Startpagina Stikstof

Meetcampagne in Vlaamse melkveestallen: De uitstoot van de ene stal is niet die van de andere

ILVO voerde in opdracht van de Vlaamse overheid 1 jaar lang continue ammoniakemissiemetingen uit in 4 Vlaamse traditionele melkveestallen. Het rapport verscheen op 25 maart. Opvallend genoeg tonen de meetresultaten grote verschillen in ammoniakemissies tussen de stallen, ook al gaat het om dezelfde staltypen.

Leestijd : 4 min

Volgens ILVO zijn er tijdens dit meetonderzoek nooit eerder in Vlaanderen zo veel en zo langdurig gedetailleerde emissiedata verzameld in melkveestallen. “Voor het eerst voerde ILVO, in opdracht van het departement Omgeving, een meetcampagne uit in de melkveehouderij”, zegt Greet Riebbels van ILVO.

Gedurende een volledig jaar zijn er elk uur ammoniakemissies gemeten in 4 doorsnee stallen van hetzelfde staltype – stallen met ligbedden en roostervloeren – en dat in quasi dezelfde periode. In de stallen werden geen ammoniakemissiereducerende maatregelen toegepast. De veehouders verwijderden maximaal 4 keer per dag mest en deden niet aan beweiding.

Grote variatie tussen stallen

De eerste resultaten zijn op zijn minst opvallend te noemen. De ammoniakemissies blijken van stal tot stal te variëren met ongeveer een factor 2 wanneer ze enkel uitgedrukt worden per dier: van minimum 10,98 kg per dier per jaar tot maximaal 20,61 kg per dier per jaar, met een gemiddelde van 16,99 kg per dier per jaar.

“De verschillen in de emissieresultaten tussen de 4 uitgemeten stallen kan erop wijzen dat de stalinrichting en het stalmanagement een belangrijke invloed hebben op de hoeveelheid uitgestoten ammoniak”, aldus de ILVO-onderzoekers.

Bevuild oppervlakte

De hoeveelheid bevuild oppervlak – het vloerdeel van de stal waarop continu dieren lopen en waarop de urine en mest terecht komt, met andere woorden de roosters – lijkt ook een belangrijke impact te hebben op de ammoniakemissie.

“Wanneer de emissie van de stallen niet enkel per dier maar ook per eenheid bevuild vloeroppervlak wordt uitgedrukt, krimpt het verschil in ammoniakemissies tussen de 4 stallen”, schrijft ILVO in haar persbericht over het rapport. De verschillen in emissies tussen stallen krimpen van minimum 19,45 g per dier per jaar per vierkante meter bevuild oppervlak tot maximaal 27,67 g. Gemiddeld gaat het om 23,76 g per dier per jaar per vierkante meter bevuild oppervlak.

“Dat kan een indicatie zijn dat een meer accurate inschatting van de ammoniakemissie van een melkveestal gemaakt kan worden als het bevuilde oppervlak in rekening wordt gebracht.” Van elke stal in de studie was de oppervlakte bevuilde vloer per dier bekend. De stal met de hoogste ammoniakemissie had gemiddeld 7,0 m² bevuilde oppervlakte per dier gedurende het meetjaar, de stal met de laagste ammoniakemissie slechts 4,6 m².

“De impact van het bevuild vloeroppervlak is duidelijk significant. De resultaten tonen een correlatie tussen een groter bevuild oppervlak per dier en de hoogte van de ammoniakemissies”, zegt Greet Riebbels.

Deze voorlopige resultaten zijn wel een domper voor alvast 1 beproefde ammoniakemissiereducerende maatregel: de reductie van de veestapel. Als het aantal dieren van een veehouder daalt, maar het staloppervlak – en meer bepaald de vierkante meters roosters – hetzelfde blijft, zal de beloofde emissiereductie op basis van deze resultaten op zijn minst kleiner uitvallen dan verwacht. ILVO wil over de gevolgen hiervan geen uitspraken doen. “Het is aan het beleid om die conclusie te trekken”, zegt Riebbels.

Volgende stappen

ILVO voerde deze meetcampagne in opdracht van het departement Omgeving uit, met als doel de gemiddelde ammoniakemissie uit een Vlaamse doorsnee melkveestal te bepalen. Die informatie kan de overheid gebruiken om een ammoniakemissiefactor vast te stellen: op basis van een advies van het WeComV en het Administratief Team (AT), die met de resultaten van het onderzoek aan de slag gaan, zal een omrekening gemaakt worden van een gemiddelde ammoniakemissie per dier per jaar – eventueel rekening houdend met het bevuild oppervlak – naar een ammoniakemissiefactor, uitgedrukt per dierplaats per jaar. Maar daarvoor is het nog te vroeg, benadrukt Riebbels.

“Er moet nog heel wat onderzoek gebeuren voordat er een cijfer geplakt kan worden op de gemiddelde ammoniakemissie van een Vlaamse melkveestal. Mochten de metingen dichter bij elkaar liggen, was de opgave simpeler geweest. Dan zou de grootte van de ammoniakemissies vooral gelinkt zijn aan het aantal koeien.”

“Maar met de grote variatie tussen de 4 stallen lijken managementspraktijken veel invloed te hebben op de ammoniakuitstoot. Onze onderzoekers zijn van plan om in de verzamelde dataset te zoeken naar mogelijke verklaringen voor de grote verschillen tussen stallen en het ontstaan van emissiepieken.”

Dat is interessant, want beleidsmakers zouden deze resultaten kunnen gebruiken om bepaalde praktijken te stimuleren of af te raden.

Sowieso blijft het nog te vroeg om dit onderzoek te vertalen naar beleid, wat ILVO betreft. “We bevinden ons nog volop in het wetenschappelijk laboratorium”, besluit Riebbels. De komende maanden voeren ILVO-onderzoekers verdere berekeningen uit op de rauwe data die ze nu publiceerde.

Thor Deyaert

Lees het rapport over de studie hier.

Lees ook in Stikstof

Snelheidsbeperking of maatregelen in de landbouw tegen stikstof?

Actueel Vlaams minister van Klimaat Melissa Depraetere (Vooruit) vindt het een goed idee om de maximumsnelheid op onze snelwegen te verlagen van 120 naar 100 km per uur om de stikstofuitstoot te verminderen, net als in Nederland. Mobiliteitsminister Annick De Ridder schiet het idee af. Depraetere hoopt voorts op nieuwe emissiemaatregelen in de landbouw, wat de bevoegdheid is van minister Brouns.
Meer artikelen bekijken