Startpagina De jacht

“Er zijn tegenwoordig meer jagers dan boeren!”

Jagers zijn meer dan alleen maar schutters en spelen een sleutelrol in het beheer en behoud van de biotoop van onze regio’s. Dat zegt Rodolphe de Changy, voorzitter van de Jachtraad van Haspengouw. Deze jager op kleinwild wil zijn passie met ons delen. Het is een sterk gereglementeerde activiteit die specifieke vaardigheden vereist en een aanpak die zo dicht mogelijk bij de natuur staat.

Leestijd : 6 min

Rodolphe de Changy ontvangt ons bij hem thuis, op de heuvels van Héron, op een paar kilometer van Huy. Jagen is een activiteit die hij actief beoefent sinds zijn 18e, de leeftijd waarop hij zijn jachtvergunning behaalde, maar in werkelijkheid is hij er al veel langer mee bezig. “Ik ben geboren in een gezin waarin jagen net zo vanzelfsprekend was als landbouw of bosbouw. Voordat ik de leeftijd had om een jachtvergunning te halen, ging ik al jagen, hielp ik jagers, observeerde ik... Voor veel mensen is jagen een passie waar ze van jongs af aan mee bezig zijn geweest”, vertelt hij.

Vandaag, op zijn 56ste, is jagen een fulltimepassie voor deze geboren Héronnais, voorzitter van de jachtraad van Haspengouw: “Jachtraden zijn verenigingen zonder winstoogmerk die erkend zijn door het Waalse Gewest om de jacht in een bepaald gebied te organiseren en te plannen”, legt hij uit. De jachtraad van Haspengouw, opgericht in 1993, is de grootste van Wallonië. Deze bestrijkt een gebied van 107.000 ha en strekt zich uit van Namen tot de Nederlandse grens, met de Maas in het zuiden en het Vlaamse Gewest in het noorden. Momenteel telt het ongeveer 265 aangesloten gebieden. Bovendien is het nu een gemengde raad, die zowel klein- als grofwild beheert.

Een streng gereglementeerde hobby

De Haspengouwse regio is van oudsher gewijd aan kleinwild. Rodolphe de Changy richtte zich dan ook op dit type van jacht. Een jager in het veld en... op kantoor! En ja, om een goede jager te zijn, moet je veel weten over de Waalse en Europese regels die van kracht zijn. Het is uit den boze om zomaar alles te schieten: alles is streng gereglementeerd. “We jagen op een bepaald aantal soorten. Deze zijn toegestaan onder een vijfjarig decreet van het Waalse Gewest voor 2020-2025. Elke 5 jaar (wetgevende periode) worden de openings- en sluitingsperiodes van de jacht herzien,” legt hij uit.

En terwijl sommige mensen denken dat het schieten het gemakkelijkst is tussen oktober en januari, is de realiteit veel complexer. Elke soort heeft zijn eigen specifieke jachtseizoen en -methode. Neem bijvoorbeeld de patrijs, een dier waarop alleen mag worden gejaagd van 1 september tot 30 november. Dit is een precies tijdsbestek voor een vogel die helaas steeds minder te zien is op ons platteland. “Om erop te mogen jagen, moet je lid zijn van een jachtraad, want het Waals Gewest wil coördinatie en een globale aanpak voor deze soort. Dit is ook het geval voor de haas en herten met gewei, voor zover het om grofwild gaat. Hij vervolgt: “Voor patrijzen is het echt heel specifiek. Je moet niet alleen lid zijn van de jachtraad, maar je moet je ook houden aan een drastisch beheerplan, dat goedgekeurd moet worden door het Waals Gewest. Dit is een zeer strak omlijnde wetgeving voor dit kleine vogeltje, dat in de eerste dagen van zijn leven veel eiwitten nuttigt (net als andere hoenderachtigen), en dat tegenwoordig helaas moeite heeft om te overleven in onze streken...

Het belang van goede regels

Als je met Rodolphe de Changy praat, is ‘management’ een van de meest voorkomende woorden in het gesprek. Het is een sleutelwoord in de jachtwereld. “Jagen is een activiteit waarbij mensen centraal staan. Het is een discipline die altijd heeft bestaan, maar tegenwoordig kijken we er op een andere manier naar. We praten veel over management.”

Dit is vooral het geval als het gaat om het tegengaan van de verspreiding van soorten zoals everzwijnen. Het is een voortdurende missie van de Haspengouwse Jachtraad om de overtollige roofdieren te reguleren, zodat de kleinere dieren beter kunnen gedijen. “De jacht speelt echt een belangrijke rol voor het milieu.”

Als je een jager echter vertelt dat deze beheersfase zich beperkt tot het doden, loop je het risico om hem te beledigen. Rodolphe de Changy verzekert ons dat jagers vaker gezien worden met een verrekijker of een camera in de hand dan met een geweer of jachtgeweer. Dit zijn waardevolle observaties voor deze specialisten, die de biotoop van onze streken de afgelopen jaren drastisch hebben zien veranderen. “De populatie kleinwild is sterk afgenomen. We bevinden ons momenteel op een vrij kritiek niveau. De patrijs is zo goed als verdwenen, de fazant komt niet meer in dezelfde mate voor die ik vroeger zag. En op de haas wordt in kleinere aantallen gejaagd, maar hij houdt relatief goed stand, dankzij de verbeteringen die zijn doorgevoerd.”

Om deze verbeteringen te laten zien nam Rodolphe de Changy ons mee naar het veld enkele tientallen meters van zijn huis. Vlak ernaast plantte hij hagen en zonnebloemen, een ware groene zone tussen de gewassen. Hier kunnen dieren dekking en voedsel vinden. Deze groene zone biedt een essentieel onderdak voor bepaalde diersoorten die geen schuilplaats hebben wanneer het land kaal is of wanneer ze verstoord worden in hun natuurlijke habitat.

Het hele jaar door werken

Het is duidelijk dat deze aanpak en begroeiing tijd en specifieke kennis vereist. Iedereen die denkt dat jagers maar een paar maanden per jaar jagen, heeft het mis. Jagen is het hele jaar door werk. “Het is niet zoals naar de bioscoop gaan of een sport beoefenen. Er zijn veel taken die vooraf moeten worden uitgevoerd. Er is veel voorbereiding, onderhoud van het bos en de biotoop, het voederen van kleinwild om het gebrek aan natuurlijke hulpbronnen ter plaatse te compenseren. En pas als aan alle voorwaarden is voldaan, kun je jagen.” Het vergt een grote investering en ook communicatie met andere belanghebbenden op het platteland, zoals de landbouwers. Partnerschappen tussen de 2 werelden zijn essentieel om de implementatie van agromilieu- en klimaatmaatregelen aan te moedigen, zoals de verbeteringen die de Haspengouwse jagers hebben aangebracht.

Voor de patrijs gelden erg strikte jachtregels. Dit kleinwild mag enkel bejaagd worden van 1 september tot 30 november
Voor de patrijs gelden erg strikte jachtregels. Dit kleinwild mag enkel bejaagd worden van 1 september tot 30 november - Foto: Pixabay

“We zagen ook een toename van het aantal bezoekers in bosrijke gebieden. De grofwildsoorten die worden gestoord, zoeken dan een schuilplaats in de gewassen op het veld. Goed opgeschoten tarwe in mei kan bijvoorbeeld gemakkelijk een wild zwijn van 50 kg verbergen. In dit geval biedt de boer ‘dekking en beschutting’ aan een dier dat waarschijnlijk meer schade aan zijn gewassen zal toebrengen. Daarom is het belangrijk om als jager alle spelers op het terrein te leren kennen en om in gesprek te blijven.”

Een veranderende activiteit

Hoewel de jacht vaak te lijden heeft onder zijn imago en niet altijd even gunstig de pers haalt, betekent dit niet dat het aantal jagers afneemt. Integendeel! Volgens de voorzitter van de Haspengouwse Jachtraad stijgt het aantal jachtvergunningen. “Vandaag zijn er zelfs meer jagers dan boeren. Veel leden van de Jachtraad zijn trouwens landbouwers.” En terwijl jagen vroeger werd gezien als een mannelijke activiteit, stijgt ook het aantal vrouwelijke jagers.

Jagers proberen niet alleen beter te communiceren met de verschillende belanghebbenden, maar ook met het grote publiek. Het zijn 2 werelden die de komende maanden naast elkaar moeten bestaan om zowel de jachtperiode als de zondagse wandelingen goed te laten verlopen.

Klein- of grofwild?

Wat zijn de verschillen tussen de jacht op klein- en grofwild? Allereerst is het duidelijk dat het gaat om de diersoort die wordt geschoten. Jagers op kleinwild schieten op kleine dieren met een vacht, zoals hazen en konijnen, en op gevederde dieren zoals patrijzen, fazanten en eenden. Reeën, wilde zwijnen, herten... behoren tot de categorie grofwild. Ook de wapens verschillen. Grofwild wordt geschoten met een geweer, terwijl op kleinwild wordt gejaagd met een jachtgeweer met loden patronen of moderne alternatieven.

Déborah Toussaint

Lees ook in De jacht

“Mijn favoriete plaats is de grens tussen bos en veld”

De jacht Thomas Linssen uit Kinrooi is melkveehouder en jager. Hij heeft altijd een hart gehad voor natuur én landbouw, en nam daarom 13 jaar geleden het melkveebedrijf van zijn oom en tante over. “Als grotere boer vond ik weinig aansluiting bij de ‘groenen’. Die aansluiting vond ik wel bij de jagers”, zegt hij.
Meer artikelen bekijken