Startpagina RULA: 'Landbouw en topsport'

Wim Vansevenant: “Topsport was makkelijker dan boeren”

Als topsporter word je in Vlaanderen beter begeleid dan als boer. “Welke boer kan nog zelf al die aangiftes en documenten correct invullen? Eén vergissing en je wordt zwaar gesanctioneerd. Dan kan je maar beter topsporter zijn. Dan regelen de overheid en je team bijna alles voor jou.” Boer Wim Vansevenant (52) uit Torhout heeft een verleden als topsporter en ziet parallellen en verschillen tussen beide.

Leestijd : 8 min

Wim Vansevenant is de vader en de grootste supporter van profwielrenner Mauri Vansevenant, het jonge klimtalent dat ingelijfd werd in dezelfde ploeg als Remco Evenepoel en die andere boerenzoon, Yves Lampaert.

Mauri is een ander soort renner dan zijn vader. “Ik was bij de jongeren bovengemiddeld goed, maar bij de profs was ik geen echte spurter, geen echte klimmer en geen echte tijdrijder. Maar als domestique, als helper van de favorieten, was ik goud waard”, kijkt Wim Vansevenant terug.

Geen tijd voor de Ronde op tv

“Ik groeide op als enige zoon op de boerderij van mijn ouders. Veel mogelijkheden voor sport of hobby’s waren er niet. Er was geen tijd om de Ronde van Frankrijk te volgen op tv, want er moest gewerkt worden.”

Dat Wim begon met wielrennen, gebeurde toevallig. “In mijn klas hield iemand een spreekbeurt over de nieuwe koersfiets die hij gekregen had, een Eddy Merckx-fiets. Dat maakte nogal indruk op mij. Ik begon konijnen te kweken en te verkopen om zelf iets te verdienen en met mijn spaarcenten kocht ik ook een koersfiets. Geen Eddy Merckx-fiets, maar ik kon er toch goed mee uit de voeten.”

Van de koersfiets naar een wielercarrière was een kleine stap. “Ik was 15 jaar en deed zonder veel voorbereiding mee aan een lokale wielerwedstrijd. Het regende en achteraan in het peloton kreeg ik al het spatwater van mijn voorliggers over mij. Dat vond ik niet fijn en dus ging ik maar op kop rijden. Ik ontsnapte uit het peloton en reed 9 ronden op kop. Omdat ik mijn wedstrijd slecht ingedeeld had, werd ik op het einde opnieuw ingelopen en ik eindigde als laatste.”

Koersen voor geld en verse vis

In elke ronde van die wedstrijd was er een premie voor wie als eerste doorkwam. “Die premie was soms in natura, soms in geld. Ik had de wedstrijd niet gewonnen, maar omdat ik al die rondes op kop gefietst had, ging ik naar huis met een paar honderd frank en 2 kg verse vis. Mijn vader, die aanvankelijk niet enthousiast was over mijn deelname aan die wedstrijd, gaf mij toen zijn zegen om daarmee verder te doen.”

Bij de nieuwelingen en de junioren behaalde Wim redelijk wat successen. “Ik was goed en het avontuur sprak mij aan. Dankzij het wielrennen werd mijn wereld groter dan het West-Vlaanderen waar ik opgroeide. Door deel te nemen aan wedstrijden in Nederland, Duitsland, Frankrijk of Zuid-Afrika verlegde ik niet enkel op sportief vlak mijn grenzen, maar ook als mens.”

Bij de profs werd duidelijk dat Wims rol die van domestique zou zijn. “Ik was knecht van Peter Van Peteghem in de klassiekers en van Cadel Evans en Robbie McEwen in de Ronde van Frankrijk en in andere internationale rondes. In mijn eerste Ronde van Frankrijk eindigde ik als allerlaatste, omdat ik mij volledig leeggereden had in dienst van de kopmannen.”

Drie keer rode lantaarn

“Omdat die laatste plaats wat extra publiciteit opleverde, heb ik er in mijn 2 volgende rondes alles aan gedaan om nog eens als laatste te eindigen in Parijs. En dat is gelukt. Al moest ik al eens letterlijk de remmen dichtknijpen om een andere renner voor te laten. Drie keer als rode lantaarn eindigen, dat heeft niemand mij al nagedaan.”

Als rode lantaarn eindigen is een kunst op zich, een tactisch spel met het inschatten van tegenstanders, het inschatten van hoeveel tijd je na het peloton mag toekomen om niet gedeclasseerd te worden… En uiteindelijk rij je toch net zoveel kilometers en over dezelfde hellingen als de winnaar.

Als profwielrenner word je geleefd. “Eens je bij de ‘grote’ ploegen rijdt, is er maar weinig dat je nog zelf kan beslissen. Je programma van stages, wedstrijden en rondes ligt vast, je beschikt over een soigneur, dokter, diëtist en mecanicien, je hebt verplichtingen tegenover de sponsors, je wordt gevolgd door de pers, je leeft van de ene hotelkamer naar de volgende, … Alles wat ik moest doen, was niet nadenken en zo hard mogelijk fietsen met de kopman in mijn wiel. In de boerenstiel moet je het meestal allemaal zelf uitzoeken en je kan eens niet een dag gewoon ‘het verstand op nul zetten en gaan’. Er zitten bovendien nog heel wat aasgieren in de sector die willen betaald worden voor advies dat dan nog niet altijd correct is”, vertelt Wim.

Geen kast met bekers

“Het profwielrennen was een mooie tijd en ik heb daar goed mijn boterham verdiend, maar ik was daardoor 14 jaar constant weg van huis en heb zo wel de eerste levensjaren van mijn kinderen gemist. Ik bleef al die tijd wel met 2 voeten op de grond. In de echte wereld koop je niets voor een kast met bekers.”

Heel wat wielrenners blijven na hun actieve carrière hangen in het peloton, als mecanicien, ploegleider, chauffeur voor VIP’s … “Ik heb dat even gedaan, maar ik vond daar geen uitdaging in. Ik had in het wielrennen alles gedaan en alles geprobeerd en dat hoofdstuk was voor mij afgesloten.

Het wielrennen en wat ik daar verdiend heb, gaf mij wel een mooie start als boer. Het was nu ook geen fortuin, maar in die tijd genoeg voor een te renoveren hoeve en wat land. Elke steen van die gebouwen heb ik zelf gelegd. Tot vandaag ben ik blij dat ik niet vasthang aan een reeks leningen. Ik wou niet afbetalen om te mogen werken.

Wim Vansevenant bij één van de leiderstruien van zijn zoon Mauri. Die is een ander soort renner dan zijn vader, maar hij wil na zijn carrière als profrenner graag ook boeren.
Wim Vansevenant bij één van de leiderstruien van zijn zoon Mauri. Die is een ander soort renner dan zijn vader, maar hij wil na zijn carrière als profrenner graag ook boeren. - Foto: FVDL

Ik had – net als Mauri nu – een hart voor de boerenstiel. De boerderij van mijn ouders was niet echt een optie om over te nemen. Dat was een hoeve die ze pachten en die moest gerenoveerd worden. En ze hadden naast de aardappelen maar 25 melkkoeien. Het waren de jaren van de melkquota en quota bijkopen om dan elke dag vast te hangen aan het melken en het ‘s nachts opstaan voor kalvingen: dat zag ik niet zitten. Ik had als wielrenner van een grote vrijheid geproefd en ik wou mezelf niet vasthaken aan die dagelijkse routine”, vertelt hij.

Wim kocht een oud hoevetje toen hij 38 was en heeft de woning en de schuur gerestaureerd en uitgebreid. “Ik begon met groenten en vond daarin een hele reeks nieuwe uitdagingen. Het was een zoektocht: welke groenten liggen mij, hoe pak ik die groente aan, levert die dan ook een goed rendement op, enz. Ik had wel veel gezien en geleerd van mijn ouders, maar was nog nooit echt de enige verantwoordelijke geweest.”

Zonder extra handen

“Ik zocht naar groenten waarvoor ik geen extra handen nodig had, dus geen bloemkolen of prei. Mijn vrouw had immers een eigen kapperszaak opgebouwd en Mauri studeerde en was zelf al beginnen fietsen. Ik kwam voor mijn 25 ha uit bij spinazie, bonen, graszaad en vlas.”

Pas later kwamen de schapen erbij. “Iedereen zal toegeven dat je aan schapen niet veel werk hebt, op het lammerseizoen na. Sinds de Brexit is het moeilijker en duurder om Brits lamsvlees naar hier in te voeren en daardoor krijgen we hier nu een mooie prijs voor onze dieren. Met 21 ooien heb ik dit seizoen 47 lammeren.”

Met 21 ooien had Wim dit seizoen 47 lammeren.
Met 21 ooien had Wim dit seizoen 47 lammeren. - Foto: FVDL

Boer Wim had er zelf nog niet bij stilgestaan, maar in het Vlaamse en internationale wielerpeloton zitten inderdaad flink wat boerenzonen en -dochters. “Wie uit de boerenstiel komt, geeft niet snel op. Na één slecht seizoen moet je nog niet afhaken, want misschien volgt er daarna een heel goed jaar. Boerenzonen en -dochters kunnen omgaan met een tegenslag. Ze worden niet gepamperd, hebben de gewoonte om vroeg op te staan en kunnen langer blijven doorgaan dan anderen, denk ik.”

In het peloton of in de hotelkamers tijdens een ronde vinden boerenzonen elkaar gemakkelijk. “Ik heb geen idee of dat ook zo gaat bij zonen van tandartsen of boekhouders, maar zet 2 boerenzonen bij elkaar en het gesprek gaat al rap over het land, de beesten en de tractor. Landbouw is geen beroep, maar een passie.

Je kan van een boer een wielrenner maken, maar het blijft een boer. In mijn profcarrière keek ik meestal met de ogen van een boer naar de omgeving waar we aan het fietsen waren. In de Ronde van Frankrijk zag ik voor het eerst velden met zonnebloemen en dan wou ik daar alles over weten. In de Tour Down Under in Australië zag ik suikerrietplantages. In de Ronde van Canada ging ik praten met wijnboeren en in de Ronde van Spanje leerde ik veel bij over het kweken van olijven. Het is niet omdat je maar een Vlaamse boerke bent dat je oogkleppen op moet hebben”, vindt Wim.

Band tussen boer en burger

Sinds enkele maanden is Wim gestart met het aanbieden van glamping. “Niet zozeer om iets bij te verdienen, wel om de band tussen boer en burger te versterken, want die band is weg. De natuurjongens beheersen volledig het maatschappelijke en politieke debat en naar de boer wordt niet geluisterd. Het is misschien een druppel op een hete plaat, maar als ik hier elke week 3 stadsgezinnen heb met wie ik mijn verhaal en bezorgdheden kan delen, is dat nog altijd beter dan niets doen. En ik zal er waarschijnlijk zelf ook wat plezier in vinden.

Voor de bezoekers staan 3 tenten klaar op de schapenweide en daar kan iedereen eens ‘back to basics’ gaan.
Voor de bezoekers staan 3 tenten klaar op de schapenweide en daar kan iedereen eens ‘back to basics’ gaan. - Foto: FVDL

Ik voel mij als boer niet langer vertegenwoordigd door de klassieke belangengroepen en de politiek. Nu ze de resultaten zien van de BoerBurgerBeweging (BBB) in Nederland en er volgend jaar hier verkiezingen zijn, schieten ze wakker, maar ze hebben de sector wel al jaren laten verschrompelen. Ik verwacht in 2024 veel proteststemmen in de kieshokjes op het platteland.”

Bback to basics: verwarmen en koken met een houtvuur, eieren rapen bij de kippen, verlichten met olielampen engeen wifi.
Bback to basics: verwarmen en koken met een houtvuur, eieren rapen bij de kippen, verlichten met olielampen engeen wifi. - Foto: FVDL

De glamping – glamorous camping – dient niet alleen een hoger doel, het is ook gewoon leuk. “Voor de bezoekers staan 3 tenten klaar op de schapenweide en daar kan iedereen eens ‘back to basics’ gaan: verwarmen en koken met een houtvuur, eieren rapen bij de kippen, verlichten met olielampen, geen wifi en enkel elektriciteit voor de koelkast. En wie zijn terras niet afsluit, krijgt gegarandeerd bezoek van een van de schapen.”

Mauri wil boeren

Wims zoon Mauri wil een gelijkaardig traject volgen en na zijn wielercarrière boer worden. “Dat gevoel is nog versterkt nu hij een boerendochter als vriendin heeft. We hebben daar al veel gesprekken over gevoerd. Of er hier nog wel een toekomst is als boer en hoe die toekomst er dan uitziet. Aan het tempo dat Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) grond opkopen om er natuur van te maken, zullen er straks niet veel boeren overblijven. We zijn een hele generatie jonge boeren aan het weggooien. Consumenten en burgers zijn het zo gewoon geworden dat er zoveel eten zo goedkoop in de supermarkt ligt, dat ze geen respect hebben voor onze stiel. Als Mauri wil boeren, zal ik hem steunen, maar mijn advies is dan toch om dat niet in Vlaanderen te doen. Frankrijk is niet ver van Torhout en daar is het respect van politici en consumenten al een stuk beter”, besluit Wim Vansevenant.

Lees de verhalen van 5 andere topsporters met landbouwroots in het RULA-magazine via deze link.

Filip Van der Linden

Lees ook in RULA: 'Landbouw en topsport'

Paratriatleet Wim De Paepe: “Mijn roots in de landbouw stuwen mij altijd verder vooruit”

RULA: 'Landbouw en topsport' Wim De Paepe is een paratriatleet, die opgroeide op een landbouwbedrijf in Waals-Brabant. Op het einde van vorig jaar veroverde hij een bronzen medaille op de wereldkampioenschappen in Abu Dhabi. De discipline en het sterke karakter dat je in deze discipline nodig hebt, vinden zonder twijfel hun oorsprong in zijn opleiding en in de omgeving waarin hij opgroeide.
Meer artikelen bekijken