Startpagina Tuin

De lekkerste aardbeien kweek je zelf

Groenten en fruit van eigen oogst smaken vaak beter dan de groenten en het fruit die men koopt in de winkel. Enerzijds zal dit wel te maken hebben met een stukje trots over het zelf gekweekte voedsel, anderzijds heeft dit ook te maken met de grondsoort, de bemesting, de manier van telen en de rassenkeuze van de moestuinier en de beroepskweker.

Leestijd : 5 min

Voor aardbeien komt daar nog bij dat ze niet lang bewaren en dus het best zo vers mogelijk gegeten worden. Natuurlijk heeft de beroepskweker het voordeel van de ervaring en de stielkennis, waardoor hij perfect gevormde en kwaliteitsvolle aardbeien kan aanbieden op de markt. Conclusie: de lekkerste aardbeien kweek je zelf, mits een beetje kennis.

De aardbeiplant in de verschillende seizoenen

Bij de teelt van groenten vinden we het normaal dat we in hetzelfde jaar zaaien of planten en oogsten. Bij de aanplant van kleinfruit of fruitbomen weten we dat we 1, 2 of zelfs meerdere jaren geduld zullen moeten oefenen vooraleer we kunnen oogsten.

Maar hoe zit dat nu precies bij aardbeien? Er zijn 2 soorten aardbeien: de doordragende rassen, waarbij de oogst gespreid verloopt over 4 à 5 maanden en de eenmaal dragende rassen, de zogenaamde junidragers, die gedurende een korte periode heel veel vruchten opleveren. Beide soorten zijn doorlevende planten. Bij de junidragers gebeurt de bloemaanleg (net zoals bij veel bomen en struiken) echter al in het voorgaande groeiseizoen. Dit is meteen ook de reden waarom augustus de ideale maand is voor het planten van jonge aardbeiplantjes van eenmaal dragende rassen. Om dit beter te begrijpen lees je hieronder een kort overzicht van de groeicyclus van de aardbeiplant doorheen het jaar.

De bloemvorming en de rustperiode

Rond half augustus, onder invloed van de korter wordende dagen, gaat de plant over naar een geremde groei en wordt ze geprikkeld om te starten met de bloemvorming. De eigenlijke aanleg van de bloemen voor het volgende seizoen gebeurt in september, oktober en november. De bloemaanleg gebeurt inwendig in de plant en is dus niet zichtbaar. Door de geremde groei worden er geen uitlopers meer gevormd en de bladeren die zich toch nog ontwikkelen, zijn kort en gedrongen. Men spreekt van een rozetvormige groei. Onder invloed van de dalende temperatuur stopt de plant in november-december met de bloemaanleg en gaat ze volledig in rust.

Hoewel aardbeien in ons klimaat winterhard zijn, is het toch beter om ze tijdens perioden met strenge vorst af te dekken met een vliesdoek of met afgevallen bladeren. In ieder geval moeten de planten, ook aardbeien in hangpotten, buiten overwinteren, omdat de koude ervoor zorgt dat de planten in het voorjaar op een normale manier uitgroeien. Planten die geen koudeperiode doorgemaakt hebben, groeien niet goed uit, blijven zeer gedrongen en vormen bloemen van slechte kwaliteit.

De bloei en vruchtvorming

Als in het voorjaar, vanaf maart, de temperatuur begint op te lopen, herneemt de bladgroei en kort daarna zullen ook de bloemstengels uitgroeien, waaraan in de maand mei de bloemen tevoorschijn zullen komen. In juni kunnen we dan volop oogsten en begint de plant onder invloed van de lange dagen uitlopers te vormen. Dat zijn lange takranken waarop nieuwe plantjes groeien. De vorming van de uitlopers gaat door tot eind juli- begin augustus, waarna de hele cyclus opnieuw begint.

Eenjarige of meerjarige cultuur?

Professionele aardbeikwekers planten elk jaar nieuwe, jonge aardbeiplanten aan. Voor de professionele teelt worden uitsluitend eenmaal dragende rassen gebruikt. Door te spelen met daglengte en koudebehandeling, telen onder glas of plastic en de plantdatum, slaagt men erin om bijna het jaar rond aardbeien te oogsten. Hobbytelers geven vaak de voorkeur aan doordragende rassen om de oogst te spreiden over een aantal maanden. Ook voor hen is het een goede gewoonte, maar geen noodzaak, om jaarlijks een nieuwe teelt op te zetten.

Bij de 1-jarige cultuur wordt de volle groeikracht van de jonge planten benut. De vruchten rijpen vroeger en zijn groter dan die op oudere planten en de kans op ziekten en plagen is een stuk minder. Wissel wel regelmatig van perceel om bodemmoeheid te voorkomen. Wie opziet tegen het jaarlijks opnieuw planten, kan gedurende 3 à 4 jaar van dezelfde planten oogsten.

Zelf vermeerderen

Aardbeiplanten vermeerdert men gemakkelijk van uitlopers die de plant in het groeiseizoen spontaan gaat vormen. Om sterke, goed bewortelde jonge plantjes te krijgen kunnen we het best bij enkele planten, die we specifiek selecteren voor het kweken van nieuwe plantjes, in juni de bloeistengels verwijderen, zodat alle energie van deze geselecteerde planten naar de uitlopers en de vorming van nieuwe plantjes gaat. Maak de grond rond de geselecteerde planten in juni oppervlakkig los en spreid de uitlopers zoveel mogelijk uit, zodat de jonge plantjes gemakkelijk kunnen inwortelen en voldoende ruimte hebben om zich te ontwikkelen.

Rond 15 augustus kunnen de bewortelde plantjes dan gerooid en onmiddellijk opgeplant worden op het nieuwe plantbed. Het planten dient absoluut in deze periode te gebeuren (zie hierboven: bloemaanleg), anders heeft men het volgende jaar geen of slechts een kleine oogst. Doordragende soorten vormen wat minder uitlopers, omdat ze hun energie gedurende een langere periode nodig hebben om vruchten te vormen. Deze mogen later op het seizoen – in september of in het vroege voorjaar – uitgeplant worden, omdat hier de bloemaanleg plaatsvindt in het voorjaar.

Tips

-Aardbeien houden van een eerder lichtzure grond en behoeven dus geen kalkbeurt. Ze geven de voorkeur aan een vruchtbare bodem, maar te veel stikstof veroorzaakt een overmatige bladgroei en kleinere, slecht afrijpende vruchten. Voldoende kalium zorgt voor een stevig gewas met stevige, goed rijpende vruchten.

-Plant de plantjes op 25 cm van elkaar op rijen met een tussenafstand van 80 cm, op een voldoende diep bewerkte grond (aardbeien wortelen tot 1 m diep).

-Het is heel belangrijk dat het hart van de aardbeiplant net boven de grond komt te zitten bij de aanplant. Als het hart te diep zit, gaat de plant rotten. Wanneer het te hoog boven de grond zit, kan de plant uitdrogen.

-Half augustus (na het eventuele verwijderen van de jonge plantjes) moeten alle verdorde en gele bladeren en ook alle uitlopers verwijderd worden, hou enkel een compact plantje met een 6-tal jonge bladeren over.

-Wie nu nog geen plaats vrij heeft voor een nieuwe aanplant, kan de jonge plantjes (dicht bij elkaar) uitplanten op een wachtbed, om ze dan tijdens de rustperiode (december-maart) op hun definitieve plek uit te planten.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken