Veldsituatie blijft aandacht vragen
We zijn dan al wel half juni, toch zitten de voorjaarswerkzaamheden – ondanks de drukte op het veld tijdens het ‘kiesweekend’ – er nog niet op.

De eerst gezaaide maïsvelden hebben ondertussen hun onkruidbestrijding achter de rug. Toch moeten er nog steeds heel wat velden ingezaaid worden. Ondertussen raken wel de laatste suikerbietpercelen eindelijk ingezaaid.
De gewasbescherming werd niet enkel in maïs en bieten verder verzorgd, ook de graangewassen verdienen aandacht. Het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) meldde vorige week dat bladvlekkenziekte en bruine roest nog verder uitbreiding kenden. Hun advies is om zeker het laatste blad gezond te houden en denk mogelijk aan de aarbescherming waar dit nog niet gebeurde!
Grote spreiding in ontwikkeling
Net zoals bij maïs en suikerbieten zit er ook een grote spreiding in het ontwikkelingsstadium van de wintertarwe. Dit maakt individuele perceelsopvolging nodig. Op ongeveer 60 à 70 % van de percelen is de tarwe al in bloei.
Het LCG merkt op dat op dit moment ook de bladluizen moeten worden opgevolgd. De meest gevoelige periode voor schade door bladluizen is de periode vanaf het in aar komen tot het begin van de afrijping van het graan. Vooral in de periode tussen de stadia ‘alle aren uit’ en ‘einde bloei’ kunnen de bladluizen schade aanrichten. In het waarnemingsnetwerk werd de schadedrempel vorige week nergens bereikt.
Aardappelen poten nog niet voltooid
Begin juni schatte Viaverda (het vroegere PCA) dat in Vlaanderen ongeveer de helft van het aardappel-areaal was uitgeplant. Daar is ondertussen hard aan verdergewerkt, maar het pootwerk is nog niet overal afgerond.
Het proefcentrum krijgt ondertussen meldingen van schade en opkomstproblemen. Ze adviseren om tijdig contact op te nemen met de pootgoedleverancier.
Een ander advies dat ze verspreiden is om inzicht te krijgen in de ‘bemestingstoestand’ van je aardappelperceel nu er al zoveel neerslag is gevallen. Inzicht hierin is belangrijk als je koos voor de strategie van een gefractioneerde bemesting. Ongeveer 2 weken na opkomst een grondstaal nemen is dan aangewezen om een advies voor bijbemesting aan te vragen.