Beperkingen op pesticiden in drinkwaterwinningszones in het verschiet
Ons drinkwater staat steeds meer onder druk door vervuiling met pesticiden. De Vlaamse regering geeft minister van Omgeving Jo Brouns (cd&v) nu de mogelijkheid om daar wat aan te doen.

De Vlaamse regering keurde maandag 14 juli opnieuw haar besluit goed over de bescherming van actieve winningszones van oppervlaktewater voor de productie van drinkwater tegen verontreiniging met pesticiden. Het besluit moet minister van Omgeving Jo Brouns instrumenten geven om oppervlaktewater, bestemd voor de productie van drinkwater, beter te beschermen. Het besluit wordt nog voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
Voorzorgsprincipe
“Minister Brouns baseert zich op het voorzorgsprincipe: verontreiniging van oppervlaktewater, dat gebruikt wordt voor drinkwaterproductie, moet maximaal worden voorkomen”, zegt de woordvoerder van Brouns. “Analyses en metingen tonen aan dat er in bepaalde onttrekkingsgebieden te veel pesticiden of andere schadelijke stoffen aanwezig zijn, wat de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwater bedreigt.“
Water van de watterwinningscentra De Blankaart, Dikkebus, Zillebeke en De Gavers in de Westhoek zijn bijvoorbeeld vervuild met triazool-1,2,4-pesticiden zoals difenoconazool en metconazool. Het noopte Brouns aan om de Watergroep eind vorig jaar toestemming te verlenen water te blijven winnen, ook al overschreden triazoolwaarden de Europese voorzorgsnorm.
De drinkwaterwinning in de Westhoek moest in het verleden ook al stilgelegd worden omdat de pesticidengehalten te hoog liggen. Trifluorazijnzuur (TFA), onder andere afkomstig van PFAS-pesticiden, zijn ook in grote concentraties aangetroffen in het Vlaams grondwater, wat de drinkwatervoorraad bedreigt.
“Daarnaast is de druk op deze bronnen de voorbije jaren toegenomen door onder andere klimaatverandering, wat de nood aan extra bescherming verder versterkt.”
Bijkomende beschermingsmaatregelen
De Vlaamse minister bevoegd voor Omgeving kan nu bij ministerieel besluit bijkomende beschermingsmaatregelen vastleggen binnen de waterwingebieden die actief worden benut voor de productie van drinkwater. “De bijkomende maatregelen worden gebiedsgericht ingezet in kwetsbare zones en voor concreet geïdentificeerde risico’s”, aldus het kabinet van Brouns.
Het kan onder andere gaan over de implementatie van bufferzones tot maximaal 5 m rond waterlopen. Daarin kan opgelegd worden dat gebruik van gewasbeschermingsmiddelen enkel mag met driftreductie van 90%, waarvan minstens 75% op het spuittoestel zelf. Ook kan in die bufferzones een beperking komen op het aantal toepassing, een verbod gelden op pesticidengebruik – algemeen of voor bepaalde teelten – of de teelt van gewassen, met uitzondering van buffergewassen, verboden worden. “In uitzonderlijke gevallen, wanneer dat proportioneel nodig is, kunnen ruimere bufferzones opgezet worden.”
Daarnaast kan Brouns in de waterwingebieden een registratie- en meldingsplicht opleggen voor het gebruik van pesticiden of andere verontreinigende producten.
Dat zijn de maatregelen expliciet vernoemd in het besluit, maar het geeft Brouns ook de mogelijkheid om verdere gebruiksbeperkingen op te leggen langs rivieren en meren, mocht dat nodig zijn om ‘de noodzakelijke vermindering van de impact van het gebruik van hetzij pesticiden of bepaalde pesticiden, te realiseren’.
Bij elke afwijking van de kwaliteitseis voor pesticiden in drinkwater, zoals in het verleden is verleend voor pesticiden met 1,2,4-triazool, worden er automatisch beperkingen op het gebruik van pesticiden genomen: een bufferzone van 5 m rond waterlopen waarin het gebruik van pesticiden verboden is, en een registratie- en meldingsplicht voor het gebruik van pesticiden in het volledige gebied waarvoor de normafwijking is toegestaan.
“Over welke pesticiden het gaat, bepaalt de minister op basis van monitoringsdata en risicobeoordeling. Dit kan slaan op alle pesticiden of enkel op probleemstoffen zoals 1,2,4-triazool of specifieke metabolieten”, verduidelijkt de woordvoerder van Brouns. Eerder werden al verschillende initiatieven genomen om het algemeen gebruik van PFAS-pesticiden te proberen verbieden.
Flankerende maatregelen
Flankerende maatregelen moeten landbouwers helpen hun bedrijfsvoering aan te passen en verontreiniging te vermijden. De ondersteunende acties moeten volgens adviezen van de Minaraad en SALV gericht zijn op de opleiding en begeleiding van landbouwers. Denk aan financiële ondersteuning via GLB- of Vlaamse middelen, het stimuleren van biolandbouw, agro-ecologie, precisielandbouw en alternatieve technieken – zoals driftarme spuittechnologie. Ook kijkt de overheid naar gebiedsgerichte samenwerkingen, zoals de projecten ‘Water+Land+Schap’ of ‘beek-boer-bodem’.
“Doel is om via motiverende en billijke steun het draagvlak en de effectiviteit van de maatregelen te vergroten”, besluit het kabinet van Brouns.