Startpagina Melkvee

Gemiddeld melkveebedrijf verliest 1.500 euro per maand bij hittegolf

Landbouweconomen hebben langlopende productiecijfers van alle Vlaamse melkveebedrijven naast opgetekende weersfenomenen gelegd om de economische schade door hitte in kaart te brengen. Hitte kan een negatieve invloed hebben op de hoeveelheid melk die koeien geven en op de melksamenstelling. De economische schade kan oplopen tot 1.500 euro en meer per maand per bedrijf

Leestijd : 4 min

ILVO werkte voor deze studie samen met de Agricultural Economics and Policy Group van ETH Zurich (Zwitserland). “We weten nu vanaf welke hitteduur en -ernst er opbrengstverliezen optreden en tot op welk hittepunt de melkveehouders met de huidige anti-hittestress technieken het risico op negatieve effecten kunnen beheersen of beperken. Het effect van hete, drukkende zomerdagen op de koe en haar melkproductie verloopt niet lineair. Een duidelijke knik naar zwaardere economische schade ligt op 76 punten van de zogenaamde THI schaal (Temperature Humidity Index)”, zegt ILVO-landbouweconoom Erwin Wauters.

Vlaamse melkveehouderij als studiecase

Dat hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid de melkhoeveelheid en de melkkwaliteit (bijvoorbeeld het vet- en eiwitgehalte) aantasten, is intuïtief bekend bij de landbouwers. De grootte en het verloop van de economische schade door hitte is nu ook berekend.

De onderzoekers lieten hun berekeningen los op bijna 180.000 unieke maandcijfers over melkkwantiteit en -kwaliteit op boerderijniveau, van alle melkveebedrijven in Vlaanderen gedurende 6 jaar (N = 178.843; jaren 2009-2015). Deze dataset over zuivelproductie werd gematcht met weersgegevens met hoge resolutie, meer bepaald met de zogenaamde Temperature Humidity Index (THI). Sommige resultaten nuanceren vaststellingen uit kleinschaliger experimenteel hitteonderzoek.

Econometrische methodiek

Met behulp van fixed effects regressie richtte het onderzoek zich op warmteschokken, d.w.z. de afwijkingen van het gemiddelde klimaat op de specifieke locatie van elk melkveebedrijf, op productieschokken, d.w.z. afwijkingen van de gemiddelde productie van de hoeve. De onderzoekers gebruikten niet-lineaire beperkte kubische splines regressie om de respons van melkkwaliteit en -hoeveelheid op blootstelling aan Temperature Humidity Index (THI) per uur te schatten. De analyse maakte het mogelijk om bewijs te leveren voor de werkelijke effecten van blootstelling aan extreme hitte voor een zeer representatieve populatie van boeren.

1.500 euro per bedrijf per maand opbrengstderving

Warmteschokken (plotse warme en vochtige omstandigheden) leiden bij de koe tot een afname van de melkhoeveelheid en het eiwitgehalte. Het gehalte aan melkvet lijkt niet of nauwelijks beïnvloed te zijn. Dat het melkvet niet beïnvloed wordt door hitte, en zelfs eerder toeneemt boven een bepaalde hittedrempel, is in tegenspraak met eerder experimenteel werk, en het toont dat er minstens op deze indicator langer weerwerk tegen de hitte-effecten wordt geboden.

De vastgestelde effecten zijn van aanzienlijk economisch belang. In de maand met de meest extreme THI-waarden verliest een gemiddeld bedrijf bijna 5% aan melkproductie. Voor een gemiddeld bedrijf en een gemiddelde prijs van 0,30 euro per liter komt dit neer op een verlies van 440 euro voor die maand, voor de 5% ergst getroffen bedrijven in die maand is dat meer dan 1.500 euro. Deze economische impact houdt nog geen rekening met eventuele gestegen kosten in die periode.

Steeds meer hittegolven

De jongste jaren neemt het aantal hittegolven per jaar toe. Uit een simulatieberekening concluderen de onderzoekers dat elke extra dag met een THI van 85 (wat overeenkomt met een temperatuur van 33°C en een relatieve luchtvochtigheid van 65%) op een gemiddeld melkveebedrijf en aan een gemiddelde melkprijs tot een omzetverlies van 500 euro kan leiden.

Vanaf wanneer is warmte schadelijk

De kritische THI-drempel (Temperature Humidity Index) waarboven blootstelling leidt tot scherpe verminderingen van melkhoeveelheid en melkeiwitgehaltes ligt over het algemeen hoger dan eerdere experimentele studies suggereren. Duidelijk is dat er boven een THI van 76 een steile daling van de melkparameters (behoudens vetgehalte) optreedt.

Hoeveelheid melk, hoeveelheid melk in omgerekende standaard-samenstelling en eiwitgehalte van de melk dalen scherp boven een bepaalde hittestress. Vetgehalte maakt de neerwaartse knip niet. (*Fpcm = gestandaardiseerde melk: Fat and Proteïn Corrected Milk)
Hoeveelheid melk, hoeveelheid melk in omgerekende standaard-samenstelling en eiwitgehalte van de melk dalen scherp boven een bepaalde hittestress. Vetgehalte maakt de neerwaartse knip niet. (*Fpcm = gestandaardiseerde melk: Fat and Proteïn Corrected Milk) - Bron: ILVO

Boeren kunnen de hittestress bij hun koeien en de negatieve gevolgen van warmteschokken in de stal of op de weide succesvol verminderen via anti-hitte maatregelen, zij het slechts gedeeltelijk. Mogelijke strategieën zijn ventilatie, waterverneveling in de stal, voorzien in genoeg drinkwater op een optimale temperatuur, beweiding op de koelste momenten van het etmaal of aanpassingen aan de melkveestapel.

Toekomst

Over de gehele onderzochte periode waarin data beschikbaar was, namelijk 2009-2015, was de economische impact nog enigszins beperkt, doordat zeer hoge THI-waarden nog niet zo frequent voorkwamen. Het economische belang van hittestress op melkveebedrijven is echter aanzienlijk en groeit nog steeds, door het toenemen van de klimaatverandering. In de recentere periode zijn dagen met hoge THI-waarden veel frequenter geweest.

De dataset van deze studie maakte het niet mogelijk om de al dan niet aanwezige anti-hittestressmaatregelen en strategieën bij de afzonderlijke boeren te evalueren op hun economische efficiëntie. Meer onderzoek naar de anti-hittestressmaatregelen bij melkvee en hun kosten/batenbalans zijn nuttig en nodig.

De hier geïdentificeerde effecten zijn relevant voor de zuivelindustrie, omdat hittegolven die meestal in de hele regio voorkomen, kunnen leiden tot aanzienlijke schommelingen in de melkkwantiteit en -kwaliteit. Ook voor het beleid is het goed om te weten in welke mate het landbouwbedrijf te ondersteunen is (bijvoorbeeld door voorlichting en financiële steun) en welke andere instrumenten voor risicobeheer (weersverzekeringen) zinvol zijn.

Data zijn waardevol

Dit soort onderzoek toont tot slot de waarde van het gebruik van data uit de praktijk als aanvulling op experimentele gegevens, aangezien studies onder experimentele omstandigheden geen rekening houden met eventuele aanpassingen die de boer doet.

ILVO

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken