Ventilus wordt geflankeerd
Net voor het zomerreces kwam het in het Vlaams Parlement tot het zoveelste opstootje rond het Ventilusproject. Minister Zuhal Demir hield zich op de vlakte bij vragen van een aantal parlementsleden in verband met het toekomstgerichte elektriciteitsnet dat de energietransitie kan realiseren.
In de commissie Leefmilieu peilde volksvertegenwoordiger Staf Aerts (Groen) naar eventuele afspraken die er nog gemaakt (zouden) zijn over Ventilus in de schoot van de Vlaamse Regering. Hij wees op de ongerustheid van tienduizenden mensen in West-Vlaanderen over de al dan niet boven/ondergrondse lijnen die het nieuwe net mogelijk moeten maken.
Bovendien wordt de bevoorradingszekerheid en de hernieuwbare energie van de elektrificatie van West-Vlaanderen – en bij uitbreiding van heel Vlaanderen – bedreigd door nieuw uitstel.
Overleg
Minister Demir (N-VA) bevestigt dat het dossier door de regering is besproken. De Vlaamse Regering zal met de burgemeesters in West-Vlaanderen aftoetsen welke concrete flankerende maatregelen er nodig zijn. De minister wil niet uitweiden over die eventuele flankerende maatregelen die ze uit hoffelijkheid eerst met de betrokken burgemeesters wil bespreken.
Hakken in het zand
N-VA-er Andrie Gryffroy viel zijn collega-commissielid Aerts bij. Beiden ervaren dat de burgemeesters in de betrokken regio de hakken in het zand zetten. Dat is volgens hen opmerkelijk op een moment dat duidelijk wordt dat de nieuwe windturbines en zonneparken vandaag geen garantie meer bieden om constant elektriciteit te produceren. Bedrijven krijgen ook geen permanente aansluiting meer in West-Vlaanderen omdat het net oververzadigd is.
Gryffroy gaat nog wat verder. Hij stelt vast dat men in West-Vlaanderen nog altijd niet begrepen heeft dat Ventilus nodig is voor de windturbines op zee. Volgens hem willen alle West-Vlamingen kerncentrales behouden. “Maar er is nog altijd een federale minister die dat niet begrepen heeft.”
Duidelijkheid
Ook volksvertegenwoordiger Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) dringt er op aan om de bevolking van West-Vlaanderen die potentieel getroffen wordt door een traject, snel duidelijk te maken over welk traject het zal gaan. De bewoners willen ook weten over hoeveel percelen het exact gaat en welke flankerende maatregelen er voor deze mensen in het verschiet liggen. “En – zegt hij – zelfs met een kerncentrale in West-Vlaanderen is een versterking van het netwerk nodig.”
Hij is tevreden omdat de minister zoveel mogelijk lokaal draagvlak probeert te creëren en de omvang van het project wil reduceren tot zijn reële dimensie. Op die manier kan men de vele West-Vlamingen die niet worden getroffen door het uiteindelijke traject, gerust stellen.
In september
Minister Demir kondigt aan dat het dossier in september opnieuw voor verdere bespreking in de ministerraad komt. Nog in deze zomer moet volgens haar alles op alles gezet worden om een goed overleg te hebben met de lokale gemeenschap. Ze wil luisteren naar de bezorgdheden en kijken wat de Vlaamse Regering kan doen en wat flankerend beleid inhoudt.
