Startpagina Actueel

Producentenorganisaties leiden naar betere prijzen voor landbouwproducten

Landbouwers mogen producentenorganisaties oprichten om zo sterker te staan in de onderhandelingen met de afnemers van producten. Zo kunnen de prijzen van hun producten stijgen. N-VA wil dat op Europees niveau de regels hiervoor vereenvoudigen en beter bekendgemaakt worden.

Leestijd : 4 min

Zowel in de verwerkende industrie als in de retail deed zich in de afgelopen decennia een belangrijke concentratiebeweging voor, terwijl de sector van de landbouwproductie traditioneel zeer versplinterd is, met zeer veel kleine familiale landbouwbedrijven.

“Door die versplintering komen (kleine) landbouwproducenten doorgaans tegenover sterke(re) leveranciers/afnemers te staan. De landbouwer bevindt zich vaak in een zwakke onderhandelingspositie door zijn gebrek aan marktmacht, en betaalt hiervoor de prijs”, zeggen Geert Bourgeois en Johan Van Overtveldt, beiden Europarlementsleden voor N-VA.

Producentenorganisatie

Om die scheve machtsverhouding recht te trekken moeten boeren zich volgens de 2 politici van N-VA verenigen en samenwerken. De sleutels daartoe liggen zowel op Europees als op Vlaams vlak. Het Europese mededingingsbeleid verbiedt kartelvorming, maar staat wel toe dat landbouwers producentenorganisaties oprichten. Als zo’n producentenorganisatie erkend wordt, mogen landbouwers daarbinnen afspraken maken en hun krachten bundelen om sterker te staan tijdens (prijs)onderhandelingen met andere spelers in de keten.

Europees commissaris Margrethe Vestager bevestigde de bevindingen van Bourgeois en zei hem dat er te weinig gebruik van gemaakt wordt, maar dat de prijzen die de boeren krijgen effectief stijgen waar boeren gebruikmaken van deze uitzondering op de mededinging. Ze gaf ook toe dat de regels complex, mogelijk onvoldoende duidelijk en te weinig bekend zijn. Zij zal dit op vraag van Bourgeois nagaan. De N-VA blijft op Europees niveau aandringen op een leesbaar en rechtszeker kader voor landbouwers die willen samenwerken.

Te weinig in Vlaanderen?

Uiteen antwoord van Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) op een vraag van parlementslid Sofie Joosen (N-VA) blijkt dat er in Vlaanderen weinig erkende producentenorganisaties en unies van erkende producentenorganisaties zijn. “De uitzondering op het mededingingsbeleid is bij onze Vlaamse boeren niet alleen te weinig bekend, er zijn momenteel veel te veel obstakels die onze landbouwers verhinderen om dergelijke organisaties op te richten en draaiende te houden”, zeggen Bourgeois en Van Overtveldt.

Koploper in Europa

Minister Brouns laat op X (het vroegere Twitter) verstaan dat producentenorganisaties helemaal niet zo onbekend zijn in Vlaanderen. “Vlaanderen kent op vandaag al 20 erkende producentenorganisaties met een gecombineerd ledental van 3.392 landbouwers. In Wallonië zijn het er 3. Daarnaast wordt in Vlaanderen jaarlijks met een steun van meer dan 60 miljoen euro via deze producentenorganisaties ingezet op bijkomende marktmacht voor onze landbouwers. Daarmee zijn we een absolute koploper in Europa. Maar vanzelfsprekend ben ik blij met de aanmoediging van N-VA om te blijven strijden voor economisch perspectief voor onze landbouwsector”, laat minister Brouns optekenen.

N-VA roept de Vlaamse minister van Landbouw op om het oprichten van erkende producentenorganisaties bij landbouwers actief te promoten dankzij sensibiliseringscampagnes, maar ook door de administratieve lasten hiertoe te verlagen en ondersteuning te bieden, zowel bij de oprichting als de werking van dergelijke organisaties. Dat kan volgens de N-VA dankzij de de-minimisregeling ter waarde van 25.000 euro die niet als staatssteun geldt.

Meer marktmacht voor de boer

“Als politicus uit één van de meest landelijke provincies van Vlaanderen gaat de situatie waarin veel boeren zich vandaag bevinden mij recht naar het hart. De boer is de belangrijkste schakel in de keten, maar slaagt er te weinig in dat om te zetten in marktmacht. Het bestaande regelgevingskader slaagt er onvoldoende in om de landbouwer een redelijke levensstandaard te verzekeren. Boeren mogen en moeten zich kunnen verenigen om sterker te staan. Ons uitgangspunt is dat de boer een goede prijs verdient voor zijn goede waar, dit alles zonder prijsverhoging voor de consument. Het gaat over een eerlijke waardeverdeling binnen de voedselketen”, stelt Geert Bourgeois.

Straks minder Europese subsidies

“Gezien de toenemende druk op het EU-budget is het slechts een kwestie van tijd eer de klassieke subsidieprogramma’s, zoals die voor de landbouwsector, in het vizier komen. De (budgettaire) uitdagingen in Europa blijven zich opstapelen en hoewel maar liefst een derde van het totale EU-budget naar landbouw gaat, moeten onze boeren vechten om het hoofd boven water te houden. Een herziening dringt zich op. Door de marktmacht weer aan de boeren zelf te geven, creëren we meer budgettaire ruimte om onze competitiviteit te versterken met een shift in het budget naar meer onderzoek en ontwikkeling”, meent Johan Van Overtveldt

“In Vlaanderen leeft 1 op de 4 boeren onder de armoedegrens en maakt 1 op de 7 verlies. De boer moet voor zijn producten een correcte prijs krijgen. Het oprichten van producentenorganisaties kan hierin een belangrijke stap zijn. We moeten als overheid de oprichting van zulke producentenorganisaties ondersteunen en vereenvoudigen”, besluit Sofie Joosen, Vlaams parlementslid en vast lid van de commissie Landbouw in het Vlaams Parlement.

Filip Van der Linden

Lees ook in Actueel

Als een veulen je zomer kleurt

Paarden Een veulen in de wei is dubbel gedeelde vreugde: voor de merrie én voor jezelf. Een veulen van een ponymerrie, een ezelmerrie of een warmbloedmerrie… het avontuur is identiek. Het resultaat hangt af van de merrie, de hengst en van jouw goede zorgen. Hoe dan ook, op een veulenzomer ben je beter goed voorbereid.
Meer artikelen bekijken