Demo (direct-)zaaimachines had veel bekijks
Aandacht voor de bodem blijft een actueel onderwerp. Dat ondervonden we ook tijdens de voorbije editie van de Werktuigendagen. De bodem kreeg een prominente plaats op het beursterrein, met de inrichting van het ‘Bodemeiland XL’. In de marge hiervan vond een demonstratie met (direct)zaaimachines plaats.

Het waren verschillende zaaitechnieken voor groenbedekkers in minimale en niet-kerende grondbewerking die getoond werden. Deze werden aangevuld met demonstraties met verschillende directzaaimachines en gevolgd door een techniek waarbij gewassen direct in de onbewerkte grond van de vorige oogst of een groenbemester werden gezaaid.
Lien De Schrijver (Viaverda), Koen Willekens (ILVO) en Antoon Vanderstraeten (Hctrs) gaven toelichting bij de demo. Bij aanvang gaf voorlichter De Schrijver aan dat werken aan een gezonde bodem, en het beperken van nutriëntenverliezen, op lange termijn een goede bodemvruchtbaarheid garandeert. “Kijk daarvoor echter naar meerjarige effecten van niet-kerende bodembewerking. Beoordeel dit niet op één jaar. Kijk ook naar het meerjarig toepassen van bodemverbeterende middelen, zoals compost en continue bedekking door groenbedekkers.”
Lien De Schrijver gaf de aanwezigen mee om te kijken naar hun percelen waar het niet goed zit. “Is er structuurschade, wijkt de pH af, welke maatregelen vallen er te nemen?” In dit kader werden er op de Werktuigendagen alvast verschillende groenbedekkermengsels getoond, ingezaaid volgens verschillende technieken.
Groenbedekker biedt voordelen
“Een groenbedekker werkt rechtstreeks aan de koolstofopbouw van het perceel en indirect aan de ph. Ze zorgen ook voor structuurverbetering. Belangrijk is dat het gaat over een goed ontwikkelde groenbedekker, zowel bovengronds als ondergronds.”
Koen Willekens (ILVO) gaf nog mee dat er gewerkt wordt in een operationele groep met telers en voorlichting van Latitude. “Willen we directzaai toepassen in onze Vlaamse context, dan moeten bij de start de bodemcondities goed zijn. De toplaag moet een goede structuur hebben. Dat kan door voldoende organische stof in de bovenste laag te hebben en kan je bereiken door niet-kerende grondbewerking.
Zit er verdichting in de toplaag door voorafgaande oogstwerkzaamheden, doe dan een lichte bodembewerking”, luidde het advies van Koen Willekens. Hij gaf nog aan dat op de demonstratie tijdens de Werktuigendagen een groenbedekker werd ingezaaid in de stoppel van een graangewas. “Maar het kan ook omgekeerd: een hoofdteelt inzaaien in een bestaande groenbedekker.”
Niet meer grond beroeren dan nodig
Groenbedekkers inzaaien kan op verschillende manieren. Een eenvoudige manier werd getoond met de schijveneg Horsch Joker 5CT met opgebouwde minidrill-zaaimachine. De schijveneg kan zowel oppervlakkig als diep bewerken. De voorkeur luidt om niet meer grond te verplaatsen dan nodig. Dit moet net voldoende zijn om het zaaibed te maken voor de groenbedekker. De techniek bestaat uit schijven die de grond bewerken en ketsplaatjes die zaad blazen voor de aandrukwals. Als voordeel van de schijveneg werd nog genoemd dat ze onkruid vernietigt dat gekiemd is in de graanstoppel. De stoppels werden losgewerkt door de schijveneg. Toch hadden we de indruk dat er tijdens de demo niet heel diep was gewerkt.
Een tweede machinecombinatie die demonstreerde, was een diepgronder van Actisol met een Sicma-rotoreg en opgebouwde APV-zaaimachine. De voorzetwoeler beschikt over 6 tanden over een breedte van 3 m. Die maken de grond los op een diep niveau en creëren breuklijnen. De rotoreg verkruimelt de toplaag om een zaaibed te creëren. Het zaad wordt net als bij de vorige machine via luchtdruk verplaatst in buizen en net voor de looprol verspreid. Het ging hier om een kooirol die kluiten verkleint en zaad aandrukt, zodat dit goed kan kiemen.
Volgens de toelichting die gegeven werd, is dit een veelvoorkomende combinatie die de toplaag intensief bewerkt. Er werd nog opgemerkt dat de woeltanden instelbaar zijn qua werkdiepte en dat er gekeken moet worden naar het type zaad. Moet dit goed bedekt worden of kan dit oppervlakkig kiemen?
Directzaaimachines, ja of neen?
De volgende machine die demonstreerde, was de Opera 300 van fabrikant Maschio Gaspardo. Hier is de discussie of het een directzaaimachine is of niet. Een directzaaimachine wordt immers vaak gelinkt aan het niet toepassen van een bodembewerking. De Opera 300 doet wel een bodembewerking middels een schijveneg die onder de zaadtank gemonteerd is. Een packerwals drukt de bodem terug aan, waarna een schijvenzaaimachine volgt. De zaai-elementen hiervan staan op een onderlinge rijafstand van 12,5 cm. Ze bestaan uit een dubbele schijf, die zorgt voor het maken van een zaaigeul in de grond, waar het zaad in geïnjecteerd wordt. Wieltjes drukken het geheel terug aan.
Tijdens de bespreking van deze machine gaf men nog mee dat deze combinatie niet alleen geschikt is voor het zaaien van groenbemesters, maar ook voor koolzaad, granen en andere fijnkorrelige zaden. De zaden worden via luchtdruk getransporteerd. De schijveneg kan in werkdiepte ingesteld worden. Zo kan ze heel oppervlakkig werken, net voldoende om stoppels en onkruiden los te werken en te verkleinen.
Van fabrikant Väderstad werd de Rapid 300C getrokken schijvenzaaimachine gedemonstreerd. Deze machine is enigszins vergelijkbaar met de vorige. De Rapid 300C heeft een schijveneg die in werkdiepte ingesteld kan worden, om ze oppervlakkig of net intensiever te laten werken. Na de schijveneg kunnen andere aanbouwwerktuigen volgen, zoals strijkplaten of andere toebehoren. De zaadtank kan in 2 compartimenten ingedeeld worden en een extra Biodrill-zaadtank kan achteraan gemonteerd worden. Zo kunnen er 3 verschillende zaadcomponenten gezaaid worden. De Biodrill is er voor hele fijne zaden.
Väderstad werkt met een grote schijf, die onder een lichte hoek staat om een opening te maken in de bodem om het zaad af te leggen. De packerwals drukt over de volle breedte de grond terug aan. Een navolgeg strijkt alles terug gelijk. Ook hier is tijdens de demonstratie de schijveneg niet dieper dan nodig ingesteld. De stoppel en de meeste onkruiden waren losgewerkt. De wielen drukken de grond en het zaad terug aan, zodat het zaad optimaal kan kiemen.
De schijveneg maakt de voornoemde machines van Maschio Gaspardo en Väderstad multifunctioneler.
Echte directzaaimachines
Van fabrikant Evers werd de Dartmoor GZ 285 Combi-zaaimachine gedemonstreerd. Deze wordt eerder onder de ‘directzaaimachines’ gecatalogeerd. Opmerkelijk is dat de zaaimachine met dezelfde schijvenelementen werkt als de mestinjecteurs van Evers. De grote, scherpe schijven worden in de grond geforceerd, werken oppervlakkig of 6 cm diep. Zo snijden ze een graszode of stoppel door met een schijf, waarna het zaai-element volgt. Dit wordt gevoed vanuit de zaadtank. Desgewenst kan er een tweede zaadtank opgebouwd worden, om een ander zaadtype mee te geven dat via buizen en ketsplaten het zaad voor de looprol toedient. Deze bestond uit individueel opgehangen schijven. Deze drukken over de volle breedte de bodem terug aan, zodat het zaad dat geïnjecteerd is optimaal kan kiemen.
Volgens de toelichting die gegeven werd, is dit een zeer breed inzetbare machine, maar volgens een eenvoudig concept. De 2 naast elkaar liggende aandrukschijven zijn zo zelfreinigend. Bemerkt werd tijdens de demo dat je hier bijna niet ziet dat de machine gepasseerd is. Toch is er een bewerking gebeurd. Er is hier oppervlakkig gewerkt, maar dat mag misschien dieper. Er is hier geen echte onkruidbestrijding of bodembewerking gebeurd.
Ook grasland kan met deze machine doorgezaaid worden, dankzij de scherpe schijven die de grasmat doorsnijden. Zo kan er aan vernieuwing/verjonging van de grasmat gedaan worden.
De Easydrill HD van fabrikant Sky werd omschreven als een echte directzaaimachine. Ze maakt gebruik van schijven die onder een hoek van 3° zijn gemonteerd in de rijrichting en schuin. Zo maken ze een kleine inkeping met niet meer grondverplaatsing dan nodig. Verder bestaat de zaaimachine uit 2 zaaibuizen, die zaad op 2 dieptes kunnen afleggen. Zo kunnen zaadcomponenten toegediend worden die dieper in de grond moeten zitten en zaadcomponenten die oppervlakkiger moeten zitten. Achter ieder zaai-element loopt een groot stalen wielen dat in de andere richting schuin staat dan de schijf, zodat het in de andere richting terug wordt aangedrukt. De zaaigeul wordt zo dichtgerold, zonder dat grondverzet heeft plaatsgevonden.
De machine heeft 24 zaai-elementen op een onderlinge afstand van 16 cm van elkaar. Zo is de zaaimachine voor de meest gangbare teelten bruikbaar. Er zou zelfs maïs mee gezaaid kunnen worden. Het transportstel gaat enkel naar beneden voor transport op baan. Met deze machine is er terug heel weinig verstoring van de bodem. Dat wil zeggen dat de onkruiden die er staan, er grotendeels blijven staan. Er werd nog meegegeven dat dit een echte directzaaimachine zonder grondbewerking is , die toch zorgt voor ideale kiemomstandigheden.
Andere aanpak
Een heel andere zaaitechniek werd ontwikkeld door de Britse landbouwer Jeff Claydon. Hij stuitte op problemen met zaaien in zware grond en zocht oplossingen waarbij hij zichzelf vragen stelde over ploegen en over de hoeveelheid grond die verplaatst werd. Tevens had hij een probleem met draagkracht en wou hij een systeem ontwikkelen dat de bodem enkel bewerkt waar het nodig is.
De Claydon Evolution M3 is een zaaimachine die 9 tanden heeft op een werkbreedte van 3 m. Het gaat over een smalle tand die diep in de grond doorbreekt en die gevolgd wordt door een ganzenvoet die 18 cm breed werkt. Tussen deze tanden in blijven er stroken die niet bewerkt zijn. Dat zorgt voor een verhoogde draagkracht. Waar het zaad gaat komen, is de bodem wel dieper bewerkt. Zo kunnen regenwater en wortels een vlotte weg vinden om in de bodem in te dringen.
Dankzij een fronttank en een zaadtank achterop die in 2 compartimenten verdeeld kan worden, kunnen er met deze machine 3 componenten gezaaid worden. Claydon heeft ook een schoffel ontwikkeld om tussen de gezaaide stroken te gaan schoffelen.
Afsluitend werd de geïnteresseerden nog meegegeven om na de oogst zo snel mogelijk een groenbemester in te zaaien. Bij ons wordt dat te traag aangepakt. In het buitenland zou dat sneller gebeuren. Er werd ook nog gewezen op de ‘3-4-5’-methode. Deze houdt in om driemaal 4 cm diep de bodem te bewerken om de 5 dagen. Dat zou een methode zijn om de onkruidbestrijding aan te pakken waarbij het gekiemd zaad een klop krijgt, zonder het zaaibed te zwaar te beroeren, zodat er geen nieuwe kieming is.