Clarinval: “Taskforce Agrovoeding heeft akkoorden geconcretiseerd”
De Taskforce Agrovoeding heeft tijdens de plenaire vergadering op vrijdag 31 mei een aantal gemaakte akkoorden geconcretiseerd. Voeding uit de rekken halen staat voortaan op de zwarte lijst en er wordt op federaal niveau gesleuteld aan de oorsprongsetikettering.
Federaal minister van Landbouw David Clarinval (MR) nam in februari, na de boerenprotesten, het initiatief voor deze taskforce over agrovoeding. Op 31 mei werd een stand van zaken gegeven over de verschillende maatregelen die in maart beslist werden.
Maatregelen tegen oneerlijke handelspraktijken
Een eerste maatregel is erop gericht de lijst verboden handelspraktijken bij Koninklijk Besluit aan te vullen om de machtsverhoudingen in de onderhandelingen van de voedingssector en retail met de boeren beter in evenwicht te brengen.
De praktijken die aan de zwarte lijst worden toegevoegd, of de oneerlijke praktijken die onder alle omstandigheden verboden zijn en waar niet kan worden afgeweken, zijn: het uit de rekken halen (oneerlijk en zonder voorafgaande schriftelijke verantwoording) en praktijken die verband houden met schadebedingen.
De praktijken die aan de grijze lijst worden toegevoegd, of de praktijken waarvan kan worden afgeweken als er een duidelijk akkoord bestaat tussen de partijen, hebben betrekking op het verbod op de verkoop onder de productiekost en het verbod op het weigeren te heronderhandelen onder bepaalde omstandigheden, zoals onvoorziene omstandigheden.
De tekst die door de federale ministerraad werd goedgekeurd op 3 mei, werd inmiddels voorgelegd aan de Raad van State. Hij zal in de komende weken gepubliceerd kunnen worden.
Meer prijstransparantie
Een tweede maatregel betreft de ontwikkeling van indicatoren per sector voor billijke en transparante relaties in de agrovoedingsketen. Voor elke sector (rund, varken, plantaardig…) bestaat het doel erin 2 soorten indicatoren te ontwikkelen. De eerste is een structurele jaarlijkse indicator om de structurele situatie op lange termijn te evalueren (op basis van de gegevens van de gewestelijke boekhoudnetwerken). De tweede is een conjuncturele maandelijkse/trimestriële indicator om de volatiliteit van de inkomsten en kosten over de laatste maanden te evalueren. Een eerste indicator die ontwikkeld werd en die verwacht wordt tegen september, is die voor de rundvleessector.
Sterker Prijzenobservatorium
Terwijl de FOD Economie zijn eigen Prijzenobservatorium zal versterken, is het bemoedigend te kunnen vaststellen dat de Europese Commissie beslist heeft om een Europees Prijzenobservatorium te creëren in antwoord op de problemen waarmee de boeren worden geconfronteerd. Het doel hiervan zal erin bestaan te zorgen voor meer prijstransparantie op de hele interne markt. Het orgaan bestaat uit bijna 80 leden, waaronder de autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor landbouw en de vertegenwoordigers van de stakeholders. De eerste vergadering zal plaatsvinden in juli van dit jaar.
Referentiepersoon bij de FOD Economie
Er wordt een neutraal referentiepersoon aangesteld, van wie de opdracht zal zijn de uitwerking te steunen van sectorakkoorden en eerlijke handelsrelaties te bevorderen, met name door adviezen en aanbevelingen uit te brengen en door deel te nemen aan de relevante werkgroepen.
Etikettering
Onder het Belgische voorzitterschap hebben we de Europese Commissie bewust gemaakt voor de behoefte aan een verduidelijking van de voedingsetikettering. De Landbouwraad van 27 mei jongstleden heeft akte genomen van de nood aan een herziening van de wetgeving inzake de oorsprongsetikettering.
Federale sensibiliseringscampagne
Er komt een federale campagne om bewuste aankopen te bevorderen, vorming te geven inzake etikettering en de oorsprong van levensmiddelen en om de ondersteuning van boeren aan te moedigen. Deze zal in september van dit jaar van start gaan.
Minister Clarinval herinnert eraan dat de Taskforce Agrovoeding een teaminspanning vraagt. “De maatregelen zijn een concrete omzetting van wat de sector wil. Ze zijn ook het resultaat van een goed overleg tussen de schakels in de keten, dankzij de hulp van de overheid. Wij moeten dit blijven aanmoedigen en de initiatieven die genomen worden, zijn voorbeelden van good practices voor Europa. België kan fier zijn op het antwoord dat geformuleerd werd op de eisen van de boeren. De volgende regering zal dit werk moeten voortzetten.”
