door zijn snelle ontwikkeling geschikt voor de zomerteelt en kan gezaaid worden van april tot juli. De smaak is pikanter dan die van radijs, maar minder pikant dan die van winterrammenas. De laatste jaren zijn ook roze, bruine en rode zomerrammenassen op de markt gekomen, maar net als bij radijs is het vruchtvlees altijd wit. Rettich wordt het best jong geoogst en vers gegeten.

Winterrammenas De winterrammenas is de zwarte rammenas die de doorwinterde tuiniers nog kennen uit de klassieke moestuin, waar dit gewas tot de standaard behoorde. Jarenlang is deze groente minder populair geweest, maar met de opleving van de moestuin en de hernieuwde interesse in oude en ‘vergeten’ groentesoorten maakt dit gewas zijn rentree in de moestuin.

Deze groente met zijn scherpe, peperachtige smaak vormt zwarte, op wortels lijkende knollen. Er zijn ook rassen die ronde knollen vormen en die zeer geschikt zijn voor de teelt op zware gronden, waar de lange wortels vaak krom groeien of gaan splitten. Het gewas ontwikkelt zich trager dan de zomerrammenas, groeit wat forser uit en is wat beter te bewaren.

Zaai winterrammenas tussen half juni en half augustus. Te vroeg zaaien geeft immers opschieters, te laat gezaaid zal de opbrengst tegenvallen.

Daikon Waarschijnlijk klinkt het gewas ‘daikon’ niet direct bekend in onze oren, maar in Japan is deze selectie van de zomerrammenas een basisingrediënt in de keuken, dat onder andere gebruikt wordt voor de bereiding van soepen en sausen, maar dat ook opgediend wordt als volwaardige groente bij de maaltijd. De laatste jaren is ook bij ons zaad van daikon- variëteiten in de handel beschikbaar.

De smaak is wat milder dan die van rettich. De plant groeit forser dan onze zomerrammenas en de langwerpige knollen (30 tot 50 cm lang) worden, net als de zomerrammenas, het best jong geoogst en, gezien hun geringe bewaarvermogen, vers gegeten. Om doorschieten te vermijden kan je dit gewas het best zaaien tussen half juni en half augustus.

De teelt

In het algemeen vragen Raphanus- soorten een lichte, humusrijke en vochthoudende grond. Zwaardere grondsoorten zijn minder geschikt voor de zomervariëteiten en dienen voldoende diep bewerkt te worden wanneer we langwerpige soorten wensen te zaaien.

Voor de vroege en de late teelten geniet een zonnige standplaats de voorkeur, zo bekomt men mooie knollen en gedrongen loof. Voor de zomerteelt geniet zomerrammenas de voorkeur boven radijzen, omdat deze laatste zeer snel groeien en omdat ze al gauw de neiging hebben om voos of zelfs hol te worden. Wil je toch radijzen zaaien in de zomer, zaai ze dan op een schaduwrijke plek en voorzie voldoende vocht. Extra bemesting is niet nodig, te veel stikstof zorgt voor (te) welige loofgroei en voor weinig vruchtvorming.

Er wordt steeds ter plekke gezaaid. Radijsjes worden ondiep (0,5 cm) gezaaid, lange radijzen en rammenas ongeveer 2 cm diep. Daarna volstaat het om de teelt onkruidvrij te houden. Zomerrassen dienen tijdig (lees jong) geoogst worden, winterrammenas wordt geoogst in het najaar en kan, net als wortels, lang bewaard worden in een bak met vochtig zand in een vorstvrije omgeving.

En dan nu vlug aan de slag. Zomerradijsjes kan je nu zaaien op een koele plek en zomerrammenas kan nog de hele meimaand uitgezaaid worden. Vanaf half juni kan je dan met winterrammenas en daikon aan de slag en in juli en augustus kan je weer naar hartenlust zomer- en herfstrassen van radijs zaaien.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken