Milde melkaanvoer in Europa
Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
De manufacturing PMI-index of de vertrouwens-index van de productiedienstensector van februari laat over de wereld en zelfs binnen Europa een groot verschil zien tussen landen en regio’s.
“Zo is heel de eurozone negatief en is Duitsland zelfs heel negatief”, legt Raf Beyers uit. “Ook in onder meer België, Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk (VK) en Italië is het vertrouwen negatief. Zeer opvallend is dan ook het stevige positieve vertrouwen in Griekenland en ook nog goed positief vertrouwen in Ierland en Spanje. Wereldwijd is men ook positief in de Verenigde Staten (VS), Mexico en zelfs China. De landen met het hoogste positieve vertrouwen zijn India, Rusland en Brazilië.
Over Rusland stelt men zich wel de vraag of hun aangeleverde informatie correct is. In ieder geval is het verschil in economische groei en vooruitzichten groot tussen Europa en de VS. Het Amerikaanse rentebesluit van de Federal Reserve (FED) op 20 maart was dan ook niet verrassend neutraal, men handhaafde dus de beleidsrente in de VS op 5,25-5,50%.”
De olieprijs steeg de voorbije 10 dagen richting 85 dollar per vat Brent. De EUR/USD-koers noteert na een piekje van 1,095 op 13 maart nu 1,088.
De laatste Global Dairy Trade (GDT)-zuivelveiling van maart – op 19 maart – kende een slechte veiling met 2,8% daling van de index, temeer te weten dat men 27% minder product verkocht dan een jaar terug.
Opletten met vergelijkingen in een schrikkeljaar
De wat gestegen melkprijzen en de gedaalde voerprijzen werken blijkbaar hier en daar al wat prikkelend voor de melkaanvoer, merkt Raf Beyers op. “Zo zien we bij de start van het jaar groene aanvoercijfers bij zuivelexporterende landen en regio’s in Australië (+5,2%), Wit-Rusland (+6,8%), Chili (+1,8%), Nieuw-Zeeland (+1,7%), de VS (+0,5% in milk solids) en ook Uruguay (+3,2%). De enige exportregio’s met rode aanvoercijfers zijn Argentinië (-13,6%) en – zonder al alle officiële cijfers van de lidstaten te kennen voor de inschatting –ook Europa (-0,55 %).”
De Kiwi’s molken over februari zelfs 5,5% meer en met al meerder maanden dikkere melk ook 6,5% in milk solids. Aangezien het een schrikkeljaar is, moeten we wel opletten met de aanvoercijfers van februari, er is correctie nodig bij vergelijkingen. Zo melken de Kiwi’s in milk solids gecorrigeerd +2.8% tegenover vorig jaar, wat nog een stevige melkproductie is. De weersomstandigheden in Nieuw-Zeeland koelen nu wel heel snel stevig af, de temperaturen lijken voor de aankomende periode ruim lager uit te vallen dan vorig jaar, wat de grasgroei en melkproductie de komende maanden kan fnuiken. In de VS melken ze in februari 2,2% boven vorig jaar, met correctie van het schrikkeljaar is dat wel -1,3%. Ze produceren ook 0,4% minder melk per koe, maar hun focus ligt blijkbaar meer op de gehaltes, want in milk solids melken ze op gecorrigeerde maandbasis evenveel als vorig jaar.
De Europese melkaanvoer blijkt 0,8% lager in januari tegenover vorig jaar. Vooral Duitsland, met 1,8% minder melk in januari, is daar de oorzaak van. We zien op weekbasis de melkaanvoer in Duitsland vanaf half februari wel herstellen richting het productieniveau van vorig jaar. Aangezien de milde Europese melkaanvoer zich vooral afspeelt in Nederland en Duitsland, is het nog meer verwonderlijk, en zelfs beetje zorgwekkend, dat spotmelk in week 12 onder 40 ct duikt en slechts 39 ct noteert.
Europese boter goedkoper dan Nieuw-Zeelandse
De Europese boterindex verloor tegenover het voorlopige hoogtepunt van begin maart ongeveer 4%. In week 12 daalde de boterprijs bij alle indexmakers naar een prijs van 5.653 euro/ton. De Europese boter is daarmee goedkoper dan het product in Nieuw-Zeeland, waar boter op de GDT 1,4% daalde naar 5.883 euro/ton. Amerikaanse boter zit met 5.793 euro/ton net tussen deze 2 internationale prijzen. Beyers: “Nu de boterprijs wat bearish – of dalend – is geworden, wachten kopende partijen meer af en trekken meer onderhandelingsmacht naar zich toe. De volatiliteit in de boterprijs is opvallend sinds Nieuwjaar. De volatiliteit maakt marktpartijen onzeker over de marktsituatie, wat hen terughoudend maakt om ver vooruit te handelen.”
De Chinese zuivelimport over de eerste 2 maanden van het jaar is 7,3% lager voor boter + AMF (anhydrous milk fat of vochtvrij melkvet) in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De ongeveer 95.000 ton boterimport van China komt voor 88% uit Nieuw-Zeeland en voor het overige van vooral Europese landen, zoals Frankrijk (4%), België (2%), Nederland (1,8%) en Ierland (1%).
WMP daalt voor derde keer op rij op de GDT-veiling
Mageremelkpoeder (SMP, skimmed milk powder) verloor in Europa op 3 weken tijd bijna 6% van zijn waarde. Deze week noteert de SMP-index 2.372 euro/ton. De Nederlandse SMP-prijs ging zelfs naar 2.260 euro.
Ook op de laatste GDT-veiling stonden de poeders stevig onder druk, met 4,8% prijsdaling voor SMP en 4,2% prijsdaling voor vollemelkpoeder (WMP, whole milk powder). In Nieuw-Zeeland noteert SMP zo nog 2.311 euro/ton en WMP 2.886 euro/ton. Raf Beyers: “Voor WMP is het de derde veiling op rij dat de prijs daalt. Dat de Chinese import van SMP in de eerste 2 maanden het jaar 27% onder die van vorig jaar ligt, is daar niet vreemd aan. De vraag naar SMP wordt zwak beschreven. Men zoekt blijkbaar naarstig naar koopjes, en dat zoeken kan alleen maar geprikkeld zijn als er ook koopjes beschikbaar zijn. De Chinese melkequivalentimport daalde in januari met 5,2% en over februari (schrikkeljaar!) zelfs met 15%. Globaal is er zo 9,9% minder zuivelproducten naar China gegaan tegenover de eerste 2 maanden van vorig jaar. Dit is toch wel heel zwak, te weten dat we een jaar geleden in de eerste 2 maanden van het jaar ook al een 29% lagere import zagen dan in 2022.”
