Feestmenu: Veelzijdige kropjes als specialiteit bij witloof- en akkerbouwbedrijf Magnus
Tine en Sam Magnus stapten een tiental jaar geleden mee in het bedrijf van hun ouders. Miniwitloof is hun specialiteit, maar ze telen ook gewoon witloof, maïs, tarwe, gerst, gewone en zoete aardappelen. Tine combineert haar job op het bedrijf met haar grote passie: eventing, een paardensportdiscipline. “Dankzij de steun en inzet van mijn ouders en van Sam lukt dat prima”, zegt Tine.

Johan en Karin Magnus-Vander Perre startten in 1983 samen een witloofbedrijf in Merchtem. Ze komen allebei uit een landbouwersfamilie. Als jonge kerel leerde Johan de witloofteelt kennen bij een landbouwer in de buurt, waar hij in de schuur wat kropjes ‘wit goud’ kon telen. Karin gaf haar job als laborante bij Coca-Cola op om met Johan het bedrijf uit te bouwen. Naast witloof begon Johan stelselmatig ook maïs, tarwe, aardappelen en – meer recent – zoete aardappelen te telen.
Nichemarkt gevonden
Vanaf 2005 ging Johan op zoek naar alternatieve producten en verpakkingen, omdat hij zag dat de witloofmarkt erg krap werd en het verbruik zienderogen daalde. Drie jaar later startte hij met het telen van gastronomisch miniwitloof. “In het begin was dat maar 2 bakjes op een dag en 10 op een week”, vertelt Tine. “Geleidelijk breidde papa die specialiteit uit en intussen is het onze hoofdteelt. De teelt start in april en mei bij het zaaien. De witloofzaadjes worden dan korter tegen elkaar gezaaid dan bij gewoon witloof, waardoor je kleinere, smallere witloofwortels en zo een kleinere krop krijgt. De witloofwortels rooien we in oktober en we sorteren ze volgens diameter. Uit de dikkere wortels groeit het gewone witloof, dus verkopen we die vooral door, maar de kleintjes slaan we op in onze koelcellen. Bij een temperatuur van -1 à -2 °C gaan ze in een ‘winterslaap’. Het jaar daarop ontdooien we elke week een deel van de wortels. Die leggen we in grote bakken in het pikdonker, waarbij ze constant water krijgen. Daarin groeit het miniwitloof. Miniwitloof is al na 15 dagen oogstklaar, bij normaal witloof is dat 21 dagen.”
Sam stapte na zijn studies bio-ingenieur in 2012 mee in het bedrijf, Tine deed dat in 2014. Zus Lotte werkt als aan- en verkoopverantwoordelijke bij een wijnimporteur in het Ierse Dublin.
Marketingacties
Tine haalde een diploma Regentaat economie en aardrijkskunde. Ze volgde ook 1 jaar sportmanagement aan de VUB. “Dat was een heel interessante richting, waar ik ook veel over marketing, sponsors… leerde. Dat gaf inzichten over hoe je je product in de kijker kunt zetten. Zo werkten we in het verleden samen met 2 koks, die 4 zomerreceptjes met miniwitloof maakten. Die bundelden we in een miniboekje dat we op onze witloofschaaltjes kleefden. Onlangs maakte Sam in samenwerking met VLAM een video die veel gedeeld werd op sociale media.”

De familie zet het miniwitloof volledig af via veiling BelOrta. Tine volgt op het bedrijf de administratie en boekhouding op. Verder helpt ze met het schoonmaken van het witloof en het voeren van de bestellingen naar BelOrta. Op het veld volgt ze graag op hoe de teelten groeien.
Pieken voor de feesten
In de 3 weken voor de feestdagen is het op het familiebedrijf alle hens aan dek, want dan stijgt de vraag gevoelig. “December is echt wel de drukste maand”, stelt Tine. “Helaas daalt de verkoop van witloof en miniwitloof de laatste jaren. Vooral dit jaar valt die trend op bij alle telers. Heel jammer, want met witloof kan je ongeloof-lijk veel dingen doen. Het past in een soep, pasta, ovenschotel met hesp en kaas, een fris slaatje, in je sushi, in een wok met kip...” Zelf is Tine niet zo’n fan van de groente. “Ik kies eerder voor een recept met zoete aardappel”, lacht ze.

Uit de hand gelopen hobby
Tine verdeelt haar tijd tussen het bedrijf en de paardensport, haar grote passie. “Ik heb veel geleerd op de Ponyhoeve van Michel Vander-hasselt in Ternat en tot ik 15 werd bij LRV Merchtem”, zegt Tine. “Daarna ben ik in de eventing gerold. Met LRV gingen we altijd op ponykamp naar de Ardennen. De broer van Hilde Vervaeke, die daar een bizonboerderij uitbaatte, was een internationale eventingruiter. Zo ben ik me meer op die discipline, die ik altijd met een triatlon vergelijk, beginnen richten. Met hetzelfde paard moet je daarbij een dressuur-, spring- en een terreinproef (cross country) rijden. De beste in de 3 onderdelen wint de wedstrijd.”
Tine nam in 2024 deel aan de Olympische Spelen in Parijs. In het landenklassement eventing greep het Belgische team net naast een medaille. Veel erger was dat het team nadien werd gediskwalificeerd, nadat er een positieve dopingtest werd vastgesteld bij Dia van het Lichterveld Z, de 11-jarige merrie van Tine. “Toen stortte mijn wereld in. Na bijna een half jaar onderzoek bleek het te gaan om de contaminatie van een bijzonder minimale vondst van een kalmerend supplement voor mijn paard dat de teamdierenarts had voorgeschreven. Daar had ik niets mee te maken. Dat was heel confronterend.”
“In 2026 hoop ik een selectie af te dwingen voor het WK in Aken en hoop ik plezier te vinden in het opleiden van jonge paarden tot het hoogste niveau. Ik heb het geluk dat mijn ouders en broer 200% achter mijn sport staan. Op ons bedrijf is het het drukst tijdens de winter, wat net de vakantieperiode voor mijn paarden is. In de zomer kan ik me dan meer focussen op mijn sport. Maar mijn laptop gaat steeds mee, want het werk stopt nooit. Op termijn willen Sam en ik het bedrijf overnemen. Intussen zouden we ons verhaal achter de schermen graag willen vertellen via een Facebook- en Instagram-pagina, want veel mensen weten gewoon niet hoe witloof wordt geteeld”, besluit Tine.





