Startpagina Edito

Edito: Wordt natuurversterking ingezet als electoraal wapen?

Eerder deze maand keurde de Vlaamse regering de erkenning van Nationale en Landschapsparken goed. Wordt hiermee een electoraal wapen op de landbouwsector gericht?

Leestijd : 2 min

Landbouwers zijn vooral ongerust over de gevolgen die de erkenning van de Nationale en Landschapsparken hebben op hun bedrijfsvoering. Volgens bevoegd minister van Leefmilieu Zuhal Demir zijn er nochtans geen rechtsgevolgen voor de gronden én zal er nooit gedwongen worden om gronden te verkopen.

Anderzijds is het zo dat als gevolg van de erkenning van de Nationale en Landschapsparken versnipperde natuurgebieden met elkaar verbonden worden én de natuur in deze regio op de eerste plaats komt te staan. Hoe gaan ze die verbindingen realiseren? Waarschijnlijk niet door het opkopen van villawijken en industriegebieden. De minister streeft tevens naar betere natuurtypes. Horen we hier het begrip ‘wensnatuur’ weerklinken? Het lijkt nogal logisch dat voornoemde niet gerealiseerd kan worden zonder enige impact op landbouwers, op hun vruchtbare gronden en op hun bedrijfsvoering - alle inspanningen en mooie woorden van zij die de erkenning van de parken steunen ten spijt...

Wat er mis was met de situatie voor de officiële erkenning er kwam, is ons niet geheel duidelijk. Versnippering is een puntje. Maar welk erfgoed en welke fauna en flora hier praktisch onder lijden, werd nooit benoemd. Weten ze het überhaupt wel?

De erkenning zorgt volgens minister Demir ervoor dat het nabijheidsgroen van de burger wordt beschermd en bewaard voor volgende generaties. De Nationale Parken zorgen nog volgens de minister voor een internationale uitstraling en voor het aantrekken van extra toeristen die een gunstig aspect hebben op de lokale middenstand. Hiermee zijn dus diverse kiesgroepen en bevoegdheden van N-VA-ministers Demir (Leefmilieu en Toerisme) en Diependaele (Wonen en Onroerend Erfgoed) gediend.

Met de wil om het Hallerbos met het Zoniënwoud en het Meerdalbos te verbinden via Nationaal Park ‘Brabantse Wouden’ wordt de taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië op een groene manier versterkt. Ook de Vlaamse rand is een bevoegdheid van een N-VA minister, namelijk Ben Weyts. Inwoners uit voornoemde regio noemen de Brabantse Wouden nu al een electorale manier om via een ‘groene bufferstrook’ voor een landschappelijke scheiding te zorgen tussen Brussel en Wallonië.

Wordt het niet hoogtijd om na de ‘natuurparken’ ook ‘landbouwparken’ te erkennen? Gebieden waar landbouw wordt versterkt en bewaard voor komende generaties. Dat is goed voor lokale werkgelegenheid, economie, landschapsbehoud en voedselvoorziening. Ongetwijfeld kan hier ook electoraal mee gescoord worden. Eten moet immers iedereen.

Tim Decoster

Lees ook in Edito

Meer artikelen bekijken